Hoofdstuk 9

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Weken gaan er voorbij als er geen nieuwe aanval meer heeft plaatsgevonden na de verstening van een Ravenklauw leerling. Ginny is banger dan ooit, maar de Zwerkbalwedstrijden zijn tot dusver doorgegaan tot het moment dat er weer een aanval heeft plaatsgevonden. Olivier Plank vindt het niet kunnen en vindt dat de wedstrijd door moet gaan, maar Anderling is onverbiddelijk. Hij en het team moeten naar de leerlingenkamer. Connor en Harry moeten met haar Ron gaan zoeken. Beide jongens snappen het niet, maar merken ook dat Hermelien banger dan ooit is. Ze zijn er al achter dat Malfidus niet degene is die de geheime kamer heeft geopend, maar ze moeten nu echt te weten komen wie wel.

Het blijkt dat nu ook Hermelien is versteend. Ook voor de rest van de school is het duidelijk dat Harry en Connor het niet kunnen zijn, gezien ze nooit hun beste vriendin zullen aanvallen. De drie jongens zijn aangeslagen, want eigenlijk komen ze geen moment verder met hun zoektocht. Ze hebben dan wel het boekje van Ginny weten te bemachtigen toen ze deze weg probeerde te gooien in het meisjestoilet. De gang is overstroomd en Connor heeft het boekje naar zijn vader gebracht wie het uitvoerig onderzoekt. Hij kan echter niet plaatsen wat het is. Omdat Harry Connor voor is geweest, weten ze wel al wat het doet.

Perkamentus weet het ook niet. Hij is allang op zoek naar een manier om te achterhalen waarom Voldemort nooit echt dood is gegaan en hij herkent de naam maar al te goed. En toch heeft ook hij geen idee. Hagrid is uiteindelijk onschuldig, althans daar zijn Harry en Ron achter gekomen. Connor vraagt maar niet hoe ze dat weten, want hij bemoeit zich niet met de nachtelijke en verboden avonturen van de twee jongens.

Connor denkt na. Hij is hen wel eens gevolgd naar de meidentoiletten waar Jammerende Jenny zit. Maar ze is overleden daar op de badkamer, zo'n vijftig jaar terug. Connor beseft zich iets. Vijftig jaar terug waren eveneens aanvallen en als Jammerende Jenny toen der tijd is overleden, moet dat wel iets te maken hebben met die aanvallen. Misschien weet ze nog hoe ze gestorven is en misschien weet ze nog wat voor monster het is. En als ze in de badkamer is gestorven die vrijwel altijd verlaten is, zou daar dan niet ook het monster eruit kunnen komen? Hij moet een poging gaan wagen om aan informatie te komen bij Jenny. Hij rent dan ook direct die kant op.

Als hij bijna bij de plek is waar de toiletten zijn waar Jammerende Jenny zich schuilhoudt, roept Professor Anderling ineens op dat alle leerlingen naar de leerlingenkamer moeten terugkeren en alle docenten naar de lerarenkamer moeten komen. Sinds het schoolbestuur geëist heeft dat Perkamentus vanwege de aanvallen geschorst is, zijn er nog meer aanvallen gebeurd. Even twijfelt Connor of hij door moet rennen of moet voldoen aan de vraag van professor Anderling. Hij besluit verder te gaan, hij kan namelijk niet terug en hij moet gewoon aan informatie komen. Dan kan hij daarmee naar zijn vader gaan. Of zijn afdelingshoofd als hij niet in de buurt kan komen van zijn vader. Het wordt gevaarlijk, want hij wil absoluut niet dat hij puntenaftrek krijgt. Hij rent door, maar tot zijn verbazing zijn de docenten niet in de lerarenkamer, maar staan ze juist tegenover de vol gekalkte muur in de gang richting ziekenzaal én waar de toiletten zijn. Hij vloekt, want nu kan hij het zeker vergeten. Hij moet zich ergens verbergen tot de kust veilig is. Snel duikt hij ergens een donkere hoek in en verstopt zich goed. Hij zal genoeg kunnen zien of iedereen dadelijk weg is en hij kan genoeg horen, hoewel dat betekent dat hij zelf ook heel stil moet zijn.

"Ik vrees dat dit het einde is van Zweinstein," klinkt de stem van Anderling bezorgd. "Een leerling is meegenomen naar de kamer door het monster. De leerlingen moeten naar huis, het is hier niet langer veilig. We moeten de school definitief sluiten." Even is het stil en Connor hapt naar adem. Dit had hij dus absoluut niet zien aankomen, maar mogelijk de docenten ook niet. Hij zal het zijn vader moeten vragen. Dan hoort hij iemand voorbijlopen.

"Sorry, ik was ingedut," hoort Connor Smalhart zeggen en hij rolt met zijn ogen. "Is er iets mis?" Connor hoort aan de ijzige stem dat zijn vader antwoord geeft.

"Er is een meisje meegenomen de geheime kamer in. Jouw moment is aangebroken Gladianus." Connor fronst zijn wenkbrauwen, hoezo zijn moment? Hij hoort Smalhart stotteren.

"Je zei gisteren toch dat je allang door had waar de ingang van de geheime kamer is? Aangezien je zo goed de held kan uithangen, is het nu aan jou om het meisje te redden." Connor moet zijn best doen om niet in lachen uit te barsten. Smalhart staat nu volledig onder druk en dat door zijn eigen collega's. Hij kan er nu niet onderuit om te laten zien of hij een echte held is of niet.

"Goed dan, ik ga naar mijn kamer om me... eh... klaar te maken voordat ik daadwerkelijk de geheime kamer in ga." Dan loopt Smalhart weg.

"Wie heeft het monster meegenomen, Minerva?" hoort Connor de schoolverpleegster zeggen. De stem klinkt bezorgd, maar zeker ook angstig. Wie het ook is, die persoon is voer voor het monster als hij of zij niet al is opgegeten."

"Ginny Wemel," antwoordt professor Anderling. Dan lopen alle docenten weg. Connor houdt zijn adem in. Een eerstejaars is het slachtoffer geworden? Maar de familie Wemel is toch een volbloed familie? Andere slachtoffers waren dreuzeltelgen. Zou dat te maken hebben met dat boekje wat ze terug heeft gestolen én al die tijd iets mee te maken hebben gehad?"

Dan rennen ineens Harry en Ron ook voorbij. Iets met Smalhart vertellen wat hij moet weten waar zij achter zijn gekomen. Connor fronst zijn wenkbrauwen. Hebben zij informatie ontfutselt ergens van en het hem niet verteld? Wat deden ze eigenlijk hier terwijl ze in de leerlingenkamer of zelfs in de les hadden moeten zijn? Zelf had hij daar ook moeten zijn, daar niet van. Maar hoe kunnen de docenten hun twee niet hebben opgemerkt? Hij moet snel zijn en Jammerende Jenny overhoren. Hij snelt uit zijn schuilplek en rent naar de toiletten. Even bekijkt hij de muur, maar deze geeft hem nu de kriebels en dus rent hij de toiletten binnen.

Jammerende Jenny is in gedachten boven de toiletten aan het zweven als hij binnenkomt, maar hij heeft meteen haar aandacht. "Rustig maar, Jenny. Ik dacht dat je mijn vragen wel kon beantwoorden aan de hand van recente gebeurtenissen. Je bent vijftig jaar geleden dood gevonden, toch? Toen ook dat gebeuren met de geheime kamer gaande was?"

"Het gebeurde in het toilet hier onder me," begint Jenny meteen. "Ik zat te huilen omdat iemand mij om mijn bril had gepest. Toen kwam er ineens iemand binnen die een vreemde taal sprak en toen ik de deur openmaakte en vroeg of hij soms ook moest. Ineens stierf ik."

"Zo opeens?" vraagt Connor met gefronste wenkbrauwen. "Maar hoe? Heb je niks gezien? Heeft hij duistere magie gebruikt?"

"Nee, als ik het me goed kan herinneren, deed hij zelf niks. Het enige vreemde was dat ik grote gele ogen zag, op die plek daar bij de wastafel." Jenny wijst de plek aan voor ze wegzweeft en Connor draait zich meteen om. Hij inspecteert de wastafels en loopt eromheen om te zien of hij verschillen ziet. Bij de aangewezen wasbak ziet hij een gaatje, en voor de rest is alles hetzelfde. Op iedere kraan is een versiering van een slang. Heeft hij dat al eens eerder gezien? Zijn er meerdere toiletten met dat soort kranen? Hij heeft er nooit echt opgelet, maar zoiets moet wel opvallen toch? Nee, tot zover heeft hij geen enkel ander toilet gezien waar de kranen versierd zijn met slangen. Connor probeert de kraan te openen, maar die heeft het volgens Jenny nooit gedaan. Was het verhaal niet dat Zalazar Zwadderich een Sisseltong is en een slang als huisdier had? Was niet hij degene die de geheime kamer heeft gebouwd om dreuzeltelgen te weren door ze met de basilisk aan te vallen en de basilisk in de kamer te verstoppen? De ingang van de geheime kamer is nooit gevonden, maar als hier Jenny dood is gegaan door gele ogen die ze rechtstreeks heeft aangekeken, een vreemde jongen met Sisseltong hier rondliep en de toiletbakken versierd zijn met een slang, zou dit dan niet de ingang van de geheime kamer zijn? Het enige wat hij zou hoeven te doen is Sisseltong gebruiken. Hij draait zich echter weer terug naar Jenny.

"Heb je toevallig gezien wie dit keer de kamer geopend heeft? Het is zelfs nu zo erg dat een meisje dat uit een volbloed toverfamilie komt ontvoerd is naar de geheime kamer door het monster zelf."

"Ik heb niet opgelet eigenlijk. Opmerkelijk genoeg was wel Ginny Wemel hier vaak, maar het is jammer dat ze niet meer langskomt," antwoordt Jenny droevig.

"Juist zij is door het monster meegenomen Jenny. Ik denk dat het iets te maken heeft met een vreemd dagboek wat ze vaak bij zich heeft en wat iemand anders aan haar gegeven heeft die een relatie heeft met duistere magie. Ik blijk zelf ook Sisseltong te spreken, maar ik heb niets met de geheime kamer te maken en ben er ook nooit geweest. Denk je dat hier de ingang van de geheime kamer zou kunnen zijn en dat het alleen nodig is om Sisseltong te spreken?"

"Dat denk ik wel, maar betrek me er niet bij. Ga je Ginny zelf redden?" vraagt Jenny.

Connor schudt zijn hoofd. "Nee, ik ga de docenten waarschuwen. Toch wil ik één ding nog uitproberen en ik hoop dat dat ding ook dicht kan, maar ik durf het juist niet aan. Ik haal liever één of meerdere docenten erbij." Met een spreuk waarschuwt hij zijn vader en afdelingshoofd, inclusief zijn locatie waar hij is. Net als hij zich omdraait om de deur door te gaan, gaat deze al open en komen Harry, Ron en Smalhart binnen. Even blijft iedereen staan, alsof niemand elkaar verwacht had.

"Ik zie dat jullie onze held hebben gehaald. Laten we hem de geheime kamer insturen om het monster te doden. Voor Ginny zal het denk ik al te laat zijn. Ik heb professor Anderling en Sneep al gewaarschuwd, dus ze komen eraan. Ik denk namelijk dat hier de ingang van de geheime kamer is. Ik wil het pas uitproberen als we waardevolle docenten bij ons hebben die ons wel iets kunnen leren en ons kunnen beschermen."

"Smalhart wilde er vandoor gaan en toen wij hem op die manier hadden betrapt, wilde hij onze geheugens wissen. We zijn met een persoon meer, nu twee personen meer met jou erbij, dus we hebben hem deze kant opgenomen zodat hij zijn heldenrol kan vervullen." Harry betrekt zijn gezicht. "Nou, je spreekt toch Sisselspraak? Gebruik het, dan weten we het zeker dat hier de ingang van de geheime kamer is als je het toch al ontdekt hebt. Anderling en Sneep zullen zo hier zijn, dus we krijgen snel hulp."

"We krijgen snel hulp? Smalhart zal je bedoelen. Hij is de enige van ons nu die de kamer in gaat. Het is niet dat ik niet durf, maar we hebben het wel over een basilisk dat met één blik ons kan doden en ik ga dat risico niet nemen. Ik vind dat we het aan de docenten moeten overlaten, te beginnen met zij die denken dat ze met andermans veren kunnen pronken. Ik zal Sisselspraak gebruiken, maar dan sturen we alleen Smalhart de kamer in, omdat hij anders er vandoor gaat."

"Ik ga hier niet zitten wachten met Harry tot we hulp krijgen!" roept Ron. "Zolang mijn zusje daar beneden is wil ik haar daar weghalen, of ze nog leeft of niet! Wij gaan hoe dan ook de geheime kamer in!" roept Ron.

Connor gebaart naar Ron dat hij rustig moet doen. "De kans is klein dat ze nog leeft, al zal het mij verbazen als ze daadwerkelijk nog leeft. Goed, ik ga Sisseltong gebruiken als jullie Smalhart onder controle houden." Connor draait zich naar de plek waar hij denkt dat daar de ingang is. Jammerende Jenny kijkt stilletjes toe. Dan gaan de wasbakken ineens uit elkaar, en één daarvan, degene die het nooit gedaan heeft, verdwijnt ineens onder het rooster op de vloer. Een dikke ronde pijp wordt zichtbaar en nu snapt Connor ook waarom de slang zich zo gemakkelijk kon voortbewegen. De school bestaat mogelijk compleet uit dit soort dikke en grote pijpleidingen.

"Nou eh.. Goed gedaan Connor. Werkelijk wonderbaarlijk. Ik geloof niet dat ik hier nog nodig ben." Meteen draait hij zich om en probeert er vandoor te rennen. Harry en Ron zijn hem te snel af en duwen hem terug. Nog net kan Smalhart zichzelf tegenhouden voor hij in de ingang viel.

"U eerst," klinkt de stem van Harry laag. Lager dan Connor gewend is van Harry.

"Wat schieten we daar nu mee op?" reageert Smalhart en Connor rolt met zijn ogen.

"U bent toch de held? Dan moet u als eerste gaan," reageert Ron en met tegenzin geeft Smalhart toe. Voorzichtig draait hij zich om, vraagt of zij niet eerst willen en valt door een duw van Ron in het gat. Heel lang galmt de stem van Smalhart nog na en dan geeft hij aan dat het hier echt heel smerig is. Ron, Harry en Connor kijken elkaar aan en dan springt Harry ook in het gat.

"Verdomme Harry! Ga nu niet weer de held proberen uit te hangen! Vorig jaar kostte het ook bijna je leven!" Ron pakt Connor vast en trekt hem mee in zijn sprong de geheime kamer in. "Verdomme Ron, had ik niet gezegd dat ik zou wachten op hulp?" Nog net ziet Connor dat de deur opengaat van de toiletten en dat zijn vader naar binnenkomt gestormd met achter hem professor Anderling.

Het lijkt eeuwen te duren, maar dan komen Connor en Ron vlak na Harry aan het einde van de pijpleiding welke duidelijk een soort glijbaan moet voorstellen. Connor beseft dat het onmogelijk is om hier zonder hulp uit te komen. Veel zullen ze niet aan Smalhart hebben en ook Harry en Ron kennen niet de juiste spreuken om hieruit te kunnen komen. Misschien kan hij toch een poging wagen, maar dat is voor later. Zijn vader heeft hem zien verdwijnen en met een beetje geluk heeft hij door dat hij meegetrokken werd door iemand. En met nog meer geluk komen ze hem snel te hulp. Niet alleen hem, maar ook Harry en Ron."

Ze volgen Harry wie de leiding heeft ingenomen en Connor besluit de rij te sluiten. Zo kan Smalhart niet weg, want zijn toverstaf is van hem afgenomen en Connor is blij dat hij niks kan doen. Een slangenhuid komen ze tegen die heel erg lang lijkt te zijn en als Ron oppert dat het mogelijk twintig meter is, valt Smalhart flauw. Een opmerking van Ron die dicht bij de docent staat, terwijl Connor bewust zo ver mogelijk van de man af blijft staan om snode plannetjes te kunnen dwarsbomen. Het duurt niet lang of hij staat weer op, vindt dat het nu wel genoeg is geweest en wilt Harry's geheugen wissen over de laatste gebeurtenissen. Hij heeft Rons toverstaf afgepakt die dit duidelijk niet zien heeft aankomen dat sulletje. Net als hij de juiste spreuk zegt en zwaait, komt er een groene lichtflits en vliegt hij omhoog. Connor wilde hem alleen tegenhouden, en om hem uit te schakelen om verder gevaarlijk gedrag te voorkomen, vuurt hij een spreuk af die Smalhart moet uitschakelen. Blijkbaar wordt hij nu door twee spreuken tegelijkertijd geraakt: van hemzelf en van Connor. Terwijl hij languit op de grond blijft liggen waar hij terecht komt, stort een deel van de gang in. Nog net weet Connor aan de kant van Harry te komen en beiden moeten wegduiken.

Nu de terugweg voor hem en Harry geblokkeerd is, zal Ron genoodzaakt zijn om de troep op te ruimen en zij tweeën zullen verder moeten. Zijn vader kan hem nu niet helpen en dit gaat een heel gevaarlijk deel van de missie worden als ze nu Ginny gaan redden. Ergens is een basilisk. Harry blijft staan voor een rond ding met slangen erop. Het lijkt erop dat het de deur naar de geheime kamer is. Connor heeft geen enkele gang gezien die rondom lijkt, dus ze zullen er samen doorheen moeten. De vele aftakkingen hebben ze al gehad en dat was in de pijpleiding.

"We zullen ons hierna moeten opsplitsen. Ik moet bekijken waar het monster zich schuilhoudt en ga het proberen bezig te houden, zodat jij Ginny kan redden. Ik heb wat onderzoek gedaan en kan enkele spreuken wel die ontwikkeld zijn om de basilisk af te leiden en te verwarren. Ik geloof ook zwakker maken. Zodra je Ginny hebt maak je dat je met haar wegkomt. Mijn vader en professor Anderling hebben mij meegetrokken zien worden de geheime kamer in, dus ze zullen hopelijk snel te hulp komen." Dan richt Connor zich op de deur en doet het op dezelfde manier het openen als eerder. De deur gaat open.

Beiden jongens klimmen de ladder naar beneden. Connor bekijkt alles en of er gangpaden naar links of rechts zijn, en dan ziet hij iets aan zijn rechterkant. Hij tikt Harry aan en geeft aan dat hij die kant uitgaat. Harry knikt en hij rent juist rechtdoor. Ginny heeft hij al gespot, dus hij kan meteen weg als het even meezit.

Connor rent verder, terwijl hij een weerkaatstende zonnebril opzet. Met een beetje geluk weerkaatst de dodelijke blik terug naar de slang en zal het hemzelf treffen. Niet dat hij in deze pijpleidingen de slang hoopt tegen te komen. In tegendeel, hier juist niet, maar hij hoopt hem wel ergens te kunnen treffen op een veilige manier en ook of er meer ruimten zijn dan alleen die ene kamer. Hij rent verder en even ziet hij een splitsing. Voor zijn gevoel is hij ver van de kamer verwijderd, maar als hij ziet het een korte pijp is en uitzicht heeft op Harry en iemand die hij niet eerder heeft gezien, terwijl tussen hen in Ginny ligt, vloekt hij zacht. Een volwassen man, daar gaan ze niet ook nog tegenop kunnen. En zeker Harry niet.

Connor ziet dat hij bij een splitsing komt. De één leidt naar Harry en de man, terwijl de andere niet bekend is. Hij besluit de andere splitsing te nemen. Hij weet niet waar het uitkomt, maar hij hoopt dat hij niet in zo'n pijp blijft lopen op de lange termijn. Waar hij eerst de stemmen duidelijk kon horen, hoort hij die nu stukken minder. Gebrul van een monster, geschreeuw en het geluid van een vogel? Connor vloekt. Harry zit dus opgescheept met de basilisk en Ginny is er nog steeds. Hij moet maar hopen dat zijn vader op tijd deze kamer weet te bereiken. Of in ieder geval Ginny om haar hier weg te halen.

Het is dan ineens stil en Connor heeft geen idee wat er allemaal gebeurt nu. Hij heeft geen idee of Harry nu dood is, of hij is ontkomen en waar hij en de basilisk nu uithangen, want deze is hoe dan ook nu vrijgelaten. Dan hoort hij ineens een steen en verder is het stil. Hij hoort iets zijn kant opkomen en even hoopt Connor dat het Harry is, maar het is overduidelijk de basilisk. Hij vloekt binnensmonds, probeert zich een beetje te verstoppen. Hij weet dat het weinig zin heeft, want het monster kan hem nog steeds ruiken. En als hij geluid maakt ook horen. Dan ziet hij iets raars. De basilisk is vol met bloed, zeker bij de kop en voorzichtig volgt hij het bloedspoor wat lijkt te beginnen bij zijn ogen. Hij knippert, op de plek waar de ogen zouden moeten zitten, zit er een gat. Iets of iemand heeft Harry kunnen helpen door de basilisk te verblinden. Er is weinig ruimte voor hem en hij probeert zich te herinneren wat de zwakste plek was ook alweer van het beest. Dat zouden ook de ogen zijn geweest, maar die heeft hij niet meer. Als hij snel genoeg is, zou hij het toch kunnen proberen. Hij voert een spreuk af op de plek waar de ogen moeten zitten. Het is raak en de basilisk gilt het uit. Connor richt zich dan op de bek van de basilisk en voert een iets andere spreuk uit. Nog meer gegil klinkt er uit de basilisk en dan richt Connor weer op de ogen, afgewisseld met de bek en hij trekt een tand eruit wat de slang nog meer pijn bezorgd. Voor een laatste keer richt hij zich op het gat van de ogen. De basilisk stort neer en is overduidelijk dood.

Connor merkt dat hij zo snel bewogen heeft dat hij uitgeput is. Hij pakt de tand op, trekt nog een tand eruit voor de zekerheid, en rent zo snel als hij kan naar het gedeelte waar hij Harry en Ginny heeft gezien. Het dagboek zal hij vernietigen en dat zal hij doen met de tand. Harry zit bij Ginny op de grond, niet wetend wat hij moet doen. Hij heeft haar overduidelijk nog niet weg kunnen krijgen en er staat een man bij hen. Zou dat de eigenaar van dat dagboek zijn?

"De basilisk is dood. Laat het meisje en Harry gaan," begint Connor tegen de man. "Wie je ook bent, je zal hiervoor boeten." Connor richt zich op Harry. "Gooi eens het dagboek hiernaartoe, Harry. Als jij nu eens Ginny meeneemt naar Ron, dan maak ik het hier af."

"Neem mijn toverstok mee, Connor. Hij heeft mijn toverstok afgepakt toen ik niet door had dat hij er was. Hij heeft de basilisk opgeroepen en gezorgd dat Ginny zijn opdrachten uitvoer. Hij zegt een herinnering te zijn die in het dagboek bewaard is en als Ginny dood is, zal Voldemort terugkeren.

Connor had het boekje al opengelegd en kijkt verbaasd op. Die man is Voldemort? Dit dagboek is van de grootste duistere tovenaar allertijden? Hij houdt de tand van de basilisk omhoog. Harry kijkt verbaasd toe, want veel heeft hij niet kunnen uithalen. De man schreeuwt en probeert hem tegen te houden, maar Connor plant meteen de tand in het boek en de man schreeuwt het uit. Marten Villijn, de eigenaar van het dagboek en ook wel Voldemort tegenwoordig, zal hopelijk niet terug kunnen keren als levend persoon. Voorlopig ten minste. Hij maakt het boekje dicht en zet de tand er compleet in. Dan verdwijnt de man genaamd Marten Villijn, en Ginny wordt direct wakker. Zowel Connor als Harry rennen naar haar toe. Een kort gesprekje, en dan neemt Connor de leiding over. "We moeten terug. Ron wacht op ons en ik geloof dat ook professor Sneep en Anderling inmiddels te hulp zijn gekomen. Ik denk alleen niet dat ze deze kamer in konden komen, anders waren ze hier al geweest."

De jongens helpen Ginny op te staan en dan lopen ze naar de ingang om de kamer te verlaten. Connor neemt de tand mee, want misschien is er een reden dat het dagboek bijna gezorgd had dat Marten Villijn, ofwel Voldemort, terug had kunnen keren als het dagboek niet vernietigd was geworden. Hij zal het aan Perkamentus moeten vragen, gezien hij Voldemort beter kent. Zodra ze de kamer uit zijn, zien ze dat het pad vrijgemaakt is en zowel Perkamentus, Sneep en Anderling staan te wachten. Het gezicht van Sneep staat op onweer, dat van Anderling bezorgd.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro