HOOFDSTUK 25

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het geluid van iemand die luid op de metalen deur van Lowa's kamer mept, maakt haar wakker. 'Wake up! You're expected,' schreeuwt een chagrijnige handlanger.

Snel schiet ze overeind en schopt de dunne deken van haar lichaam. Haastig gritst ze het holster van het tafeltje en bevestigt het om haar middel. 'I'm coming.'

'Hurry, he's not fond of latecomers,' bromt de chagrijnige man nog binnensmonds.

Ze trekt de deur direct open en stapt naar voren, zodat ze vlak bij de handlanger staat. 'I'll hurry.'

Dat lijkt hem alleen meer geïrriteerd te maken. Met een norse blik in zijn bruine ogen gaat de handlanger haar voor en leidt haar terug naar de woonruimte waar the Joker haar de eerste keer ook naartoe had gebracht. Daar zit the Joker in een fauteuil naar buiten te staren, alsof het zijn gebied is dat hij veroverd heeft. Een vrije vogel vliegt voorbij. 'How did you sleep?' vraagt hij, zonder zich om te draaien.

'I slept well,' liegt ze en ze loopt naar hem toe, zodat ze hem aan kan kijken. Zijn donkere ogen staan gevaarlijk. Ze weet al hoe laat het is. 'Is it time for another game?'

'Yes it is!' Hij springt op. 'I have a very interesting game in mind, but you are the one that will host it. I thought you deserved that.' Hij glimlacht, alsof het een prijs is dat ze gewonnen heeft.

'Oh, now I'm curious.' Ze glimlacht, maar voelt hoe de duisternis van haar hart aan haar trekt. Hoe kan hij ooit denken dat ze dat wil? Meer uit angst dan uit nieuwsgierigheid voegt ze er een 'please tell me,' aan toe.

The Joker glimlacht breed. 'Well, today we don't have to do a lot. It's all up to them. It involves a gun and three bullets. What do you think?'

'I think I'm ready for this. It's going to be interesting.' Ze lacht zacht, terwijl ze voelt hoe het gewicht van haar holster op haar drukt. Ze zou hem neer moeten schieten. Alles nu moeten stoppen, maar dat wordt haar dood. Hoeveel macht ze opeens ook lijkt te hebben, ze kan amper wat doen. En dat voelt vreselijk.

'Let's go,' zegt hij en hij neemt haar mee naar de ruimte wat voorheen de speelruimte was. Als de deur open gaat, kijken Iris, Noël, Keran, Mandy en Elina hun met grote ogen aan. Ze weten dat er iets gaat gebeuren. The Joker brengt altijd slecht nieuws.

Lowa verbergt de pijn die ze in haar hart voelt bonzen achter een kil masker. Vandaag gaan er weer drie dood. Het enige wat nog niet zeker is, is wie dat zijn. In haar hoofd hoort ze Reyna. 'Het is oké Lo.' Maar het is niet oké. Nooit meer.

'Today!' begint the Joker weer met z'n enthousiaste en deze keer dramatische stem. 'We will play one of the last games and this time, I'm not your host, but Lowa is. Take it away.' Hij zet een stap naar achteren en maakt ruimte voor Lowa. Met zijn armen over elkaar en trots knikkend, kijkt hij toe hoe Lowa de leiding neemt.

Ze kijkt hen aan en kucht kort. 'We have a present for you. A gun with three bullets.' Ze glimlacht gemaakt. 'The only thing you need to decide is who lives and who doesn't. We'll leave and when we come back we want three dead bodies.' Ze zet een stap naar voren. 'If more than two remain, we'll kill everyone.' Dreigend kijkt ze de groep rond. Zich gedragend alsof ze sterker is dan ze ooit zou kunnen zijn. Het is maar goed dat ze haar emoties heeft leren verbergen, want het kost haar moeite om haar groepsgenoten in de ogen te kijken.

Elina kijkt haar aan. Alsof ze zoekt naar iets wat haar verteld dat dit een leugen is. 'Meen je dat?' vraagt ze zacht. 'Lo...wa, waarom?'

Keran slaat zijn ogen neer. Zijn gezicht is bleek en zijn ogen liggen diep in zijn kassen. Woorden schieten hem te kort. Hij heeft zijn rechterhand over zijn linkerarm geslagen, maar zijn shirt verraad dat het bloeden nog steeds niet gestopt is.

Iris blijft staan en schenkt haar een vernietigende blik.

Lowa negeert het en legt het wapen op de grond. Drie personen zullen sterven, denkend dat ze een verrader is. Ze kijkt the Joker aan. 'Let's go. I'm curious what they'll do.'

Vlak voordat Lowa vertrekt, fluistert Keran net hard genoeg: 'Is dit voor Reyna?'

Ze trekt haar pistool uit haar holster en stap op hem af. Met het wapen op hem gericht, fluistert ze zacht. 'Nee, ik denk het niet.' Dan draait ze zich om richting the Joker, hopend dat Keran haar woorden begrijpt. Ze steekt het wapen terug in haar holster en loopt naar de uitgang.

The Joker kijkt haar vragend aan. 'What did that boy want from you?'

Lowa lacht hoofdschuddend. 'He thought I would give him mercy.'

The Joker lacht. 'Silly boy.' Hij geeft een ruk aan de deur, die met een klap dicht valt. 'Let the game begin.'

In de ruimte staren ze van de deur naar het pistool. Het wordt langzaam weer stil op de gang en dan zijn ze met z'n vijven over. 'Wat zei je tegen Lowa?' vraagt Iris dan.

'Ik vroeg haar of het voor Reyna was,' zegt Keran zacht.

'Wat zei ze?' Mandy's stem is nauwelijks te horen, ook al is het doodstil in de ruimte.

Keran zucht en antwoord op fluistertoon. 'Ze zei dat ze dacht dat het niet zo was. Ik heb geen idee wat ze precies bedoelde.'

'Waarom zou ze zoiets zeggen?' vraagt ook Noël met een zucht.

Iris kijkt de groep rond. 'Ze speelt een spelletje met ons. Zag je die blik niet? Ze wil ons enkel verwarren.'

Elina kijkt naar de grond. Ze wil het ergens niet geloven dat Lowa zo omgeslagen is. Misschien bedoelde ze wel dat ze het voor hen deed. Ze wil het zo graag geloven, alleen ze durft het niet. Het zou ook een spel kunnen zijn. Vertrouwen kan ze niet meer.

Noëls blik gaat naar het wapen. Ook al is het ding klein, toch is de energie en aanwezigheid groots. Een akelige stilte volgt. Nog langer dan eerst kijken ze van het wapen naar de anderen.

Het is Iris die als eerst opstaat en het wapen pakt. Ze schiet niet direct te schieten. Ze loopt naar de groep toe en zucht somber. 'Dus... zijn er vrijwilligers?'

Het blijft pijnlijk stil, tot Keran zucht en zegt: 'Ik ga het toch niet halen...' De woorden komen er langzaam uit. Hij had geprobeerd om het te vermijden. Hij probeerde hoop te houden en zichzelf te vertellen dat hij het wel zou halen, maar hij weet ook wel dat dat een leugen was. De nacht was niet goed verlopen. Zijn schouder bonst steeds meer. Het is rood en bonkt als een bezetene. Het bloed is nauwelijks gestold en hij voelt zich nog meer belabberd dan hij de dag ervoor deed.

Iris knikt met tegenzin. Iedereen weet dat hij de waarheid spreekt, toch kost het haar moeite het te bevestigen. 'Ik ben bang dat je gelijk hebt.'

Noël knikt ook. 'Tenzij je vandaag nog naar het ziekenhuis gaat, misschien kom je er dan heelhuids uit, maar die kans slinkt met de minuut dat je in dit smerige krot zit. Het spijt me, man.' Hij legt zijn hand op Kerans goede schouder en zegt nog zacht: 'Het spijt me dat ik je dit heb aangedaan.' Hij twijfelt of hij hem niet beter meteen goed had kunnen raken.

Keran zucht en slaat zijn ogen neer. 'Het spijt mij van deze rot situatie.' Dan kijkt hij hen aan. Een kleine twinkeling ontstaat in zijn ogen. Alsof iemand er zojuist een kaarsje achter heeft gezet. 'Misschien moeten we allemaal iets aan de mensen schrijven van wie we houden. Ik wil niet verdwijnen zonder hen ooit iets te kunnen vertellen.'

Mandy knikt. 'Dat is een goed idee.' Ook zij glimlacht.

Elina haalt een kreukelig papier uit haar zak, dat daar al die dagen in had gezeten en pakt uit de andere een pen. Ze kijkt Keran aan. 'Moet ik voor je schrijven?'

'Graag,' zegt hij dan met een sombere lach.

Ze zet de pen op het papier en wacht tot hij iets zegt. Tranen wellen op in haar ooghoeken, als ze zijn woorden op papier zet. Pas dan komt het echt binnen: ze gaan dood. Waarschijnlijk blijft er niemand meer over, behalve de woorden die ze op het kleine papiertje krabbelen, als het al gevonden wordt.

De woorden vallen op het papiertje, dat rondgaat. Allemaal schrijven ze een kort berichtje. Ook al willen ze het hele papier wel vullen, ze houden het kort, om de anderen ook hun ruimte te geven. Als laatste komt het papiertje bij Mandy, die huilend haar berichtje op het met tranen doorweekte papier krabbelt. Allemaal weten ze dat het voorbij is. Als ze nu niet sterven dan doen ze dat morgen. De levens die ze eerst hadden, lijken zo ver weg. Alsof ze in een paar dagen veel ouder zijn geworden. Er is een gat geslagen tussen wie ze waren en nu zijn. Een niet te overbruggen leegte. Er is geen weg terug. Ze geeft het vel met trillende handen terug aan Elina. 'Sorry voor de vlekken.'

Elina schudt haar hoofd en veegt zelf ook een traan weg. 'Is niet erg.' Ze vouwt het papier voorzichtig op en stopt het in haar zak. Hopelijk wordt het nog gevonden.
Noël kijkt de groep rond. 'Jongens...' zegt hij plotseling. 'Schiet mij maar neer,' zegt hij dan met een bevende stem. Hij bijt op zijn lip en vouwt zijn hand tot een vuist. Hij wilde het niet zeggen, toch heeft hij het gedaan.

Mandy kijkt hem geschrokken aan. 'Noël... j-je hoeft je niet...' Ze durft de zin niet uit te spreken. In plaats daarvan blijft het hangen en kan ze alleen naar beneden kijken.

'Het is goed Mandy, we gaan een keer dood. Ik ben er klaar mee om te wachten tot het mijn beurt is. Ik wil niet meer mensen verliezen en leven in onzekerheid. En daarbij... ik ben degene die Keran dat heeft aangedaan. Mijn geweten staat me dit niet toe.'

Keran kijkt hem aan en trekt hem dan naar hem toe in een voorzichtige omhelzing om te weten dat het goed zit. Hij kan het de jongen niet kwalijk nemen wat hij heeft gedaan. Ze wilden allemaal overleven. Een dag geleden was er nog hoop, nu lijkt de kant achter de sluier van de dood ergens fijner. Al doet het pijn. 'We zullen er samen wel achter komen wat dat "avontuur" is,' zegt hij dan met een kleine lach.

Noël grinnikt zacht. 'Samen met jou wordt het vast lachen.' Zo goed en zo kwaad als het gaat, probeert hij een glimlach op zijn gezicht te houden. Als hij gaat, dan wil hij sterven met een lach. Hij is niet alleen en onzekerheid over de toekomst heeft hij ook niet meer. Misschien is dit wel de beste manier. Hij heeft ervoor gekozen.

Keran kijkt de drie meiden aan. 'Wie gaat er mee? Het wordt gezellig,' lacht hij door zijn tranen heen. Het klinkt bijna als een soort vakantietrip, maar ze weten allemaal dat er geen retour bestaat. Het is eenrichtingsverkeer.

Iris wendt haar blik af. Ze is niet klaar om te gaan. Er is nog te veel wat ze wil doen. Als er nog een kans is dat ze hier uitkomen wil ze er voor vechten.

Elina kijkt Mandy aan en bijt op haar lip. Ze wil leven, maar ze wil ook niet egoïstisch zijn. Iedereen heeft een leven wat ze achterlaten. Zij is niet anders, sterker of beter dan ieder ander. Haar adem stokt in haar keel, als ze haar mond opent. Het enige wat ze hoeft te zeggen is: 'Ik' Het is een simpel woord. Toch komt het niet uit haar mond.

Mandy kijkt op, met haar grote bruine ogen. 'I-ik ben bang,' zegt ze dan. Een traan rolt over haar wang. Snel veegt ze hem weg. Een ander sijpelt al weer over haar gezicht en neemt al de plaats van de oude in.

'Ik ook,' fluistert Elina terug. Haar stem trilt. 'Ik probeer te geloven dat wat Reyna en Sophia zongen waar was.' Misschien zou ze zich durven op te offeren als ze wist dat er echt zomerse dagen op haar wachtten aan de andere kant. Enkel ontbreekt die zekerheid.

'Ik weet gewoon niet of ik nog langer wil blijven vechten,' geeft Mandy toe. 'Maar niet weten wat er daarna gebeurd is... zwaar. Wat als er niks is?' Ze heeft niet veel angsten, behalve het idee dat ze wordt vergeten. Dat er straks een papiertje met haar woorden alles is wat van haar overblijft, is een gedachte die ze niet wil toelaten.

'Ik geloof niet dat er niks is. Heb je ooit buiten om je heen gekeken? Alles zit zo mooi in elkaar. Dat moet ergens vandaan komen. Wat het dan ook is, het moet iets heel bijzonders zijn.' Elina glimlacht zwak. Dan perst ze met pijn in haar hart de woorden eruit. Haar lip trilt als ze spreekt. 'Ik wil graag vechten, maar als jij er niet klaar voor bent, dan ga ik.'

Mandy schudt haar hoofd. Elina's woorden stellen haar gerust. De kracht om te vechten was ze al verloren en nu heeft ze genoeg kracht gevonden om de laatste stap te zetten. Met twee vrienden aan haar zijde, moet het wel goed komen. Samen komen ze er vast wel doorheen. 'Bezorg onze brieven,' zegt ze zacht tegen Elina. 'Ik vertrouw erop dat je ze aflevert bij de juiste mensen. Doe je dat voor ons?'

Elina knikt. 'Ik doe het, ik vergeet jullie niet.' Tranen wellen opnieuw op in haar ogen. Ze moet het doen. Al is het het laatste wat ze doet voordat ze de anderen achterna gaat. Dit is ze hen verschuldigd.

'Bedankt voor alles wat jullie de afgelopen dagen hebben gedaan.' Mandy glimlacht. 'Samen staan we sterk,' fluistert ze. 'Jongens, laten we een reisje maken naar de hemel. Ik hoop dat het er warm is en dat ik kan douchen.' Ze lacht door haar tranen heen en de jongens lachen met haar mee.

Iris staat op en veegt ook een traan weg. Ze heeft het wapen nog in haar handen en het gewicht ervan neemt toe, alsof de last op haar schouders drukt. Dan heft ze het loodzware wapen. 'Keran, je bent een bijzondere jongen en een dappere leider. Het spijt me dat het zo gelopen is, je verdient beter. Het ga je goed.' Ze knikt en probeert te glimlachen, maar het gaat haar moeilijk af. Een luide knal volgt. Keran zakt in elkaar met een kleine glimlach op zijn lippen. Het enige wat bewijst hoe wreed zijn dood was, is het gat in zijn borst waar in snel tempo bloed uitstroomt.

Mandy schrikt. Tranen lopen over haar wangen, terwijl ze zich groot probeert te houden. Ze bijt hard op de binnenkant van haar wang en houdt haar adem in. Noël pakt haar hand vast en knijpt er zachtjes in. 'Het is over voor je het weet. Keran wacht al op je,' fluistert hij.

Mandy knikt. Zijn warme greep stelt haar gerust. Wat er ook gaat gebeuren, ze staat er niet alleen voor.

Elina kijkt haar vriendin nog een keer aan, omhelst haar lang en begraaft haar gezicht in haar schouder. Ze wil wat zeggen, maar het lukt haar niet. Dan laat ze haar los, wetend dat ze Mandy nooit meer kan omhelzen.

Iris richt het wapen op het meisje. 'Je bent mooi, vanbuiten en vanbinnen.' Ze houdt het kort om het meisje lijden te besparen. De woorden hebben haar lippen nog niet verlaten of ze worden overstemd door het tweede shot. Mandy zakt als een lappenpop in elkaar. Haar lichaam stuiptrekt nog een paar keer en dan is ze er niet meer. Het gaat veel te snel, toch moet Iris door.
Haar ogen gaan naar Noël. Nog een en dan is deze vreselijke taak klaar. Ze voelt haar benen beven als rietjes. Toch houdt ze haar hoofd recht. 'Ben je er klaar voor?'

'Ik ben er klaar voor,' zegt hij met een knik. Hij sluit zijn ogen en prevelt nog een paar woorden, voordat het te laat is.

'Noël je bent bijzonder, een rustpunt in de storm,' zegt Iris zacht. 'Ik hoop dat je waar je straks ook bent, anderen diezelfde rust kunt geven.'

Noël sluit zijn ogen en zet een lichte glimlach op. Een oorverdovende knal klinkt, gevolgd door een akelige stilte. Iris laat het wapen zakken. Haar hand kan het zware ding niet meer vasthouden. Het glipt uit haar vingers en valt kletterend de grond. Het geluid galmt door de akelig lege ruimte. Dan stort ze zich in Elina's armen. Tranen vormen zich in haar ooghoeken. Er is niemand meer om sterk voor te blijven. Alles wat ze nog kunnen, is elkaar stevig vasthouden en hopen dat het snel voorbij is.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro