10. Onvangbare droom

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Onvangbare droom

Het zal nog twee dagen duren voor ze op Tortuga aan zouden komen. De stemming op het schip was opgewekt merkte Daffy. Hij was zelf ook goedgehumeurd. Hoewel de pijn in zijn buik hem nog treiterde, hinderde het hem niet om het werk te doen. Hij zat op de kist en keek over het dek. Hij schreef op waar ze waren, wat de mannen die week hadden gedaan. Wat er gaande was tussen de bemanning en vooral wat hen te wachten stond. De reis naar Newfoundland zal lang duren. De wateren waren onbekend voor de meeste mannen. Het weer was anders dan de Caribische zee, dan de Atlantische oceaan. Het zal wennen zijn om niet te plunderen, om de zee te doorkruisen zonder een gevaar te zijn voor anderen. Als een normaal schip te reizen zoals velen deden.

Hij schreef op hoe de meeuwen tevoorschijn kwamen nu het land dichterbij kwam. Hoe de wateren ondieper werden en de wind warmer werd. Een glimlach trok over zijn gezicht toen hij haar uit haar kamer zag komen. Hij sloot zijn boek, het papier was omhuld met een leren kaft. Hij schoof het boekje in de binnenkant van zijn jas en stond op.

'Majesteit.' Zei hij en knikte. Ze ging naast hem staan begroette hem met een glimlach. Hij duwde zijn hoed verder op zijn hoofd. Ze stonden bij de reling, Daffy klemde zijn hand om het hout alsof hij houvast zocht voor zijn woorden in het verweerde materiaal. Ze stonden even in stilte naast elkaar en keken allebei over de zee. Waar ze zochten naar antwoorden die ze nooit zullen vinden.

'Hoe is het op Tortuga?' vroeg ze en keek hem aan. De zon begon te schijnen in zijn gezicht en hij lachte.

'Het is een plek waar elke zeeman zich thuis zal voelen.' Zei hij en dacht aan de dagen die hij op Tortuga had gespendeerd. Drank in overvloed, muziek dat over de zee galmde en vrouwen die de zeemannen aanbaden. Ze was even stil en wreef in haar handen, haar huid was droog.

'Zal ik me daar kunnen laten zien?' vroeg ze. Hij was even stil en hoorde in haar stem het verlangen naar land. Naar een vaste grond onder haar voeten. Voor hem was het land iets waar hij aan moest wennen. Na al die jaren die hij op zee was, voelde het land onwennig. Het bewoog niet, er zat niets onder de grond, de zee mistte. Het voelde doods maar zo stabiel.

'Majesteit, als u wil zal dat zeker kunnen. Maar ik laat u niet alleen gaan.' Zei hij. Ze knikte en beet op haar lip. Het klonk alsof hij haar niet vertrouwde, vanbinnen wist ze dat het niet veilig was voor een vrouw om zonder man het eiland te betreden.

Die avond speelde Daffy viool, de mannen dansten en Monty zong. Zijn stem klonk tot in de verte. Nog een dag en ze zouden aanmeren bij Tortuga. Gabriëlla voelde zich opgelaten, ze genoot van het gezelschap en de vreugde die zij brachten. Ze keek naar Daffy, verbaasde zich over de snelheid van zijn vingers. Hij sprong van de ene akkoord naar de andere akkoord, leek alle nummers te kennen die ze zongen. De klanken waren in harmonie met het geluid van de wind.

Na een paar nummers had Daffy zijn viool neergelegd en keek Gabriëlla aan. Hij glimlachte en pakte haar hand. Haar handen waren koud door de wind die nog altijd aanhield. Ze keek naar zijn hand. Zijn warmte kwam dichterbij haar. Gleed over haar lichaam, een rilling liep over haar rug terwijl ze hem aankeek.

'Mag ik deze dans van u?' vroeg hij bijna onhoorbaar. Ze zag zijn ogen glinsteren in het maanlicht. De maan was helder, de nieuwe maan wist ze. Het licht scheen op het kant van zijn kraag wat zich ophoopte in zijn hals. Ze knikte langzaam. Haar armen sloeg ze om zijn nek. Ze kon de afdruk van de wind voelen op zijn huid.

Samen bewogen ze op de muziek die langzamer leek te gaan naarmate de mannen doorhadden wat er gebeurde. Het moment dat de vrouw zich begaf in de vreugde van de nacht en ze de kapitein aan het dansen kreeg. Wat overigens zijn eigen idee was. Nog nooit had hij zich op avonden als deze zo mee laten slepen om te gaan dansen. De jongens dansten altijd, vol vuur en vreugde. Daffy zat altijd op zijn trouwe kist naast de reling en leek gelukkig. En nu stond hij daar zomaar, met een vrouw die mooier was dan het prille licht van de maan. Hij hield haar vast bij haar heupen, subtiel en zacht. Ze wiegden samen op de muziek terwijl de boot heen en weer deinsde.

De avond duurde lang en ze was moe. Ze had gelachen met de jongens, Gordo, de jongen die haar de kleren had geleend had haar aangekeken verteld dat ze prachtig was. En wanneer zij op de troon zal zitten, gelijk terug zal keren naar Engeland om haar land te dienen. Ze had lachend haar hoofd geschud, hij was jong en had teveel gedronken. Zijn gezicht deed haar denken aan haar kindertijd, die ze allang was verloren. Hij zal amper vijftien jaar zijn, niemand leek zich te verbazen over de inzet van deze jongen.

Ze zal Daffy eens vragen over hem, ze maakte zich zorgen. Zo jong en dit werk doen leek haar niet gezond. Gabriëlla nam plaats naast Daffy op de kist. Hij begroette haar met een glimlach en dacht aan de dans die ze hadden gedeeld.

Ze zat naast hem en liet haar blik over de zee glijden. De echo van de regen klonk nog altijd. Het hout was gevoed door het zoete water, uitgezet door haar aanwezigheid. Verdronken in haar komst. Ze voelde hoe het hout van de kist vochtig was en haar broek zal de rest van de avond een natte afdruk met zich mee dragen. Ze keek naar de vloer en haalde diep adem. Daffy bood haar zijn fles aan en ze glimlachte, ze nam een slok en ontmoette zijn ogen. Hij ontweek haar blik en keek naar de vloer. Ze beet op haar lip en keek ook naar de vloer. Ze zag zijn been, niet langer dan waar zijn kuit zal beginnen. De rest was weggeslagen, verdwenen. Alsof het er niet hoorde. Hij leek te merken dat ze ernaar keek en sloeg zijn lange jas eroverheen. Zijn versleten jas.

'Hoe is dat gebeurd?' vroeg ze knikte naar zijn benen. Hij trok zijn wenkbrauwen op en schudde zijn hoofd.

'Dat gaat u niets aan.' zei hij nors en stond op om weg te lopen. Ze keek hem na. Het voelde alsof hij zijn hart meesleepte. Doordrenkt in het bloed wat hij verspilt had, deed het hem pijn om zich te geven.

Ze volgde hem als een droom, niet vangbaar in haar handen. Hij leek te verdwijnen in de momenten wanneer hij wakker werd. Het leven ontlopend. Hij wende zich op de grove lijnen van het leven, de duistere kant. De kant waar geen mens zich begaf, eenzaamheid fluisterde in zijn aderen en voedde zijn hart. Zijn geheimen waren wat haar tegenhield om hem te vangen.

[A/N] The Gloaming - The Pilgrims Song. Een nummer waar ik zo van kan genieten, de taal, de instrumenten. Wat geweldig en zo kunnen jullie even luisteren met watvoor muziek ik dit boek schrijf haha. (Vanaf 4:40 kan je genieten van de viool als je zijn stem niks vind haha)


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro