HOOFDSTUK 9

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Een koor van langzame ademteugen is het enige wat de nachtelijke stilte doorbreekt. Ondanks wat er een paar uur geleden is gebeurt, lijkt de vermoeidheid iedereen toch in slaap te hebben gesust. Enkel Lowa's ogen zijn wijd opengesperd. Voorzichtig loopt ze om haar slapende lotgenoten heen. Niemand hoeft te weten wat zij gaat doen. Met een beetje geluk is alles morgen ochtend voorbij. Dan is deze ellende afgelopen, voordat Reyna doorheeft wat ze heeft gedaan. Het is beter als haar vriendin er nooit achter komt.

Lowa bijt zacht op haar lip en trekt de jassen van Jespers lijk. Het voelt bijna als grafschennis. Zijn opengesperde ogen staren haar verwijtend aan. Dit kan ook haar lot worden. Als ze een inschattingsfout maakt eindigt ze net zo. Toch moet ze het proberen. Het is haar fout dat Reyna hier zit, dus ze moet haar hier ook uit zien te krijgen. Het is aan haar om met een oplossing te komen voordat er nog meer doden vallen. Bovendien is het nu de beste tijd om actie te ondernemen. The Joker zal het niet verwachten na wat er is gebeurd.

Zo stil mogelijk sluipt ze naar het raam. Een koude windvlaag komt haar bergroetend tegemoet. Ze gaat op een uit het plafond gevallen plaat zitten en pakt twee jassen die ze stevig aan elkaar knoopt. De bloedvlek in een van de mouwen doet haar huiveren.

Dan klinkt er een zacht gekreun, maar het is niet duidelijk wie zucht. Lowa kijkt verschrikt op en blijft muisstil zitten. Ze knijpt haar ogen tot spleetjes om te doen alsof ze slaapt. Hopend dat wie er ook geluid maakt niks door heeft. Ze verwacht niet dat de anderen dit gaan waarderen. Ze heeft immers niks gezegd. Minutenlang is het enige wat ze hoort haar eigen adem. Waarschijnlijk had die persoon gewoon een nachtmerrie.

Voorzichtig opent ze haar ogen en gaat verder met het aan elkaar knopen van de jassen. Als ze klaar is met haar koord bindt ze het aan de oude verwarming vast. Haar nagels schrapen zacht over het metaal. Dan staat ze op en trekt er een paar keer aan. Zwaar is ze niet, maar ze wil er zeker van zijn dat het touw haar kan houden. Een val kan mensen alarmeren. Als de verwarming enkel zacht piept, besluit ze dat het veilig genoeg is, stapt ze naar het raam om het koord te laten zakken. Haar hartslag versnelt, maar ze weigert naar haar angst te luisteren.

'Wat dacht je ervan om het te delen met de rest van de groep?' klinkt een stem vanuit de duisternis.

Met een ruk draait Lowa zich om. Een misselijk gevoel klemt zich rond haar maag. Ze is betrapt... Snel uit het raam klimmen zal haar niet redden, want beneden wacht nog een veel groter gevaar. Ook de dekking van haar capuchon zal haar anonimiteit niet lang bewaren. Ze heeft een groot probleem. Wie haar ook gezien heeft, die weet niks van haar echte plan. Die denkt waarschijnlijk dat ze er stilletjes vandoor gaat om zichzelf te redden.

'Nou?' sneert de kattige meisjesstem. In de duisternis is nog net zichtbaar hoe ze met haar armen over elkaar tegenover het raam staat. 'Ik wil het met liefde ook wel delen, hoor.' Ze haalt diep adem, alsof ze klaar is om te schreeuwen.

'Shht! Ik ben niet van plan om mezelf te redden,' sist Lowa snel. Haar hart klopt in haar keel. 'Er moet toch iemand zijn die hulp haalt? En op klaarlichte dag gaat dat dat niet lukken.'

Het gestalte zet een stapje naar voren en een meisje wordt zichtbaar, al is ze nauwelijks echt zichtbaar, omdat ze net zo donker gekleed is als de nacht. Ook zij draagt een groene band om haar pols. 'Als de rest hiervan te horen krijgt...' sist Luna. 'Waarschijnlijk word je uit het raam gesmeten.' Ze lacht, maar het komt er niet vriendelijk uit.

'Ze hoeven het niet te horen. En mij uit het raam smijten zou die Joker alarmeren dus dat is simpelweg dom.'

Reyna, die sowieso belabberd slaapt en wakker wordt door elk klein beetje geluid, kreunt en opent haar ogen. 'Lowa?' fluistert ze, terwijl ze zich overeind werkt en naar Lowa toeloopt. 'Wat is er aan de hand?'

'Niks Rey, ik heb gewoon een overleg met iemand,' probeert ze haar vriendin gerust te stellen. Hopend dat ze haar geloofd. Reyna kent haar langer dan vandaag.

'Ze is van plan om ervandoor te gaan, zonder wat te zeggen, de gluiperd.' Luna kijkt Reya aan met een schuin hoofd.

Reyna kijkt het emomeisje aan. 'Ik denk dat Lowa daar een goede reden voor zou hebben, als ze dat al zou doen...' zegt ze langzaam.

Lowa kijkt haar vriendin en het meisje een voor een aan. Ze zegt geen woord. Bang dat alles wat ze ook zegt toch niet geloofd wordt.

Nog een stem klinkt in de duisternis van het lokaal. 'Dan heeft ze nu de kans om die reden te vertellen,' zegt het meisje met een gele band om haar pols

Lowa's ogen schieten ongemakkelijk heen en weer terwijl ze zoekt naar woorden.

Brian staat ook op en voegt zich bij het groepje. 'Ze had gewoon zin in een luchtje scheppen. Het is hier zo muf. Ik bedoel... ik neem het haar niet kwalijk.' Luid snuift hij de lucht op en laat een kuchje horen, in een poging de situatie iets luchtiger te maken.

Iris zucht diep. 'Brian, niemand heeft behoefte aan je grappen. Bemoei je er niet mee.' Ze wuift hem weg en richt zich weer op Lowa. 'Nou, vertel dan.'

'Ik wil iemand waarschuwen.' Ze is zich bewust van de kilte in haar toon en dat ze zojuist jassen van een lijk heeft gepakt. Erg geloofwaardig is de waarheid niet. Toch schaamt ze zich er niet voor. Ze kunnen die jassen beter gebruiken dan Jesper.

Reyna zet een stap voor Lowa. 'Meiden, kom op. We zoeken allemaal een weg hier uit. Lowa zou nooit zomaar vertrekken en verdwijnen. Ze zou heus wel iemand waarschuwen. Het was best wel slim om het 's nachts te doen, zo ben je een stuk minder zichtbaar. Geef haar een beetje de ruimte.' Ze probeert te glimlachen in de hoop dat ze niet wordt afgesnauwd door Luna, tevergeefs.

'Hoe goed ken je haar eigenlijk?' Luna's stem schalt door de ruimte en haar volume gaat steeds meer omhoog. 'Als ze niet zomaar had willen vertrekken en haar eigen hachje had willen redden, had ze een ontsnappingspoging wel overlegd, of niet dan?'

Reyna, die niet verwacht had dat zij nu onder vuur zou komen te liggen, stamelt wat. 'I-ik ken haar al heel lang en Lowa is een goed persoon. Ze heeft een doordacht plan, misschien wilde ze niemand in de weg zitten.' Hoe meer ze zegt, hoe meer ze voelt dat ze zichzelf in de knoop praat. Lowa heeft haar vaak genoeg gered, nu is het aan haar dat ook eens te doen.

'Luister, jullie mogen van me denken wat jullie willen en het boeit me niet of jullie me vertrouwen of niet, maar ik heb hier een vriendin. Ik laat vrienden niet in de steek,' zegt Lowa zacht en ze gooit het jassen koord op de grond.

'Mooi dat je vrienden niet in de steek laat, we hebben meer van dat soort mensen nodig, maar je bent niet de enige hier.' Luna glimlacht, haalt diep adem en schreeuwt luid: 'Guys! Word wakker, we hebben een situatie aan ons handen!'

Lowa krimpt ineen bij het geluid van haar stem. Haar ogen schieten richt haar blik op de grond. Lokken warrig bruin haar vallen langs haar gezicht. Dit was niet de bedoeling. Alles wat ze wilde is Reyna uit de problemen krijgen. Nu heeft ze zichzelf in de problemen gewerkt.

Door de ruimte heen klinkt gekreun. Schaduwen staan langzaam op en bewegen zich naar het open raam. Sommigen blijven op hun plek zitten met gespitste oren om mee te luisteren. 'Lowa hier, heeft een idee,' roept Iris. 'Aangezien onze poging van vanmiddag mislukte, leek het haar een beter plan om het nogmaals te proberen. Midden in de nacht.' Ze laat haar blik door de groep glijden, met een licht valse glimlach.

'Ik weet het niet,' zegt Kyra weifelend. 'We zijn Jesper al kwijt. Het is wel erg riskant.'

Brent slaat op Kyra's rug. Ervoor zorgend dat ze struikelend een stap naar voren moet zetten. 'Laat haar gaan niemand geeft om dat brilmens.'

Bibi kijkt door het raam naar buiten. Hier en daar zijn wat wolkjes te zien, maar over het algemeen is het helder. 'We hebben wel de sterren nu om ons te begeleiden. Dat hadden we niet overdag,' zegt ze met een glimlach.

'Ze heeft een punt. Het is nu donker. De kans is veel kleiner dat die mannen de renner zullen spotten,' merkt Keran op.

'Je moet 's nachts niet rennen. Gewoon rustig lopen en huid afdekken werkt beter. Dan val je amper op,' legt Lowa zacht uit. Langzaam daalt haar hartslag. Misschien komt het toch goed.

'Ga dan,' jut Brent de boel op. 'Als je het zo goed weet.'

Damian grijpt Lowa vast bij haar armen en duwt haar ruw richting het raam. 'Brillenkop,' sist hij in haar oor.

Reyna drukt zich een weg door de groep heen naar Lowa toe. 'Ga niet,' zegt ze zacht. 'I-ik kan je niet kwijt! Je hoeft het niet te doen.'

'Rey. Ik ga, maar als het te gevaarlijk is, kom ik terug. Ik ben niet van plan mijn leven te riskeren,' zegt Lowa met een zwakke glimlach. Niet zolang er iemand is die haar nodig heeft.

Reyna bijt op haar lip. 'Dit is niet juist,' zegt ze meer tegen zichzelf dan tegen Lowa. Ze weet toch wel dat ze Lowa niet kan overtuigen om niet te gaan. 'Doe voorzichtig, oké? En praat niet met vreemden.' Ze glimlacht zwak.

Lowa knikt en geeft haar vriendin slaat haar armen kort om haar vriendin heen. Dan laat ze los. De koude wind vervangt Reyna's warmte als ze naar het raam stapt en het koord laat zakken. 'Kunnen jullie gaan liggen en heel stil zijn. Hoe langer we blijven praten hoe meer risico dat dit niet werkt.'

Keran knikt. 'Jongens, ga slapen, of in ieder geval houdt je stil. We hoeven niet allemaal te gaan kijken.' Hij wuift en maakt ruimte rondom het raam.

'Ze is net een Gladiooltje, die zijn ook altijd krachtig,' zegt Noran. 'Maak je geen zorgen, ze redt het wel.' Hij legt zijn hand op Reyna's schouder en loopt dan dieper de ruimte in, weg van het raam.

Reyna blijft aan de zijkant van het raam staan, zodat ze Lowa in de gaten kan houden.

Lowa geeft Keran een knikje, terwijl ze de moed probeert te verzamelen om uit het raam te stappen. 'We kunnen beter wachten tot de rust is wedergekeerd. Nu letten ze sowieso op ons,' stelt ze het uit.

Keran knikt instemmend en gaat zitten. Lowa en Reyna volgen zijn voorbeeld. Zwijgend staren ze zich voor zich uit, wachtend tot de minuten verstrijken. Na wat Lowa denkt dat een half uur is, komt ze overeind. Ze kijkt naar het donkere terrein. Het was veel makkelijker geweest als ze alleen was gegaan. Vreemd genoeg voelt het minder erg om dan te sterven. Alsof het niemand pijn doet. Ze schudt haar hoofd zacht. Dat is onzin. Reyna zou er even veel verdriet om hebben. Nu de anderen weten van het plan, moet ze daar ook gebruik van maken. Lowa kijkt Keran aan. 'Kun jij hier blijven staan? Als het te gevaarlijk is wil ik graag omhoog kunnen en ik ben niet sterk genoeg om mezelf omhoog te hijsen.'

De donkere jongen knikt. 'Tuurlijk. Ik blijf hier staan.'

'Wij gaan nergens heen. Zorg dat je veilig terugkomt, oké?' fluistert Reyna.

'Komt goed, Rey,' belooft Lowa. Ze laat het koord voorzichtig zakken. Dan slaat ze haar benen over de rand en laat zich langzaam naar beneden glijden. Enkel het zachte geluid van stof tegen stof is te horen als ze in de nacht verdwijnt. Zodra ze op de grond is, krult ze zichzelf direct op en kruipt langs de muur wat bij het raam vandaan. Dan blijft ze in stilte zitten, de vlakte observerend. Ze kan beter geen enkel risico nemen. Overdag hadden ze de schutters al niet gezien. 's Nachts moeten ze al helemaal lastig te spotten zijn. Het enige voordeel dat ze heeft, is dat zij haar ook niet goed kunnen zien. Al helemaal omdat zij haar niet verwachten.

Het duurt even voordat ze kleine bewegingen in het donker ziet. Langzaam wordt het haar duidelijk dat ze niet alleen is. Hoe langer ze om zich heen kijkt, hoe meer zwarte vlekjes ze ziet. Zorgvuldig verstopt in huizen, achter afschermingen of afval. De handlangers zijn als mieren over het terrein verspreid. Ze waren blijkbaar niet aan het opletten. Zodra ze bij de donkere muur vandaan komt, de leegte in, weet ze zeker dat ze zelfs door een onoplettende handlanger gespot gaat worden. Ze slikt. Als ze niet betrapt was, zou ze hier zijn beland zonder een weg terug. Dan was ze ten dode opgeschreven geweest. Ze heeft het getroffen, maar geluk is een onbetrouwbare bondgenoot.

Haar ogen flitsen schichtig om zich heen. Het kost haar moeite om haar ademhaling rustig te houden. Elk geluidje, elke beweging kan haar einde zijn. Dan valt haar blik op iemand die ze nog niet eerder had gezien. Een schok gaat door haar heen. Nog geen tien meter bij haar vandaan zit een handlanger. Het is een kleine man, wiens donkere kleren hem bijna volledig in de donkere muur laten opgaan. Hij staart slaperig voor zich uit. Het enige wat hem verraad is de glinstering van het maanlicht op het pistool in zijn holster.

Lowa kan niet anders dan naar het wapen kijken. Lang aarzelt ze. Ze had Reyna beloofd dat ze terug zou komen... Ze moet nu geen domme dingen doen, maar zo'n kans krijgt ze niet nogmaals. Misschien kan ze levens redden. Twijfelend kijkt ze naar het raam. Dan hakt ze de knoop door. De kans dat ze de komende dagen sterft is zo groot, dat het het risico waard is. In plaats van naar het raam terug te keren sluipt ze naar de bewaker. Het gras ritselt zacht onder haar voeten bij elke stap die ze zet. Haar halsslagader klopt zo luid dat ze er bijna zeker van is dat hij haar kan horen. Toch blijft de man roerloos zitten. Hij lijkt wel dood, maar zijn op en neer bewegende borstkas vertelt haar dat het niet zo is.

Razendsnel schieten Lowa's vingers naar voren om met een soepele beweging het pistool uit zijn holster te halen. Ze houdt het stevig vast, wachtend op een reactie. Als die weg blijft schuifelt ze twee stapjes achteruit. Langzaam laat ze de lucht uit haar longen ontsnappen. Oplettend dat ze niet te luid ademt. Ze leeft nog en ze heeft een wapen. Voorzichtig laat ze het onder haar vest verdwijnen. Het is beter als ze dat laatste aan niemand vertelt. De enige die ze vertrouwt is Reyna, maar die zou haar vertellen om het pistool weg te gooien voor het haar in de problemen brengt.

Net als Lowa zich om wil draaien om naar het raam te lopen komt de handlanger in beweging. Geschrokken kijkt ze hem aan. Bijna wil ze het wapen onder haar vest vandaan trekken, klaar om hem neer te schieten. Dan hoort ze hem gapen en ziet ze zijn hand weer terug keren naar de oorspronkelijke positie. Niets vermoedend.

Stilletjes loopt Lowa terug naar het touw. Zich verhullend in de schaduw van de muur. Zacht wrijft ze met haar koud geworden vingers tegen het touw en trekt er wat aan, hopend dat ze boven de beweging opmerken. Gelukkig is dat het geval en komen de jassen in beweging. Ze ruisen zacht als Keran trekt de jassen waar ze zich stevig aan vastklampt omhoog trekt. Snel klautert ze over de rand en laat ze zich om de grond zakken. Haar hart klopt nog steeds in haar keel. Als ze iets minder goed had opgelet was ze dood geweest. Een misstap en de ze had hier niet gezeten.

'Lo! Alles oké?' roept Reyna uit als Lowa binnenvalt.

'Ssst...' Lowa brengt haar trillende vinger naar haar lippen. 'Het stikt daar buiten van de bewakers. Het zijn net mieren.' Ze begint de jassen van elkaar los te halen.

Reyna zucht. 'We komen hier echt niet weg, of wel?' Ze kijkt Lowa aan, terwijl haar lippen een streep vormen.

'We komen hier wel weg, maar niet op deze manier. We moeten het anders aanpakken. We komen hier wel uit.' Lowa voelt wapen tegen haar huid branden. Ooit is nu een stapje dichterbij, maar dat is haar geheim.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro