Deel 2

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Langzaam zet ik stapjes achteruit. ' Wat je ook doet, doe geen domme dingen.' zeg ik met mijn handen wapperend alsof ik hem zo kan kalmeren.

Neals ogen rollen. ' Je bent echt dom of niet? Wat denk je nou? Dat ik je dood wil hebben? Dan zou ik ook dood zijn.' Huh?

Ik snap er niks van. Echt niet.
'Neal, doe het mes weg. Haal me hieruit en bel een ambulance voor me. Ik weet niet wat voor drugs je me hebt gegeven maar...'

Ik kan niet meer staan. Neal haalt me van de grond af en sleept me mee naar het hek met de drie kisten. Hij pakt het mes...

En prikt een klein gaatje in mijn arm. Hij smeert het bloed tegen het slot aan wat nog open klikt ook. Hoe dan? Als we door de poort lopen (Ik wordt meegesleurd) kijk ik even achterom naar de kettingen.

Ze zijn verdwenen.
Er ligt alleen nog een hoopje as.

Neal inspecteert de drie kisten elk zorgvuldig. Ze zijn gemaakt van zwart hout met elk een stevige ijzeren ketting erom heen gewikkeld.

Hij sleept me mee naar de eerste kist en legt mijn bloedende arm tegen het slot. Ook dat gaat zo open en de kettingen lossen weer op in het niets.

Ik snap er niks van.
Ik moet dit dromen, toch?
Dit is hallucineren. Dat kan niet anders.

Neal maakt de deksel van de grafkist open en trekt me mee naar voren. Ik kan zo de kist in kijken. Er ligt een perfect bewaarde jongeman in met ouderwetse kleren. Zo te zien was hij van adel.

Er zit me een ding niet lekker...
Waarom zie ik geen skelet?
Waarom zijn zijn ogen er niet uitgepikt?

Neal lacht alsof hij mijn gedachtes kan lezen. Hij pakt mijn pols beet en snijdt het een flink stuk open. Dankzij de slagaders loopt er een bijzondere grote hoeveelheid bloed naar beneden.

Hij drukt mijn pols dan tegen de koude lippen van de man in de kist. Ik lach spottend om neals domme gedrag.

Tot de twee donkere ogen van de man open gaan en me recht aanstaren. Ik gil het uit en wil mezelf lostrekken maar hij heeft me te stevig beet. Neal helpt me verder de kist in waardoor ik half op de man ligt die gretig aan mijn pols drinkt.

Ik blijf gillen en trappen en raak steeds hysterischer en meer in de war.

Mijn brein snapt niet wat er gebeurt. Het kan niet kloppen. Maar toch is het zo. Een vampier.

Hij drinkt lang. Om eerlijk te zijn weet ik niet hoe lang. Ik weet alleen dat ik op een punt in elkaar ben gezakt en dat Neal me als een etalage pop vast hield en me zo opdrong aan de Vampier.

Eindelijk houdt hij op met drinken. Ik ben aan het trillen en bedenk mijn bloedende hand in mijn vest. Neal glimlacht als de Vampier uit zijn doodkist stapt.

'Neal, leuk je te ontmoeten.' Spreekt de Vampier. Ze schudden elkaar de hand.

Ik lig nog altijd half in shock half in ontkenning op de stenen in de grafkelder. Mijn lijf trilt en ik durf niet te bewegen.

De vampier loert naar me.
'Jij bent Elizabeth of niet?' Hoe weet hij dat? Wantrouwig zoek ik naar mijn boksbeugel.

Hij bekijkt me kritisch.
'Ik zie je voorouder in je terug. Twee druppels water jij en haar.' Het zou me niks moeten boeien maar dat doet het toch.

Jaren geleden ben ik gevonden in een bos als baby. Ik heb nooit familie gehad en ik heb me altijd afgevraagd waar ik vandaan kom.

Hij wil me overeind helpen maar dat sta ik niet zomaar toe. 'Toe, ik ben de aardigste van de drie.' Zegt hij bijna smekend.

Ik laat me overeind helpen en schrik van hoe koud zijn hand voelt in de mijne. Hij grinnikt. 'Sorry, ons bloed is wat minder warm dan dat van Jou.' Ik gruwel in stilte. Ik wil niet nadenken over mijn bloed op zijn lippen.

Neal heeft het mes nog altijd beet en houdt me in de gaten. 'Dit is geen theekransje. Ze heeft werk te doen.' Ik draai me verontwaardigd naar hem om en wil hem op recht op zijn mooie rechte neus slaan.

De vampier zucht geërgerd. 'Juist, we zijn hier met een reden.' Hij stapt op de tweede kist af.

Een bijna identieke kist. Ook weer met kettingen die door een druppel van mijn bloed oplossen tot stof. Neal haalt de deksel eraf en ik ben geconfronteerd met het volgende ondode schepsel.

Neal pakt mijn pols maar ik ben sneller en ren van hem weg. Ik ben bijna bij de uitgang als knallende hoofdpijn mij overvalt en mijn benen niet meer luisteren. Met een harde bons zak ik in elkaar.

De vampier komt droogjes aangelopen. 'Mijn excuses. Ik gebruik mijn krachten normaliter niet, maar jij bent een uitzondering.' Hij trekt me overeind en terug naar de kist.

In de kist ligt weer een witte enge slapende vampier. Neal zet het mes extra scherp in mijn huid en laat de Vampier zo ruiken en proeven dat ik er ben.

Zijn ogen gaan meteen open en hij staart me vol haat aan. Hij grijpt naar mijn bloedende pols en hij rukt me bovenop hem. Ik gil in zijn muf ruikende kleren en probeer los te breken. De vampier wil er niks van weten en voor ik weet wat er gebeurt staan er tanden in mijn nek.

Hij drinkt gulzig en hebberig uit me en met elke slok die hij neemt voel ik me zwakker worden.

'Matthew! Dat is genoeg,' zegt de andere vampier afkeurend. Hij helpt me snel uit de kist en verschanst me achter hem.

Matthew. Wat een ouderwetse naam.
'Ze smaakt lekker. Ik heb een tijdje niks op.' Zijn ogen vlammen en ik ben bang dat hij weer op me af duikt.

'Wij allemaal, broer. Wij allemaal. Ze moet William nog ontwaken. Als ze daarmee klaar is mogen we haar gebruiken zoals we willen. Je kan dan haar bloed drinken tot ze neervalt.'

Broer?
Neervalt?

Boe.
🤣HAHAH.
Hier ben ik
Met nog een update.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro