Hoofdstuk 17

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Zullen we wat gaan eten? Ik begin honger te krijgen.' Met die woorden kijkt Lenie op haar telefoon. 'Het is ook al bijna zeven uur,' schrikt ze. 'Maar het is goed dat we de bui hebben afgewacht, nu kunnen we de winkel uit zonder kletsnat te worden.'

Feto voelt zich ongemakkelijk als Lenie het huidige tijdstip benoemt en ze denkt onwillekeurig terug aan Laurens en de belofte die hij haar maakte. Natuurlijk heeft hij inmiddels door dat ze niet opdaagde op de door hem gecommandeerde date en ze kent hem nu goed genoeg om te weten hoe hij dat opvat. Hij zal niet rustig zijn en dat is een understatement.

Naar aanleiding van die gedachten haalt ze haar schouders op.

'Heb je nog geen honger?' zegt Feto's vriendin.

'Ja, jawel.'

'Je bent al uren niet helemaal jezelf.' Lenie komt dichterbij en staart Feto peinzend aan. 'Wat is er aan de hand?'

Feto zucht. 'Het kan zijn dat Laurens me op een date heeft... gevraagd.' Ze aarzelt bij dat laatste woord. Als iemand een vraag stelt, heeft de ander het recht om een antwoord te geven en dat gedeelte miste.

'Maar, je zei me dat die kus niks voorstelde. Jullie struikelden.' Lenie grinnikt: 'Het was letterlijk zo'n clichémoment uit een film en daarom erg interessant om eens in het echt mee te maken.'

'Ja ja, dat heb je al gezegd.' Maar een keer of zeven, dus Feto is bang dat ze het nog vaker moet aanhoren.

'Dus hij vond wel dat het wat voorstelde, dat heb je lang voor jezelf gehouden.' Op het moment dat ze het beseft, begint Lenie te fronzen.

Feto kijkt gepast schuldig. 'Sorry.'

'Dus je gaat zo met hem uit eten?'

'Eigenlijk...' haar stem sterft weg. Lenie bekijkt haar bemoedigend. 'Eigenlijk zou ik hem om vier uur ontmoeten. Op het plein van de klokkentoren.'

'Dus je hebt hem laten zitten. Dat is ook niet aardig.'

'Ik heb hem gezegd dat ik niet kon, je weet wel: ik had al met jou afgesproken.'

Lenie kijkt nu verward en Feto begrijpt waar dat vandaan komt. Ze waren al beste vrienden voordat ze konden lopen. Een afspraak verzetten kan hun vriendschap makkelijk aan.

Het belletje van de winkel rinkelt en er lopen twee leerlingen van de Passiebloem naar binnen. Feto herkent hun gezichten en behalve dat stralen ze rijkdom, arrogantie en enige nepheid uit. Hoewel ze haar best doet iemand niet meteen te veroordelen op het uiterlijk of een paar belachelijke uitspraken, weet ze heel goed dat de doorsnee Passiebloemleerling precies zo is.

'Ik vraag me echt af wat hij daar doet,' zegt de ene. 'Hij is kletsnat, maar lijkt niet van plan om er weg te gaan.'

Haar vriendin haalt haar schouders op en wijst naar een paspop die volgens de nieuwste mode is aangekleed. 'Wit is tijdloos, dat blijkt maar weer.' Ze klinkt alsof ze er verstand van heeft.

Ze hebben Feto niet gezien en die wil dat graag zo houden. Zodra de twee verder de winkel inlopen, beduidt ze Lenie om met haar mee te sluipen. Eigenlijk is hun budget sowieso niet toereikend voor alle merken die hen hier om de oren vliegen.

Lenie loopt mak met haar mee, maar eenmaal buiten, begint ze Feto te knijpen.

'Au, waarom doe je dat?'

'Af en toe vraag ik me af of ik de hersencellen van ons alle twee heb ontvangen.'

Oké, dat is licht beledigend.

Lenie zucht maar eens diep. 'Hoorde je niet waar die meiden het over hadden?'

'Ja, wit is weer in.' Ofzo. Eigenlijk heeft Feto vooral geprobeerd om voor de meiden weg te duiken en dat is prima gelukt.

Lenie schudt haar hoofd nadrukkelijk. 'Daarvoor.'

'Dat weet ik toch niet. Iets met de regen?' Nederlanders staan erom bekend om altijd over het weer te klagen, dus het is een goede gok, vindt Feto. Zeker omdat het net inderdaad regende.

'Goed geraden, soort van,' zegt Lenie met een zure ondertoon. Daarna praat ze langzamer, alsof ze iets moeilijks aan een kind uitlegt: 'Iemand staat ergens te wachten en hij is kletsnat geregend.'

'Dat is mooi dom,' zegt Feto. Het is merkwaardig bevredigend om een naamloos iemand te beledigen en ze begrijpt waarom Lenie het net met zoveel genoegen zei. Op dat moment komen Lenies nadrukkelijke zinnen pas echt bij haar binnen en ze staart haar geschokt aan. 'Wacht... Wil je zeggen dat...?'

Het is maar goed dat haar vriendin voldoende heeft aan die paar halve uitspraken, want meer zinnigs komt er niet uit.

'Ga dan,' is het enige wat ze Feto verteld en ze geeft haar een duw in de goede richting.

'En jij dan?'

'Ik ben een volwassen vrouw, ik weet waar mijn huis is, ik red me wel.' Lenie rolt met haar ogen. Ga, seint ze met haar ogen en ook een beetje met haar hoofd.

Dat is voldoende aanmoediging voor Feto en ze zwaait half, voordat ze naar het plein dat om de klokkentoren is gebouwd begint te rennen. De betreffende plek, dat het Burgemeester Noordinkplein wordt genoemd, grenst aan de winkelstraat en het kost haar maar een paar minuten voordat ze er arriveert. Midden op het plein, vlak naast het standbeeld van burgemeester Kevin Noordink, staat Laurens de Essen tot Beere.

De druppels sijpelen, zelfs nadat het al even is gestopt met regenen, van zijn kleding af. Hoewel zijn jas er waterdicht uitziet en ook een capuchon bezit, heeft hij de kap niet opgedaan. In plaats daarvan hangt zijn wit-met-zwarte haar in trieste plukjes naar beneden. De afzonderlijke vlakken zijn minder uitgesproken zichtbaar en het water drupt vanaf de puntjes op de grond.

Hij ziet haar niet en het valt haar op hoe kwetsbaar hij daar staat: met zijn handen onder zijn oksels, omdat hij het ongetwijfeld koud heeft in deze kille oktoberavond, en met zijn nietsziende blik.

Feto voelt een pijnscheut ter hoogte van haar hart als ze hem daar in al zijn eenzaamheid ziet. Hij lijkt kleiner door het grote beeld naast hem. Het plein is verder leeg, op een enkele voorbijganger na die zich weghaast: ongetwijfeld op weg naar een warme plek.

Ze loopt naar hem toe, waar hij niet op reageert. Hij kijkt niet op en hij verstijft ook niet. 'Laurens,' zegt ze zacht, nadat ze vlak voor hem staat.

Het duurt even voordat hij reageert, maar dan focust hij zijn blik op haar. 'Je bent te laat,' zegt hij.

Ondanks de situatie, moet Feto lachen. Het komt er een beetje schor uit omdat ze daadwerkelijk is geschrokken van het trieste beeld dat hij vormt en ook omdat ze onder de indruk is van zijn doorzettingsvermogen.

'Waarom sta je hier nog? Ik heb gezegd dat ik niet kwam.'

'Maar ik heb gezegd dat ik hier zou zijn,' herinnert hij haar. Hoewel het zwak is, ziet ze hoe er een sparkel in zijn ogen verschijnt. 'En jij bent er ook, in tegenstelling tot wat je zei.'

Haar grinnik komt eruit als een snurk, waardoor hij een scheef lachje laat zien.

'Oké, het spijt me dat ik zo laat ben. Wil je nog steeds op een date?' Feto betwijfelt het en neemt zijn postuur in één beweging op. 'Je bent doorweekt.'

'Mijn jas is waterdicht, dat zit wel goed,' zegt hij, om af te sluiten met een nies.

'Kom, ik breng je naar een plek waar we iets warms kunnen drinken,' beslist Feto. Daarna zal ze zorgen dat hij naar huis gaat voor een hete douche en een warm bed, voordat hij ziek wordt.

'Ik kan zonder sleutel in het Heilige Boontje komen en behalve koffie hebben we ook cacaopoeder voor warme chocolademelk.' Het komt goed uit dat het zaakje op woensdag standaard is gesloten, waardoor de half-verzopen Laurens niet vreemd wordt aangekeken.

'Heb je dan ook vers opgeklopte slagroom?'

Feto schudt haar hoofd nu hij zijn normale verwaande houding weer heeft gevonden. 'Nee, maar ik heb wel een spuitbus in de koelkast staan, hopelijk is dat voor deze keer goed genoeg.'

'Het moet maar,' gromt hij en vervolgens grijpt hij haar hand, om haar naar het koffiezaakje te begeleiden. Feto besluit erin mee te gaan, hoewel ze een klein glimlachje niet kan onderdrukken als hij haar de weg naar haar werk wijst.

Zodra ze in het steegje achter het Heilige Boontje staan, toetst Feto zorgvuldig de cijfers in het kastje naast de deur en zwaait hem vervolgens open. Ze verwelkomt Laurens ietwat spottend, maar hij vat haar gebaar volkomen serieus op en geeft haar slechts een knikje voordat hij naar binnen stapt.

De deur slaat met een zware slag achter haar dicht en sluit hen daardoor binnen in het nog donkere winkelgedeelte. Feto schakelt het alarm uit en kijkt tevreden om zich heen. Pas dan bedenkt ze zich dat de beveiligde deur recent mankementen vertoonde en niet van binnenuit kan worden geopend totdat het is gefikst.

Ze heeft hen opgesloten.

Zij met haar goede ideeën.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro