Dag 1 - 15:59

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

De doodse stilte wordt doorbroken, als het digibord aanvliegt en het ruizige gezicht van een man op het bord verschijnt. De linkerhelft van zijn gezicht is verbrand, maar het weerhoud hem niet van breed lachen.

Een van misselijkheidsvlaag gaat door Amelia heen. Dit moet degene zijn die er achter zit. Wat wil hij van hen? Haar blik gaat even naar Luanna, die haar hand nog steeds vast heeft. Ook haar donkere ogen zijn strak op die van de man gericht.

Het duurt enkele seconden voordat de man begint te praten. Seconden waarin allerlei vragen en gedachten door Amelia's hoofd schieten.

'Well good afternoon, fine people!' schalt het vrolijk door de boxen. De man op het beeld lacht breed en slaat zijn handen ineen. 'My apologies for introducing myself so late, there were some technical difficulties, but here I am. It is so good to meet you all. We are going to have a wonderful week together, in which we're going to get to know each other very well. Now, don't be afraid. I know this is all a bit overwhelming, but it is going to be fun! We are with a big group and learning all of your names is going to be hard. Therefore, I invite you all downstairs so I and the folks watching know who you are. Doesn't that sound great?' De man lacht. 'I know you have a lot of questions, but don't worry, all of them will be answered soon.'

'Hij is doorgeslagen,' fluistert Luanna, haar ogen schieten naar de anderen. 'Jongens, we moeten iets doen. Dit loopt niet goed af.'

De blonde jongen, die eerst nog aan het huilen was, kijkt haar met betraande ogen aan. 'Wat? Van drie hoog uit het raam springen?' piept hij.

'De bosjes beneden zijn erg dik ...' oppert een meisje dat naast Yasmin staat zacht. Ze heeft haar armen over haar elkaar geslagen, net als Yasmin, maar zij lijkt er alleen maar onzekerder van te worden, in plaats van sterker.

'Luanna, Mick en Chiara, klep dicht.' Yasmin kijkt hen strak aan. 'Ik hoor wat.'

Voor ze verder kunnen discussiëren, vliegt de deur open.

Dezelfde twee handlangers die eerder hun mobieltjes hadden afgepakt stormen naar binnen. Zonder iets te zeggen loopt een van de twee naar de rij die zich niet bewogen heeft, terwijl de andere bij de deur blijft staan. Ruw trekt de manke man een groepje leerlingen uit de rij en duwt ze naar zijn partner bij de deur. Dan pakt hij ook Amelia bij haar schouder. Haar vingers glippen uit die van Luanna als ze richting de rest geduwd wordt. Bange ogen ontmoeten de hare. Nu staat ze er weer alleen voor.

Ze bijt hard op haar lip om de opkomende tranen binnen te dringen. Is dit hun einde? Nee, nee, die creep had gezegd dat ze zeven dagen hadden. Ineens klinkt die week als een eeuwigheid, al hoopt Amelia dat het in een flits voorbij gaat. Ze wil hier weg. Er is nog zoveel dat ze moet doen. Het is te vroeg om te sterven.

De kleinere man van het duo loopt voorop, met z'n zevenen op elkaar gepakt lopen ze achter hem aan, strak in de gaten gehouden door Jackies Moordenaar.

Dan komen ze bij het meisjestoilet. Een smeer bloed loopt van het toilet naar de trap. Amelia's hart slaat een slag over. Jackie ...

'Ew,' fluistert een stem achter haar. Gevolgd door een gedempte, scherpe 'doe eens normaal, Aline.'

Een zachte stem klinkt naast haar, wat Amelia doet opschrikken uit haar gedachten. 'Hé, gaat het wel?'

Ze kijkt op in de bruine ogen van de jongen die naast haar loopt. Hij ziet er niet uit als iemand met wie ze normaal een gesprek zou beginnen. Zijn groene shirt, waar ironisch genoeg de tekst Survivor op staat, en zijn gescheurde spijkerbroek geven hem een stoer uiterlijk. 'Ik denk het,' antwoordt ze zacht. Dat het slechts een halve waarheid is weten ze allebei.

De jongen kijkt haar zwijgend aan, alsof zijn woorden ook ontbreken. 'Fynn,' fluistert hij dan als antwoord op een vraag die nooit gesteld is.

Ze dwingt zichzelf haar mondhoeken omhoog te duwen. 'Amelia.' Hij weet het natuurlijk al lang. De hele klas heeft gehoord hoe Yasmin haar ondervroeg. Het ding aan nieuw zijn in een groep is dat iedereen jou kent, voor je weet wie zij zijn.

Fynn staat op het punt om nog iets te vragen als hij een harde duw krijgt van Jackies Moordenaar. 'Shut your darn mouths or I will make sure you will never speak again,' gromt de barbaar. Dat legt iedereen het zwijgen op, terwijl ze de lange trappen afdalen naar de kantine.

Beneden zijn alle stoelen aan de kant gezet, tegen de deuren aan. Alsof het wil bevestigen wat ze al lang weten: niemand gaat het gebouw in of uit. In het midden van de ruimte staan slechts een paar tafels, waaraan mannen zitten. Leerlingen van andere klassen leggen hun armen op de plastic tafelbladen, waarna mannen er zilverkleurige machines tegenaan zetten. Een monotoon gebrom galmt door de ruimte, zo nu en dan onderbroken door een zachte snik of piep.

'W- wat zijn ze aan het doen?' piept een stem zacht.

Niemand zegt iets. Yasmin kijkt heel kort over haar schouder om te kijken of Jackies Moordenaar iets gehoord heeft. Dan kijkt ze weer voor zich, geeft de leerling met het blauwe haar een lichte por en schudt haar hoofd, als waarschuwing.

Zodra er een tafel vrij is kijkt hun kleinere bewaker naar degene met het blauwe haar. 'Name?' vraagt hij, al knikt het eerder als een bevel.

'Miloux,' piept de student, nerveus aan xer mouw friemelend

'Come.' De man grijpt Miloux bij de bovenarm en sleurt xem naar de tafel, om de arm van de leerling zo hard tegen de tafel te drukken dat een knal door de ruimte galmt. Een zachte kreet ontsnapt aan xer mond.

Het figuur bij de tafel duwt de tattoemachine tegen xer arm, waarna er opnieuw monotoon gebrom uit het ding komt. De tranen springen in Miloux' ogen, maar xe protesteert niet. Net als de anderen begrijpt xe dat het zinloos is.

Het duurt niet heel lang voordat de man de metalen tattoo machine van xer arm afhaalt en bromt: 'Next!'

Dat hoeft Miloux geen twee keer te horen. Xe schiet overeind en rent bijna terug naar xer groepje. Als niemand in beweging komt, grijpt hun chaperonne Yasmin bij haar arm en drukt haar op de appelgroene stoel. 'Name!' sist hij.

'Y- Yasmin.' Het eens zo kattige meisje, lijkt nu een stuk kleiner. Zelfs haar rok hangt er nu bij als een verlepte bloem.

Zo worden de leerlingen van haar nieuwe klas een voor een naar de tatoeëerder gebracht. Sommigen, zoals een Aziatisch meisje met een grote bril die bij de naam Lily gaat, houden hun kaken stevig op elkaar gedrukt. Terwijl Aline, die eerder nog zo respectloos 'ew' had gezegd zacht huilt.

Dan zijn alleen zij en Fynn nog over. Amelia klemt haar kaken op elkaar en boort haar nagels in de palm van haar hand. Vanuit haar ooghoek kijkt ze naar de jongen die naast haar staat. Hij lijkt niet nerveus, maar ze weet ook wel dat schijn bedriegt. Ze wil zo graag iets zeggen, maar ze houdt haar mond. Sterven over een paar woorden is niet hoe ze wil gaan.

Hij glimlacht naar haar, voor een van de mannen hem vastpakt en meetrekt. De zwakke lach breekt van zijn gezicht, terwijl het besef dat wat ze doen permanent is tot hem doordringt. Als ze morgen nog leven, zullen ze allemaal een herinnering op hun arm hebben staan.

Amelia dwingt om te kijken. Ze ziet de naald van de machine door zijn huid prikken en zwarte lijnen ontstaan. Tranen springen in Fynns ogen, maar hij weigert het te laten zien. Zou zij ook zo sterk kunnen zijn? Ze ziet het ergens niet gebeuren. Al zal ze er snel achterkomen.

Als het slordige nummer in Fynns arm gekrast is, wordt zij bij haar bovenarm gegrepen. 'Name?' schreeuwt Jackies moordenaar in haar oor.

'Amelia,' weet ze er uit te persen, bijna gooit ze haar achternaam er achteraan.

De man gaat de lijst bijlangs. Zijn ogen schieten van het stuk papier, haar richting uit en weer terug. Zijn mondhoeken verstrakken en rimpels verschijnen in zijn gezicht. 'Real name?' buldert hij.

'A- Amelia,' herhaalt ze. 'My name is Amelia, but ...' wil ze zeggen, als de man haar onderbreekt door haar ruw op de stoel te drukken en zijn wapen uit zijn broekriem trekt.

'If you're not on the list, we don't need you.' Hij heft het wapen en zet het tegen haar hoofd. Haar haren schuren over haar huid als het koude metaal tegen haar schedel drukt. Ze gaan haar vermoorden.

Amelia had haar ogen al gesloten als een stem plotseling roept: 'Wait!' Ze kan nog net tussen haar oogleden zien hoe een figuur naar voren schiet.

'She isn't from our class,' zegt Fynn op een rustige toon. Zijn ogen schieten heel even naar Amelia.

Jackies moordenaar zou dat moeten weten, aangezien hij en zijn partner degenen waren die haar in lokaal 301 had gezet. Misschien doet het er voor hem niet toe. Wat als hij zoekt naar een excuus om haar te doden?

Geïrriteerd kijkt de man richting Fynn, zijn ogen samenknijpend als hij de stoer ogende jongen in zich opneemt. 'Then tell me: which class is she from?' Het wapen blijft stevig tegen haar hoofd gedrukt.

Fynn kijkt de handlanger aan. Hij weet het niet. Hij kan het ook niet weten, Amelia had het hem niet verteld. Alleen dat ze haar docent mevrouw Langseth was. Ze wil haar mond wel opentrekken om wat te zeggen, maar haar keel is dichtgesnoerd. 330 wil ze zeggen. Lokaal 330! Maar het komt er niet uit.

Dan stapt een persoon hun richting uit. Net als de anderen is hij in het zwart gekleed, alleen is zijn gezicht deels verbrand. Zijn zwarte ogen boren zich in de hare, voor hij zijn handlanger aankijkt. Het is de man van de video. 'Why aren't they in their classrooms? We don't have time for this nonsense.' Zijn grote hand grijpt de loop van het pistool vast en duwt het wapen naar beneden.

'She isn't on the list. We don't need uninvited guests,' sist Jackies Moordenaar.

'She's a teenager. Someone will miss her. Just give her a number and bring them back to their rooms.' De man kijkt opnieuw haar richting uit. 'Or am I wrong to assume that you'll be missed. Maybe nobody cares.' Zijn mondhoeken glijden omhoog en een kleine lach ontsnapt uit zijn mond.

'My teacher,' weet ze uit te brengen. 'A- and my friends.' En haar ouders. Er zouden genoeg zijn die het opmerken. 'I have a student number,' zegt ze dan zacht.

'That's what I thought. You're a pretty young lady. What's your number?' Zijn hand omklemt haar arm en drukt hem tegen de tafel.

'128160,' zegt ze zonder haperen.

'Well, then I don't see the problem here. Carry on, men.' Hij laat haar los en stapt bij hen vandaan. Ze gunt geen van hen nog een blik waardig.

De man aan de andere kant van de tafel duwt de naald in haar huid, waardoor een kleine pijnscheut door haar arm trekt. Een voor een tatoeëert hij de nummers, tot ze slordig in haar arm staan geschreven. Het brandt, maar ze negeert het.

Als het nummer staat, wordt ze overeind getrokken en bij de groep gezet. Door twee mannen worden ze de kantine uit geëscorteerd. Ze hebben geen naam meer. Nu zijn ze slechts een onderdeel van een groep nummers. Een kudde die op het punt staat geslacht te worden.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro