Hoofdstuk 7

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Na een nachtje in het St. Holisto komt Connor met James thuis en worden ze opgewacht door Sirius. "Lilly heeft me verteld wat er is gebeurd toen zij door jou naar huis werd gestuurd. Ze lijkt geslapen te hebben, maar ze zit nu alleen nog maar voor zich uit te staren."

James slaakt een zucht. "Het is ook niet niks. Petunia is haar zus en ze heeft al door toedoen van haar zus al haar ouders verloren waar ze een goede band mee had. En nu raakt ze haar zus ook nog eens kwijt."

Helaas voor de familie komt het echter in de ochtendprofeet. Iedereen, inclusief dooddoeners, zal het weten dat Petunia haar eigen zoon heeft aangevallen met de martelvloek. James wil niet weten hoe al die mensen zullen reageren, maar hij is pisnijdig dat dit in de krant is komen te staan. Behalve Sneep en hijzelf en Lilly, en wat schouwers, was er niemand van de ochtendprofeet die het kan weten. "Als iemand iets vraagt of je weet hoe het met Lilly en Connor gaat, houd je je mond dicht Sirius. Ook tegen Remus houd je je mond. Hij is mijn andere beste vriend, maar hij heeft zijn weerwolfprobleem en dat kan nogal zorgen dat er iets in hem ontglipt. Hij laat zich vrij weinig zien in ieder geval."

"Ik heb hem nog gesproken voor ik hierheen kwam. Remus weet op dit moment een boel kinderen te beschermen tegen Vaalhaar wie maar al te graag kinderen bijt en de vloek van de weerwolf geeft. Wat dat betreft doet Remus goede zaken, vooral gezien Vaalhaar meer gericht is op dreuzelkinderen. Er moet een manier zijn om hem te stoppen."

Terwijl James en Sirius met elkaar in gesprek zijn, zit Harry bij Connor op de kamer. Hij weet wat er is gebeurd, en probeert dan ook zijn neefje te troosten. Ze hebben het echter al snel over het zwerkbalteam. Harry zit er al in als zoeker, en eigenlijk wil Connor ook voor die functie gaan, maar hij gaat proberen voor jager te gaan het komend schooljaar. Dan verschijnt er ineens een vreemde huiself in de slaapkamer. Zowel Harry als Connor knipperen met hun ogen. Huiselven zijn gebonden aan de families die ze dienen en dat betekent dat ze normaliter het huis waar ze dienen niet verlaten, tenzij het een opdracht is.

De huiself begint te praten en vindt dat Harry en Connor beiden niet terug naar Zweinstein moeten gaan, want het zou daar niet veilig zijn. De huiself lijkt echter alleen op Connor te zijn gericht, en snel haalt Harry zijn vader. Stilletjes komen ze met z'n allen de kamer op, James doet een spreuk al lijkt er niks te gebeuren. De elf is alleen maar vaag bezig en dan laat James blijken dat hij er ook is. De huiself probeert zichzelf te straffen, maar dat lukt niet en als hij probeert te verdwijnen, lijkt dat ook niet te lukken, alsof er een spreuk is uitgevoerd dat zorgt dat wezens als huiselfen niet weg kunnen.

"Mijn zoon en neefje gaan gewoon naar Zweinstein terug zodra het schooljaar begint. Wie ook je meester is, waag het niet om ons dwars te zitten met de reis naar Zweinstein. Daarnaast wil ik graag weten wie je meesters zijn, huiself. Je hoort hier niet te zijn en bent hier ook niet welkom. We hebben onze eigen huiself."

"Meester weet niet dat Dobby hier is, sir. Ik wilde zelf Connor Sneep waarschuwen voor het gevaar dat er op hem te wachten staat. Er staan vreselijke dingen te gebeuren op Zweinstein en dus kunnen de jongens beter thuisblijven, sir." De stem van de huiself klinkt hoog.

"Welke gevaarlijke dingen? Wat is het gevaar, huiself?" vraagt James verder. Ook Lilly en Sirius komen erbij staan nu ze de stem van de huiself gehoord hebben.

"Dat kan ik niet zeggen, Sir! Maar houd alsjeblieft de kinderen veilig en laat me alsjeblieft gaan. Mijn meester roept me en ik ben hier niet in opdracht van mijn meester."

"Heeft dit met Voldemort en je meester te maken?" vraagt James met dreigende stem. De elf kan het niet zeggen en James weet genoeg. Hij voert een spreuk uit over de elf, loopt naar buiten met de elf aan de arm vast en verdwijnseld om naar het ministerie te gaan waar hij direct doorgaat naar de afdeling over magische wezens. Hij legt daar uit wat er aan de hand is, en hij wil weten waarom de elf juist bij zijn gezin is terwijl hij daar niet hoort te zijn en van wie de verdomde elf is.

"De elf is van de familie Malfidus volgens ons systeem, maar er lijkt iets te zijn dat ik niet kan plaatsen. Ik zal Malfidus senior waarschuwen dat zijn elf bij ons is gebracht."

"Lucius Malfidus zit in Azkaban zijn straf uit voor het zijn van een dooddoener. Ik geloof dat je ofwel juffrouw Malfidus moet waarschuwen ofwel de jonge Malfidus."

De man knippert met zijn ogen. "Juist ja. Eigenlijk zou dus de elf niet eens meer in dienst mogen zijn," geeft de man aan.

"Je vergeet dat alleen de rechtmatige meester een huiself kan bevrijden van zijn slavernij, dat kan zelfs niet door het ministerie gezien de huidige wetten. Daarbij, dat een elf ergens anders wordt gevonden wil nog niet zeggen dat het daarom gestraft moet worden. We weten de reden niet dat hij bij ons is gekomen. Iets met gevaar komend jaar op Zweinstein, maar verder is het vaag."

Precies op dat moment komt Narcissa Malfidus opdagen en ze blijft stokstijf staan als ze James Potter ziet. "Ah, kijk, daar is mevrouw Malfidus al. We troffen je huiself aan bij mijn zoon op de kamer en het lijkt erop dat hij mogelijk een opdracht van u heeft gekregen om mijn zoon van Zweinstein te houden. Ik ben daar zeker niet blij mee, en wat is het gevaar op Zweinstein waar je elf het over heeft?" reageert James meteen.

Narcissa knippert met haar ogen. Ze heeft geen idee waar de man het over heeft. "Ik weet niet wat je bedoelt, Potter. Ik heb de elf geen opdracht gegeven buitens huis, alleen dat hij alle huishouden moet doen en daarna was hij ineens weg. Bij roepen kwam hij niet terug. Maar gevaar op Zweinstein? Wat gevaar moet het dan wel niet zijn dat mijn elf daarover spreekt?"

"Dat is wat wij ons ook afvragen. In ieder geval wilde ik eerst duidelijkheid en dus zorgde ik ervoor dat hij niet zomaar meer kon verdwijnen. Omdat het allemaal vaag was en ik niet wist wie de meesters zijn, heb ik hem hierheen gebracht." Even zwijgt James, en net als hij weg wil lopen, draait hij zich naar Narcissa. "Wat dat gevaar wat die elf van jou zegt ook is, je eindigt net zoals je man in Azkaban als het iets met Voldemort of dooddoeners te maken heeft. Je verwaande zoon zal ergens anders ondergebracht worden waar hij beter opgevoed zal worden." Met een grijns verlaat hij het ministerie. Nog even en hij heeft familie Malfidus compleet uitgeschakeld.

"Nogmaals Potter, ik weet niets van wat de elf te zeggen heeft gehad tegen je. Gezien de elf zijn opgegeven taak daar tegenover niet heeft uitgevoerd en zomaar weg is gegaan, zal hij echter wel gestraft worden. Ik ben zelf geen dooddoener en zal nooit iets met taken van hen iets willen doen. En laat mijn zoon erbuiten, of je zal ervan langs krijgen de volgende keer dat ik je zie." De blonde vrouw pakt de elf bij zijn nek en verdwijnt. James volgt haar voorbeeld, maar gaat direct naar Zweinstein om Perkamentus te waarschuwen.

Als Malfidus zegt niets te weten, dan moet er iets zijn wat hij niet weet maar Perkamentus dus wel. De beste man weet alles. Of natuurlijk Malfidus weet wel wat de elf bedoelt, maar weigert het te zeggen. Maar bij Perkamentus aangekomen in Zweinstein, weet ook deze niet wat er bedoeld wordt. Hij is dan ook snel weer thuis.

"De huiself was van Malfidus, maar juffrouw Malfidus gaf aan niet te weten wat de elf bij ons deed, en dat hij juist binnenhuis taken moest doen maar ineens verdwenen was om hem vervolgens op het ministerie aan te treffen. Ze was absoluut niet blij dat de elf ons bezocht had."

"Geen enkele familie zal blij zijn als hun huiself die hen hoort te dienen ineens bij een andere familie in huis is. Huiselfen zijn maar aan één familie gebonden zolang ze leven. En ze horen alleen datgene uit te voeren wat de meester van hen vraagt. Als Malfidus geen opdracht heeft gegeven om Harry en Connor thuis te houden en van Zweinstein weg te houden, dan had de elf hier niet mogen zijn," antwoordt Sirius.

Het blijft van de elf een mysterie, maar de elf is niet meer teruggekeerd en dat is maar goed ook. Harry en Connor hebben hun boeken inmiddels in huis, en James irriteert zich nu al aan de nieuwe Verweer Tegen de Zwarte Kunsten docent die is aangenomen. Zolang de man zijn zoon en neefje met rust laat, vindt hij het prima. Hij moet het helaas laten rusten, maar toch snapt hij niet waarom er zo iemand als Smalhart wordt aangenomen. Ach, het is niet dat hij zelf les krijgt, misschien dat zijn zoon wat van hem opsteekt, voornamelijk hoe het niet moet.

Het is de dag van één september als de familie Potter samen met Conner het treinstation in loopt en vervolgens compleet wordt tegengehouden door de muur die de poort zou moeten zijn. James is woedend. Dit zou niet moeten kunnen gebeuren en Perkamentus zal ervan langs krijgen. Lilly, Harry en Connor zijn verward. Ze hadden erdoor moeten kunnen. Op Lily's verzoek waren ze al wat vroeger gegaan dan James nodig achtte, dus ze zijn zeker niet te laat.

"Kom op jongens, ik stuur jullie via de haard naar Zweinstein. Ik kom meteen achter jullie aan om een hartig woordje met het schoolhoofd te spreken." James leidt de groep terug naar huis waar hij de brandstof pakt. Als ze niet met de trein kunnen, dan moeten ze het maar op die manier doen. Connor en Harry gebruiken de brandstof en James komt na hen. Alle drie komen ze uit in het kantoor van professor Perkamentus die verbaasd opkijkt.

"Als je de poort niet had gesloten, Perkamentus, hadden we nu niet in je kantoor gestaan. De poort was gesloten en wij konden daardoor er ineens niet meer doorheen met alle gevolgen van dien. De jongens wisten een uitstekende leugen te vertellen tegen de dreuzel wie het had gezien. Dit zijn gevaarlijke spelletjes, Perkamentus." James Potter klinkt kalm, maar hij is furieus.

Perkamentus steekt zijn hand op. "Met die poort heb ik niets mee te maken, mijnheer Potter. Ik zou niet weten waarom ik mijn eigen studenten niet toe zou laten op mijn eigen school. Sowieso beheer ik die poorten niet. Misschien heb je toch een verkeerde muur aangezien als de poort."

"Alsof het mijn eerste keer is dat ik mijn zoon naar het station breng. Alsof het mijn eerste keer is op dat station. Nee Perkamentus, ik had niet de verkeerde. Ik had de juiste en wij konden er niet door. We kunnen nog steeds toveren, dus het is niet dat één van ons ineens een squib is."

"Kalm nou maar, James. Ik had maar ideeën. Ik ben echter bang dat ik niet weet wat de reden is dat de poort zich voor jullie gesloten hield."

James begint op en neer te lopen door het kantoor van het schoolhoofd. "Bij Connor op de kamer was er ook al een huiself die niet van ons is. De huiself is van de familie Malfidus, maar Narcissa gaf aan van niets te weten en ze leek de waarheid te spreken. De huiself strafte zichzelf al voor het überhaupt bij ons zijn, en zei iets over gevaarlijke dingen die plaats zouden gaan vinden binnen deze school."

Perkamentus trekt een wenkbrauw op uit verbazing. "Dat is heel ongebruikelijk ja, maar dat wil niet zeggen dat de eigenaar geen opdracht tot heeft gegeven. Misschien was het Malfidus senior die de huiself opdracht gaf tot, ook al zit deze in Azkaban."

"Niemand zou ons hebben moeten kunnen vinden, ook die huiself niet. Zelfs huiselfen mogen ons niet kunnen vinden, Albus. Dat zou jij moeten weten. De huiself had net zo goed Connor en Harry kunnen vermoorden als hij daartoe de opdracht heeft gekregen. Het is voor nu goed afgelopen, maar het heeft het resultaat dat beiden niet op het perron konden komen. Ik vraag me af of huiselfen ook daartoe in staat zijn, ook al zouden zij de poort niet beheren."

Professor Perkamentus zal dit laten uitzoeken, daar zou vader Potter zich geen zorgen over hoeven te maken. Het wachtwoord krijgend, brengt James zijn zoon en neefje naar de leerlingenkamer van Griffoendor. Daar aangekomen geeft hij het wachtwoord en in de leerlingenkamer draait hij zich naar de twee jongens toe.

"Het mag misschien wel een raadsel zijn wat dit allemaal te betekenen heeft, maar ik ga toch echt erachteraan wat er vijftig jaar terug is gebeurd waar die elf het over had. Jullie mogen dan mij als vader of oom hebben, ik heb graag dat jullie je gedragen en niet naar gevaar zoeken. Stuur me een bericht als er weer iets gebeurt wat niet zou moeten gebeuren, maakt niet uit wat."

Harry en Connor kijken elkaar aan. "Ja pap, we zullen je berichten als er iets gebeurt wat niet zou moeten gebeuren. Vorige jaar kwamen de problemen naar ons toe, dus we zoeken ze niet op. We zullen ze zo ver dat gaat proberen te ontwijken."

James Potter verdwijnt uit het zicht en dan blijven Harry en Connor alleen over. Het enige wat ze weten is dat zij als enige hier zijn en de andere leerlingen eerst nog eens met de trein vanavond aankomen. Wat spelletjes knappoker en uiteindelijk wat gevlieg op hun bezemstelen door het zwerkbalstadion komen ze hun dag door. Hoewel de andere leerlingen er nog niet zijn, besluiten de twee jongens wel al door het kasteel te lopen nu het nog kan zonder dat ze zogenaamd regels overtreden. Dan beseffen ze dat ze juist zich moeten omkleden om niet op te vallen straks als ze het schoolgewaad aan moeten hebben. Zo snel als ze kunnen gaan ze terug naar de leerlingenkamer en kleden zich om, waarna ze weer terug naar beneden gaan. Net op tijd om met de anderen leerlingen samen te voegen en met hen in de Grote Zaal te gaan zitten om te wachten op de sorteerceremonie van de eerstejaars, waarna dan pas het feestmaal begint.

Ze krijgen al snel gezelschap van Ron en Hermelien. "Waar in hemelsnaam waren jullie in de trein? We zochten jullie overal, maar waren niet te vinden. Niemand die het wist."

Harry rolt met zijn ogen, terwijl Connor antwoord geeft. "Iemand heeft ervoor gezorgd dat we niet door de poort heen konden. Harry's vader heeft ons op een andere manier gebracht, dus we waren hier al sinds vanmorgen. Harry's vader is woedend en mogelijk heeft Malfidus hiermee te maken en heeft geëist dat Perkamentus het onderzoekt."

De monden vallen open van Hermelien en Ron. Dit antwoord hebben ze niet verwacht en als ze vertellen dat de huiself van Malfidus hen kwam waarschuwen over iets dat vijftig jaar geleden is gebeurd en niet wilde dat zij nog naar Zweinstein gingen, komen ze tot de conclusie dat het Malfidus moest zijn geweest die wilde voorkomen dat ze nog iets geleerd zouden krijgen.

"Nou, Malfidus zal in ieder geval balen als hij jullie toch hier op school ziet. Hoe zijn jullie dan hier gekomen als ik vragen mag?" vraagt Ron.

"Pap heeft onze spullen hiernaartoe getoverd en is met ons zelf via het haardvuur gekomen, waarna we in het kantoor van professor Perkamentus terecht kwamen. Perkamentus was aardig verrast daardoor. Hij wist alleen niet waarom de poort dicht was voor ons."

"Ik wist niet dat je het haardvuur kon gebruiken om naar Zweinstein te komen. Waarom wordt dat niet als middel gebruikt om leerlingen hier te krijgen?"

"Omdat het om honderden leerlingen gaat, Ron," antwoordt Harry terwijl Hermelien met haar ogen rolt. "Ik denk niet dat Perkamentus zit te wachten op het feit dat dan honderden leerlingen door zijn kantoor banjeren omdat ze met het haardvuur moeten komen. En ik denk ook niet dat andere docenten daarop zitten wachten."

"En, je moet niet vergeten dat er ook heksen en tovenaars net zoals mij uit een dreuzelfamilie komen. Hoe denk je dat wij anders naar school moeten komen? Wij kunnen geen haardvuur gebruiken om ons te verplaatsen," vult Hermelien aan.

Het drietal neemt netjes plaats in de Grote Zaal samen met de andere leerlingen. Dan komen ook de nieuwe eerstejaars naar binnen gelopen onder leiding van professor Anderling. Deze zullen gesorteerd worden in één van de vier afdelingen en daarna begint het feestmaal.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro