24. Wat iedereen liever wilde vermijden

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

24 december - Maren

Het werd een heel lange avond.

Wanneer we aan het hoofdgerecht beginnen, kijk ik op mijn telefoon naar de tijd. We zitten hier nog maar anderhalf uur, maar het voelt aan als een eeuwigheid.

Vooral Cassidy's vader komt aan het woord. Hij vertelt over de nieuwe auto die hij gaat kopen - een jaguar -, over zijn ex-vriendin en zijn nieuwe vriendin en tegen mij heeft hij het voornamelijk over hoe Cassidy was als kind.

Cassidy zit gespannen tegenover me aan tafel. Haar schouders zitten bijna tot tegen haar hoofd en haar voet stoot af en toe tegen de mijne aan, terwijl ze hem op en neer tikt tegen de tegels.

Ik probeer mijn hand op de hare te leggen, maar ze laat hem maar voor vijf tellen liggen, voor ze haar hand wegtrekt en hem onder haar hoofd zet als steun.

Haar vader bekijkt haar houding met de nodige afkeuring.

Ze heeft buiten de 'mag ik de gerookte zalm nog eens' nog geen woord gezegd sinds iedereen is binnengekomen. Olivia en haar broer hebben met haar gepraat tijdens het aperitieven, maar ook daar heeft ze niet echt wat gezegd, alleen maar geknikt en geglimlacht. Ze geeft zelfs geen commentaar op de onnozele dingen die haar vader en broer over haar verkondigen.

Terwijl Ian en Dianne vertellen over de vakantie die ze gepland hebben, duw ik mijn voet tegen Cassidy's enkel aan, zodat ze naar me opkijkt.

'Overleef je het nog?' fluister ik bijna geluidloos.

Haar mond vormt een bijna platte streep, voor ze haar schouders ophaalt.

Ik kijk haar zo onschuldig mogelijk aan en wrijf ondertussen met mijn been tegen het hare, net daar waar haar broek een beetje omhoog gekropen is.

Ze rolt met haar ogen, maar haar mondhoeken krullen wel een beetje omhoog. Goed genoeg voor mij.

'Cassidy,' klinkt het.

Haar hoofd schiet opzij, naar waar haar vader zit - aan het hoofd van de tafel, haar plaats.

'Ik vraag me nog iets af,' gaat hij verder. Zijn blik verplaatst even naar mij, nieuwsgierig en een tikje veroordelend, voor hij zijn dochter weer aankijkt. 'De Olympische Spelen van 2008. Weet je dat nog? De geruchten over jullie twee.'

Misschien dramatiseer ik alles, maar het lijkt alsof iedereen aan tafel zijn adem naar binnen heeft gezogen en ze allemaal bang zijn om ook maar het stilste geluid te maken.

Olivia werpt me een verontschuldigende blik toe, voor ze naar haar tante kijkt. Laatstgenoemde vouwt haar handen samen, met haar ellebogen op tafel, zonder Daniëls blik los te laten. Ze heeft haar tanden op elkaar geklemd, kaak gespannen en lijkt voor een eeuwigheid simpelweg te blijven staren.

Voor even open ik mijn mond om in haar plaats te antwoorden, maar zowel Olivia als Ian schudden met hun hoofd naar me.

'Wat? Wil je er nog steeds niet over praten? Wordt het niet eens tijd dat je je als een volwassene gaat gedragen, in plaats van er kinderachtig over te zwijgen. Het was het grootste deel van je leven, Cassidy, dat kan je niet ontkennen.'

Cassidy's ogen zijn koel, wanneer ze ze op mij richt en haar lippen een onuitgesproken 'sorry' vormen. Ze haalt haar handen uit elkaar en legt haar bestek nauwkeuriger evenwijdig op haar bord, voor ze weer naar haar vader kijkt.

'Ik moest je niet uitnodigen. Ik kon ook mama uitnodigen. Ik kon jullie allebei uitnodigen en jullie maar met elkaar laten ruziën. Ik heb het niet voor mezelf gedaan. Ik vind het vaak al te veel als ik je om de twee maanden zie. Vermoeiend, dat is het.'

'Respect is-'

Van het ene op het andere moment beginnen Cassidy's ogen vuur te schieten en verfrommelt ze haar servet met haar hand. 'Respect is niet praten over de dingen waarover je gastvrouw niet wil praten! Ik ben 41 jaar oud. Ik woon op mezelf. Ik verdien mijn eigen geld. Mijn verleden is van mij. Het was mijn carrière, niet die van jou! Mijn bekers, mijn medailles, mijn prijzen, mijn talent.'

'Talent dat je dankzij ons hebt kunnen ontwikkelen!'

Tranen stapelen zich op voor haar ogen en dat doet de vlammen erin alleen maar meer oplaaien. 'Nee! Talent dat jullie voor me verpest hebben! Ik hield van atletiek. Ik hield van polsstokspringen. Maar jij begon altijd te roepen als ik niet de hoogte haalde die je wilde dat ik haalde!' Ze gooit haar servet op tafel en duwt haar stoel bruusk naar achter terwijl ze opstaat. De glazen schommelen op het tafellaken. 'En mama,' ze schudt met haar hoofd, 'die werd altijd een volledige bitch als ik niet "dankbaar genoeg" was voor de kansen die jullie me boden. En dan heb ik het nog niet over jullie geruzie, elke fucking keer!' Ze legt haar handen voor haar gezicht, om de tranen te verbergen - of de mascarastrepen die ze hebben achtergelaten. 'Jullie hebben het voor mij verpest, niet omgekeerd.'

'Cassidy, alsjeblieft, maak niet zo'n scène. Ik heb alleen gedaan wat het beste voor je was.'

Ze haalt haar handen weer voor haar gezicht uit. Ze balt ze tot vuisten. Als ze iets in haar handen had gehad, had ze het ongetwijfeld naar zijn hoofd gegooid. Ze wijst naar de deur. 'Ga mijn huis uit!'

'Cassidy,' zegt hij verontwaardigd.

'Buiten!' roept ze nog luider.

Hij herhaalt haar naam nog een keer, afkeurend.

Ze schudt met haar hoofd, duwt haar tanden op elkaar en haalt diep adem. 'Wil je weten waarom ik gestopt ben met springen?' Vader en dochter kijken elkaar voor welgeteld drie seconden zwijgend aan, voor ze met akelig kille stem verder gaat: 'Je dacht dat jij alles te zeggen zou hebben over mijn topsportcarrière als jullie eenmaal gescheiden waren. Dan had je geen reden meer om ook maar een beetje naar mama te luisteren. Dan zouden jullie er geen ruzie meer over maken. Dus ben ik gestopt, eerst omdat ik dacht dat jullie misschien niet zouden scheiden als jullie niets meer hadden om ruzie over te maken, daarna omdat ik jou niet de voldoening wilde geven die je zou hebben als jij de touwtjes volledig in handen had. Het was mijn carrière, hetgeen waarvoor ik zo enorm hard gewerkt heb, maar het enige waarover ik ooit zelf heb kunnen beslissen was het einde.'

Haar vader perst zijn lippen op elkaar. Zijn hoofd en nek zijn knalrood geworden. Hij ziet er niet meer uit als een acteur zo, eerder als de onverdraaglijke zak die Cassidy voor me beschreven had.

Ik bijt op mijn tong, terwijl mijn soort van vriendin opnieuw naar de deur wijst. 'Ga weg of ik bel de politie.'

Haar vader gooit zijn bestek op zijn bord. Ik hoor iets breken. Hij schuift zijn stoel naar achter, alsof hij de kalmte zelve, is en knikt nog naar iedereen - ook zijn dochter - voor hij richting de hal wandelt. 'De cadeaus liggen onder de boom!' roept hij nog, voor ik de voordeur achter hem hoor dichtvallen.

Iedereen is stil.

Cassidy zet haar trillende handen op haar stoel en buigt voorover, tot ze ook met haar voorhoofd de rugleuning raakt. Van haar statige en beheerste houding is niets meer overgebleven.

Olivia, Dimitri en ik staan tegelijk op om naar haar toe te gaan, maar Ian steekt zijn hand op en schudt met zijn hoofd. Hij staat op en loopt naar zijn zus toe.

Hij legt zijn hand op haar schouder en fluistert iets in haar oor. Ze schudt met haar hoofd. Hij trekt haar tegen zich aan. In het moment dat ze haar hoofd draait om het tegen zijn schouder te leggen, zie ik de tranen weer blinken op haar wangen.

Hij probeert haar te omhelzen, maar ze laat het niet meteen toe. Ze blijft met haar hoofd schudden tot hij nog een paar dingen meer gefluisterd heeft. Ze geeft hem een krachteloze boks tegen zijn borstkas, voor ze haar armen om hem heen slaat en hij hetzelfde doet bij haar. Cassidy is al lang, maar Ian is nog een stuk langer. Het geheel ziet er onwennig uit, niet helemaal juist en comfortabel, niet zoals ik knuffel met mijn broer en zus.

Ian kijkt naar zijn vrouw en kinderen en ook even naar mij. 'We gaan even naar buiten, oké? Zo terug,' zegt hij.

Cassidy laat hem los, wrijft door haar ogen met haar vingers en kijkt niemand meer aan, voor ze door de deur naar het terras gaat.

Het wordt weer stil wanneer broer en zus eenmaal buiten zijn. Ik kan hun contouren nog vaag zien, wandelend richting de moestuin achterin.

Ik weet niet goed waaraan te denken of hoe me te houden. Ik prul wat aan het armbandje dat ik speciaal voor vanavond heb omgedaan. Het is niet de eerste keer dat ik Cassidy kil heb zien worden, het is ook al tegen mij gebruikt in het verleden, maar die woede- die woede had ik nog niet gezien, misschien zelfs niet verwacht. Ik dacht dat ze alles koud en kalm en beheerst afhandelde, met snijdende opmerkingen en messteken in ruggen, maar niet met het vuur dat ze vandaag heeft laten zien.

'Misschien moeten we het positief bekijken,' zegt Olivia, met een poging tot een glimlach. 'Nu weten we eindelijk waarom tante echt gestopt is.'

'Jullie wisten het ook niet?' Wanneer het laatste woord uit mijn mond is en ik tijd heb om erover na te denken, heb ik er spijt van.

De drie andere gasten kijken me aan. Ze schudden met hun hoofd, maar alleen Dianne zegt luidop 'nee'.

'Tante praat er niet graag over,' komt het van Dimitri's kant.

'Echt niet graag,' voegt Olivia toe. Ze tikt haar vingers tegen elkaar. 'Ik snap niet waarom ze dacht dat ze het niet tegen ons kon zeggen, niet tegen mij vooral. De reden. Het is... logisch.' Ze wrijft door haar ogen. 'Ik had opa zo nog nooit bezig gehoord.'

Dimitri leunt wat naar achteren en slaat zijn armen over elkaar. 'Opa heeft niet echt respect van me afgedwongen met zijn uitspraken van vanavond.'

Dianne kijkt mij aan, voor ze zowel de hand van haar zoon als die van haar dochter vastpakt en hen ieder om de beurt diep aankijkt. 'Dat is waarschijnlijk de reden dat ze het nooit gezegd heeft.'

Ik besluit dat dit een familiemoment is, waarbij ik niets in te brengen heb, dus begin ik maar met het opruimen van de tafel. Dan kunnen we aan het dessert beginnen als Cassidy en Ian weer binnen zijn. Dat helpt misschien een beetje tegen het knagende gevoel in mijn maag.

Olivia biedt haar hulp aan, maar ik zeg dat het wel zal lukken.

Wanneer ik in de tot op de millimeter perfecte keuken kom met de stapel vuile borden, heb ik spijt dat ik niemand heb om me aan te wijzen waar Cassidy de vaat zou zetten. Ik heb het gevoel dat mijn soort van vriendin het me niet in dank gaat afnemen als niet alles staat waar het zou moeten staan.

Ik denk dat de vaatwasser in de buurt van de wasbak staat, maar ik weet niet meer welke van de witte kastdeuren de juiste is. Ik zet de borden dan maar op het aanrecht en ga de rest van de tafel leegmaken.

Eenmaal terug in de keuken, met alles op zo ordelijk en overzichtelijk mogelijke stapels, zet ik mijn handen in mijn zij en blaas ik een hoop lucht uit.

Cassidy wilde dat ik kwam, zodat ze iemand had om mee te praten, maar ze heeft bijna niks gezegd. Ze wist dat er over atletiek gepraat zou worden. Ze zei dat ze het wel zou overleven. Ik zou dit niet overleven als ik haar was.

Op de klok zie ik dat het al tien uur is. Zou Anna al naar bed zijn? Ik denk het niet. Gabrielle is altijd veel strenger geweest dan ik over zo'n dingen, maar nooit op feestdagen. We maakten ook nooit ruzie op feestdagen. Dat was een stille overeenkomst die we hadden.

Nadat ik mijn haar wat beter over mijn schouder gelegd heb, voel ik aan de kastdeuren tot ik de juiste heb gevonden. Het zit onder het keukeneiland in het midden van de keuken, twee deuren verwijderd van de wasbak.

Cassidy zal vast wel blij zijn dat ik het heb ingeladen. Of het nu helemaal is zoals zij het zou doen of niet.

Ik ben net met de twee laatste borden bezig, wanneer de deur opengaat. Cassidy. Ze heeft de uitgelopen make-up van haar gezicht gewassen, maar haar ogen zijn nog rood en gezwollen. Ze heeft haar handen in elkaar geklemd en forceert haar mondhoeken omhoog wanneer ze me bezig ziet.

'Dat had je niet moeten doen hoor,' zegt ze, terwijl ze naar de stapel met vaat toeloopt en ze me zonder commentaar begint te helpen.

'Ik had toch niet echt iets anders te doen,' antwoord ik schouderophalend.

Tot alle vaat in de vaatwasser steekt, is het enige geluid tussen ons dat van de borden, glazen en het bestek dat tegen elkaar klettert.

Ik sta bij de koelkast, bezig met het dessert, Cassidy staat bij de mokken, wanneer laatstgenoemde zich naar me toe draait en wat met haar handen gebaart.

'S-sorry,' zegt ze, 'dat ik je gevraagd heb om te komen. Ik wist dat je het niet naar je zin zou hebben.' Ze kijkt even naar de vloer en dan weer naar mij. Haar blik is niet zo onleesbaar als gewoonlijk. De droefheid krijgt ze niet weggestoken. 'De laatste keer dat ik zo tegen mijn papa heb geroepen was toen ik nog een puber was.' Haar mondhoeken krullen wat omhoog. 'Maar ik moet toegeven dat het wel opluchtte. Al had ik het liever niet gedaan waar iedereen bij zat, zeker niet met Olivia en Dimitri erbij.'

Ik knik wat en probeer een bemoedigende glimlach. 'Het is oké. Ik denk dat ze blij zijn dat je het eindelijk eens niet opgekropt hebt, maar dat moet je maar aan hen vragen.'

Ze knikt en wrijft nog wat langs haar gezicht.

Wanneer ze weer mijn kant opkijkt, wijs ik naar het kapotte glas dat ik op het aanrecht heb gelegd. 'Hij heeft een glas gebroken toen hij zijn bestek op tafel smeet.'

Cassidy lacht. Ik frons, maar begin uiteindelijk ook te lachen.

'Wat is er zo grappig?'

'Niks,' zegt ze hoofdschuddend en zonder te stoppen met lachen. 'Het is gewoon... het is niet grappig, maar hij heeft wel meer gebroken dan alleen een glas.'

Ik knik en laat het dessert even voor wat het is. Ik loop naar haar toe en leg mijn handen op haar schouders. 'Ik ben trots op je.'

Eindelijk verdwijnt de droefheid uit haar blik en maakt hij weer plaats voor de rationaliteit waaraan ik zo gewend ben geraakt. 'Waarom?'

'Het is gewoon zo. Omdat je rug nog altijd even recht is en je kin nog steeds even hoog.'

Ze lacht. Daar kan ik wel aan wennen. 'Daar moet je niet trots om zijn. Ik zie er verschrikkelijk uit. Mijn mama zou me zo eens moeten zien.' Ze wrijft nog wat door haar ogen, waarna ze haar handen op mijn heupen legt. 'Ik ben onder de indruk dat je nog niet weggelopen bent.'

'Ik kan jou niet afrekenen voor de moeilijke relatie die je hebt met je ouders.' Ik strijk met mijn duim langs haar kaak. 'En je bent nog steeds knap. Je bent Cassidy Konings, verdorie. Iedereen vindt jou fucking knap.'

Ze schudt wat met haar hoofd en drukt een kus op mijn voorhoofd. 'Vond je me ook fucking knap toen je me haatte?' fluistert ze tegen mijn slaap aan.

Ik kijk haar aan, hou mijn hoofd uitdagend een tikje schuin en knik vervolgens. 'Altijd,' zeg ik hees.

'Fuck.' Ze legt haar hoofd in haar nek en kijkt naar het plafond.

'Kom op,' ik pak haar hand vast en trek haar richting het keukeneiland, 'geen tijd voor een koude douche nu. Het leuke deel van je familie wacht op het dessert.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro