Vooropdracht ~ Een week voor de Boete

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

"Werk door jij! Dromen doe je maar na je werk!"

Verschrikt keek ik op. Hadden ze het tegen mij? Ik was toch gewoon hard aan het werk? Gewoon zoals anders het graan in de maalmachine aan het doen?
"Adélyne Montagne! Ik heb het tegen jou. Werk door! Ben ik soms niet duidelijk genoeg?"

"Nee, meneer. Ik bedoel, jawel meneer. Ik snap het. Ik zal doorwerken. Het spijt me" mompelde ik met gebogen hoofd.

"Aan spijt hebben we niks. Gehoorzaamheid en hard doorwerken, dat is wat we willen. Er zijn anders nog genoeg mensen die jou plek in willen nemen" bromde mijn baas en hij liep weg.

Haastig ging ik weer aan het werk. Deze baan verliezen, dat kon niet. Echt niet. We zouden dan niet overleven.
Ik keek naar de machine en zag dat er alweer nieuw graan bij moest. Zes kilo gaf hij aan. Dat was dus twaalf scheppen.
Na drie scheppen was het graan dat naast mij stond op. Ik zuchtte. Nu moest ik weer helemaal naar boven, naar de voorraadzolder, lopen. Zo snel als ik kon liep ik naar de voorraadzolder, pakte een nieuwe zak vol graan, en liep weer naar beneden. Dat ging weliswaar een heel stuk langzamer dan naar boven.
Bij de machine aangekomen, moest ik direct hard aan het werk. Acht kilo, zestien scheppen! Dat ging me een kwartier kosten.
Ik keek op de klok. Nog een uur, dan mochten we naar huis.

Ik was tijdens het werk al weer in gedachten verzonken, want opeens stonden Julia en Ruth voor mijn neus.

"Lyne! Lynie! Adélyyynee! Hallo! Leef je nog?" riepen ze tegelijk.

Ik schrok op. "Ow euhm ja..." zei ik, nog half ergens anders met mijn gedachten.
"O! Ja natuurlijk leef ik nog! Wat denken jullie dan?" riep ik. Ik was weer wakker hoor.

Samen kregen we de slappe lach. Alles loopt altijd uit op een lachbui met die twee. Ruth en Julia zijn, al zolang ik me het kan herinneren, mijn beste vriendinnen. Julia en ik zijn even oud; allebei zestien. Ruth is een jaartje ouder. Je kan echt enorm met ze lachen, maar ook goede gesprekken hebben.

"Ga je mee? De werkdag zit erop. Iedereen is al weg" zei Ruth.

"Wilde je soms hier blijven slapen?" vulde Julia lachend aan.

"Nee, natuurlijk niet! Kom we gaan! Voordat de vredebewakers ons weer vinden en denken dat we de fabriek aan het beroven zijn. Net als vorig jaar."

Julia en Ruth werken ook in deze fabriek. Vorig jaar waren we er te lang gebleven en dachten de vredebewakers dat we de fabriek aan het beroven waren. Gelukkig hebben we er ze van kunnen overtuigen dat we in de fabriek werken, anders was de straf echt heel erg geweest.
Samen met Julia en Ruth loop ik richting mijn huis. We wonen dicht bij elkaar.

"Over een week is de Boete, zijn jullie al zenuwachtig?" vroeg ik.

"Begin alsjeblieft niet over de Boete, ik kan al nauwelijks slapen van de zenuwen. Het wordt zo alleen maar erger," zei Julia

Ruth knikte bevestigend. Ook zij was bang. Niet dat ik niet zenuwachtig was, mijn naam deed dit jaar 64 keer mee. Ik was echt heel bang dat ik getrokken werd.

"Tot morgen!" riep ik nog voordat ik afsloeg richting mijn huis. Het was nu niet ver meer, nog vijf minuten. Thuis had ik ook geen rust, ik regelde het hele huishouden, maar alles was beter dan de fabriek.

Ik kwam thuis en meteen was het een drukte van belang. Ik zuchtte. Dit kon nog lang gaan duren.

"Adélyne!"

"Mama, ze is thuis!"

"Hooii Lynie"

"Hoi"

Iedereen schreeuwde door elkaar en om het nog erger te maken begon Lorrèn te huilen.

"NU IS IEDEREEN STIL!" schreeuwde ik. Dat werkte. Ik liep langs mijn ouders, zei ze gedag en liep door naar Lorrèn. Ik pakte haar op en probeerde haar stil te krijgen.

Mijn moeder kan niet veel meer, ze heeft laatst een ongeluk met een machine gehad, waardoor ze een hand mist en zoveel bloed is verloren dat ze half verlamd is geraakt.

Vader is nu ook ziek, er heerst een heftige griepgolf. Anders zorgt hij voor het eten en leert mij wat over planten en dat soort dingen. Hij is nog een verre afstammeling van de vroegere Fransen. Na de wereldoorlog is zijn familie naar Panem verhuist en in 9 geplaatst. Door zijn afkomst hebben mijn broertjes en zusjes en ik dus allemaal Franse namen.

Ik kom uit een groot gezin. Zeven kinderen. We lijken allemaal op elkaar. Ik heb net zoals de rest grote bruine ogen met een groene tint erdoor en lange wimpers. Ik heb donkerblond haar, in tegenstelling tot de anderen die bruin of zwart haar hebben.
Ik ben niet heel lang, ongeveer 1,65 meter. Als ik lach heb ik kuiltjes in mijn mond. Dat vind mijn moeder zo leuk, ik heb het van haar.
Ik ben de op een na oudste. Mijn broer, Constantin, is achttien. Twee jaar ouder dan ik dus. Hij heeft een redelijk goede functie bij een graanfabriek. Ook zorgt hij samen met Danniell en normaal ook met mijn vader voor ons kleine stukje grond. Met als gevolg dat ik alles in het huishouden moet doen, omdat hij zich er te goed voor voelt.

Dan komt de tweeling Danniell en Océane, ze zijn twaalf en doen dit jaar voor het eerst mee met de Boete. Ik hoop echt niet dat ze getrokken worden, dat is nog erger dan als ikzelf wordt getrokken.

Aymée is negen en Sébastien is vijf. 's Ochtends helpen ze met graan naar de fabriek brengen, en 's middags gaan ze naar school.

En dan hebben we nog mijn jongste zusje Lorrèn. Vandaag net twee maanden oud. Gelukkig is ze vrij rustig, want anders had ik het nog drukker gehad.

"Aan tafel, het eten is klaar!" roep ik. Ik pak wat van het weinige eten dat we hebben en breng het naar vader en moeder. Ook verwarm ik wat geitenmelk zodat ik dat aan Lorrèn kan geven. Gulzig drinkt ze het op.

Na het eten ruim ik alles op en stop Lorrèn en Sébastien in bed.

"Lyne."

"Mmm, wat is er?" vraag ik.

"Wordt jij getrokken met de Boete?"

"Ik hoop het niet" mompel ik. Sébastien begint alles van de Boete net te snappen. Hij vraagt er echt veel over.

"Ga maar slapen. " Ik loop het kleine kamertje uit en doe de deur dicht.

"Constan, ik moet je spreken." zeg ik als ik hem tegenkom. We lopen naar buiten, naar ons geheime plekje.

"Wat is er? Ga je weer zeuren over dat ik meer in het huis moet doen? Ik doe al genoeg"
Hij wilde opstaan en weglopen, maar ik hield hem tegen.

"Constantin, luister nou even," zei ik. "je weet niet eens wat ik wil zeggen. Ik wil het over de Boete hebben."

"Daar heb ik ook geen zin in"

"Constantin, toe. Je kan toch alleen luisteren?" Gelukkig had ik een goede invloed op mijn broer en bleef hij. "Nou, wat wil je zeggen?"

"Danniell en Océane doen dit jaar voor het eerst mee," begon ik. Hij knikte. "Als één van hen wordt getrokken, zullen wij dan voor hen in de plaats gaan? Jij voor Danniell en ik voor Océane."

"Waarom?"

"Omdat dit hun eerste keer is, ze zijn nog zo jong!"

"Mmm oké. Afgesproken!" zei hij.
Ik gaf hem een knuffel. "Dankjewel"

Ik stond op. "Ga je mee?"
Hij schudde zijn hoofd. "Ik blijf nog even."
Ik haalde mijn schouders op en liep weg. Even later liep ik een beetje doelloos door de straten, wat zou ik eens gaan doen? Door het hek, lekker in de natuur rondlopen? Nog even oefenen met het herkennen van eetbare en giftige planten en knollen? Oefenen in strikken leggen voor konijnen?

"Adélyne!"

Wie riep mij? Ik keek om me heen en zag Ruth staan.

"Wat ben je aan het doen?" vroeg ze.

"Niets eigenlijk" antwoorde ik schouderophalend. We liepen samen een beetje rond door het dorp. Er was niks te doen. De zon ging al onder en ik kon zien dat het ongeveer negen uur was.
"Ik moet naar huis. Ik hoop dat mijn broertje en zusjes al op bed liggen, anders heb ik een probleem met vader" zei ik.

"Oké doei!"

Toen ik thuiskwam lagen ze gelukkig al op bed. Ik ging zelf ook maar. Nadat ik mijn ouders welterusten had gezegd, liep ik naar de kamer die ik met Océane en Aymée deelde en kroop in bed. Al snel viel ik in slaap. Het was een vermoeiende dag geweest.

~~~~~~~~~~~~

1414 woorden

Pink_Coyote en MissFocus

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro