HOOFDSTUK 19

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Met grote ogen kijkt Sophia naar de deur. Het is stil geworden. Al een tijdje klinken er geen schoten meer, maar ook de voetstappen blijven uit. Ze heeft geprobeerd de schoten te tellen. Iets was mislukte nadat de eerste knal de stilte genadeloos doorbrak en paniek door haar hoofd raastte. Alles wat ze kan doen is hopen dat het er geen negen waren.

Met een luid kloppend hart blijft ze luisteren. Het blijft akelig stil. Ze moeten nu toch wel klaar zijn? Dan wordt de stilte verbroken door het zachte geluid van voetstappen. Het wordt langzaam luider en dan gaat de deur open.

Mandy komt als eerst binnen. Haar hoofd hangt en haar eens zo heldere bruine ogen zijn dof. Ze kijkt schichtig om zich heen tot Elina en Joanne naar haar toe rennen en haar opvangen, als ze huilend op de grond stort.

Lowa volgt even later met een emotieloze uitdrukking op haar gezicht, gevolgd door Iris die woest haar blik door de ruimte laat gaan.

Verwachtingsvol blijft Sophia naar de deur kijken, hopend dat er nog iemand terugkomt. Waar blijft Matt? Hij moet terugkomen! Het geluid van de voetstappen zijn nog niet gedoofd. Dan verschijnt er iemand in de deuropening, maar het is niet Matt. Noël verschijnt en wordt naar binnen geduwd, waarna de deur achter hem gesloten wordt. Er komt niemand meer bij. Sophia's hart zakt. Een schok gaat door haar heen en ze kan niet voorkomen dat haar handen gaan trillen. 'Waar is Matt?' vraagt Sophia zacht. 'Noël! Waar is Matt?' Haar stem breekt als ze zijn naam uitroept. Hij moet het hebben overleefd. Het kan niet anders.

Noël kijkt op, zoekend naar woorden. 'Brent...' Hij slikt en kijkt Sophia somber aan. 'Het was snel en pijnloos.'

'Nee... Nee!' roept ze. 'Matt is niet weg. Je liegt, oké? Hij zou me beschermen! Noël, waar is Matt?' Ze grijpt hem vast en vouwt haar handen om zijn arm.

Noël laat zijn hoofd hangen. 'Het spijt me, Sophia.' Dan bevrijdt hij zijn arm voorzichtig, laat zich bij Noran zakken op de grond en vouwt zijn armen om zijn benen.

Sophia's benen kunnen haar niet langer meer dragen, waardoor ze op de grond zakt. Ze krult zich op tot een bal. 'Leugenaar!' piept ze, terwijl de tranen over haar wangen lopen. 'Je had beloofd niet meer weg te gaan. Je hebt gelogen, alweer!'

Iris kijkt medelevend naar Sophia. Ze zal later wel wat zeggen. Haar blik glijdt door de groep en valt op Lowa die zich in een hoek heeft teruggetrokken. Ze heeft eerst andere zaken die aandacht nodig hebben. Met ferme passen loopt ze op het kleine meisje af en gaat voor haar staan.

Lowa komt overeind en kijkt Iris aan. Ze had kunnen verwachten dat het roodharige meisje het er niet bij zou laten zitten. Ze had haar emoties te goed weggestopt. 'Wat moet je?'

Iris slaat haar armen over elkaar. 'Waar sloeg dat op?' zegt ze wijzend naar de deur. Haar gezicht staat strak

'Ik doe wat ik moet doen om te overleven. Net als jij. Dat kun je me niet kwalijk nemen.' Lowa's ogen blijven op dezelfde kille uitdrukking bevroren. Ontoegankelijk. In haar hoofd breekt een chaos los. Kan ze het zichzelf echt niet kwalijk nemen? Ze wist dat dit de gevolgen waren toen ze de trekker overhaalde. Toch ging het te makkelijk. Voor Reyna, herinnert ze zichzelf dan. Ze heeft beloofd hier uit te komen tegen elke prijs.

Iris knijpt haar ogen samen en klemt haar kaken op elkaar. 'Ik vertrouw je niet,' sist ze. 'Wat gaat er in dat hoofd van je om? Heb je dan geen gevoel?' Hoe meer woorden ze spreekt, hoe hoger het volume wordt, tot ze de laatste woorden eruit schreeuwt. 'Kyra was een goed persoon!'

'Dat je me niet vertrouwt is jouw keuze en ik weet dat ze een goed persoon was,' zegt Lowa zo kalm mogelijk, nadenkend over haar woorden. Het gat dat in haar hart geslagen werd toen Kyra in elkaar zakte hoeft Iris niet te zien. Ze moet sterk blijven, anders komt ze hier nooit werkt. 'Niemand verdient het. Hier maakt het niet uit wie wel of niet goed is. We gaan allemaal dood.'

Iris klemt haar kaken op elkaar en vormt haar lippen tot een streep. Heel licht schudt ze haar hoofd. Ze kan Lowa niet peilen. Lowa benadert alles met reden, wat haar bijna ondoordringbaar maakt. 'Toon een beetje emotie, ijsprinses,' sist ze dan.

'Daag me niet uit,' zegt Lowa langzaam en ze zet een stap naar voren. Ze voelt het zweet over haar rug sijpelen. Het lijkt wel alsof alles binnen haar trilt. Toch lukt het haar om haar stem kalm te houden. 'Ik heb geen zin om hier ruzie over te maken.'

'Ik kan je best hebben,' zegt ze met een duister randje in haar stem. 'Maar ik ben leider en ik heb voorbeeldfunctie. Voor nu kom je er met een waarschuwing van af.' Ze prikt Lowa hard in haar schouder, dan draait ze zich om en loopt naar Sophia toe.

Lowa kijkt haar na. Als ze niets doet heeft ze een groot probleem. Iris is niet iemand die ze tegen zich wil. Ze weet enkel niet hoe ze dit op moet lossen. Ze zou Iris bij de eerstvolgende gelegenheid kunnen doden. Zacht schudt ze haar hoofd heen en weer. Daar voelt ze niks voor. Er zijn al genoeg doden gevallen. Ze moet niet vergeten wie de echte vijand is. In haar hoofd hoort ze ook Reyna commentaar leveren. 'Dat klinkt als een slecht plan.'

Lowa schudt de gedachte uit haar hoofd. Ze moet doorgaan. Nog even volhouden en alles is voorbij. Al is ze er zeker van dat Reyna wat ze van plan is nog meer zou afkeuren. Ze bijt op haar lip en kijkt om zich heen. Ze kan hier wel alleen blijven staan, hopend dat het vanzelf goed komt, maar ze weet dat dat niet is hoe de wereld werkt. Ze moet verder, of ze nu wil of niet. Ze loopt richting Noran en Noël. 'Gaat het jongens?'

Noël knikt. 'Ik heb me ooit beter gevoel.' Hij doet een poging om te glimlachen. 'Ik leef nog,' zegt hij dan. Het is de enige conclusie die er valt te trekken.

'Ik mis Reyna,' zegt Noran met een zucht. 'Maar het kan erger.' Hij werpt een blik naar Noël en klemt zijn lippen op elkaar.

Lowa laat zich op de grond zakken terwijl haar hart door Norans opmerking uit haar keel glijdt, in een diep gat. 'Ik mis haar ook. Ik had haar moeten stoppen.

'We zullen haar wel weer zien,' zegt Noran dan, opkijkend naar Lowa. Hij pakt voorzichtig haar hand vast en knijpt er zachtjes in. 'Tussen een veld zonnebloemen.' Hij glimlacht in de hoop haar wat gerust te stellen.

Lowa lacht niet terug. Hier zijn geen bloemen. Er is enkel een vuile ruimte waar de rode vlekken op de grond bewijzen wat er is gebeurt. Hier is geen hoop meer. 'Er zijn geen zonnebloemen in een kamer vol bloed.'

Noran lijkt te schrikken. Hij slikt een brok in zijn keel weg, terwijl hij Lowa's harde woorden wegdrukt en zegt dan: 'Ik heb gehoord dat de vorige proef vrij zwaar was.'

Lowa haalt haar schouders op. 'Het is hetzelfde als alles hier. De tijd herhaalt zichzelf.'

Plotseling klinkt de snerpende stem van Luna. 'Wat heb je met Brent gedaan?' Met grote stappen overbrugt ze de kleine ruimte en gaat bij Lowa staan. Haar tranen zijn rooddoorlopen en waterig.

Keran volgt haar en gaat er bijstaan. 'Is Dyane... pijnloos gegaan?'

'Ik heb niks gedaan,' verdedigt ze zich. Kyra was haar verantwoordelijkheid en zodra ze hieruit zijn, zal ze zichzelf toelaten die pijn te voelen. Brent heeft ze geen haar gekrenkt. Lowa's blik schiet naar Keran. Zonder na te denken antwoordt ze. 'Voor zover doodgaan pijnloos kan, ja.' Zodra de kille woorden haar mond hebben verlaten, heeft ze er al spijt van.

De anderen die niet aanwezig waren bij het spel, gaan er ook bijstaan. Iedereen heeft dezelfde vraag. Keran is de enige die de moed kan verzamelen om hem te stellen. 'Wat is er daar gebeurd?'

Luna laat Keran niet uitpraten en vult het antwoord al in, nog voordat Lowa de kans heeft om iets te zeggen. 'Dat zal wel niet. Je was zeker blij toen je Brent een kogel door zijn kop kon jassen, of niet soms?'

Lowa kijkt op naar Luna. Een vlaag van woede doet al haar spieren verstijven. 'Ik zal nooit genieten van iemands dood. Wil je mij nu Reyna achterna jagen?'

'Jij verdient het meer dan die Ginger,' sist Luna, die een stap naar voren zet, zodat ze slechts enkele centimeters van Lowa verwijderd is. 'Zij was tenminste nog te vertrouwen.'

'Noem haar niet zo.' Lowa veert overeind en zet een stap Luna's richting uit.

Noran springt op en gaat tussen de twee meiden instaan. 'Oké, kalmeer een beetje. We missen Reyna allemaal. Lowa, je hoeft Luna niet aan te vallen. En Luna, Lowa heeft niet iedereen neergeknald.'

'Ik val haar niet aan, ik verdedig mezelf,' sneert Lowa naar hem. Het is alsof iedereen haar opeens moet hebben. Ongemakkelijk kijkt ze om zich heen.

Sophia loopt naar voren, duwt iedereen die in de weg staat aan de kant en gaat naast Luna staan. 'Wat heb je met Matt gedaan? Hij was onschuldig! Waarom vernietig je alles wat goed was?'

'Waarom heb ik opeens alles gedaan? Wat denken jullie wel niet wat ik ben?' Lowa kijkt naar Noël in de hoop dat hij haar verdedigt, dan schiet haar blik naar Mandy. Iris kijkt ze niet eens aan. Op haar steun hoeft ze niet te rekenen. Niemand helpt haar, al weten ze dat de beschuldiging onterecht is. Het is alsof ze willen geloven dat zij het heeft gedaan. De controle glipt als zand tussen haar vingers door.

Noël kijkt de groep zwijgend aan. Hij wil de groep ook niet over zich heen en Lowa is nu eenmaal een risicozoeker.

Ondertussen heeft de hele groep Lowa omsingeld, vragend naar antwoorden. De stemmen cirkelen rond haar hoofd. Ze neemt niet meer de moeite om er op in te gaan. Mensen geloven wat ze willen, een van de vele redenen waarom ze altijd een hekel aan anderen heeft gehad. Ze doen niet eens de moeite om andere opties te overwegen.

'Bij de volgende opdracht, sturen we jou,' sist Luna in haar gezicht.

Het is Iris die nog meer olie op het vuur gooit. 'Ze heeft Kyra vermoordt,' zegt Iris, luid genoeg om iedereen te overstemmen.

'Ik wil wedden dat ze ook Brent vermoord heeft,' sneert Luna opnieuw.

Dan klinkt er een zachte, heldere stem. 'Misschien hoort ze wel bij die Joker.' Elina kijkt naar de grond als de woorden haar lippen verlaten. Iedereen heeft haar toch gehoord.

'Ze heeft wel dat wapen ergens vandaan getoverd. Wie zegt dat ze niet een mol is?' zegt Sophia dan. Ze kijkt de groep rond, op zoek naar steun van de anderen.

'Reyna is wel door haar gestorven,' zegt Joanne.

'En ze heeft brand gesticht,' zegt Luna.

'Ze heeft wel vaker haar eigen plan getrokken,' zegt Keran met tegenzin, denkend aan haar ontsnappingspoging.

Alleen Noran zegt niks over haar.

Lowa kijkt de groep in stilte rond. De woorden slaan op haar hart als golven die op een rots slaan. Wat er nog van haar over was, lijkt weg te spoelen in de storm van stemmen. Een rilling trekt door haar lichaam. Waaraan heeft ze dit verdiend? Waarom haat iedereen haar zo? Wat heeft ze verkeerd gedaan? Alles wat ze wilde, was proberen te overleven. Waarom begrijpt niemand dat? Ze denken niet meer aan de feiten. Ze zoeken naar een zondebok en die vinden ze in haar. Ze bijt op haar lip en laat daarmee het laatste restje emotie van haar gezicht glijden. Dan loopt ze weg, de anderen aan de kant duwend. Ze weigert om nog langer bij deze groep te horen. Ze kijkt nog een laatste keer om naar de boze blikken die haar volgen. 'Als jullie een monster willen, dan kunnen jullie een monster krijgen.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro