34. De wouten over de vloer

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Een blik van verbazing verscheen op Wouters gezicht. "Wat zeg je? Ga je uit met een Boef?"
"Nee," verzuchte Esther, "ik ga samen met die Erik van Saroma morgen zijn hondje uitlaten in het Remmerpark, dat hondje heet Boef."
Nu snapte Wouter er helemaal niks meer van. "Je wéét dat hij bij een bedrijf zit dat giftige stenen door de stad verspreid en dat hij bij een organisatie zit die niks goeds van plan is, en jij gaat morgen gezellig met hem op stap?" Hij voelde aan Esthers voorhoofd, "ik denk dat jij het even kwijt bent meid."
Esther tikte zijn hand weg van haar hoofd. "Ik ben het helemaal niet kwijt, ik weet wat ik doe. Het is alleen maar om informatie uit hem los te peuteren, meer niet."
Wouter nam een slok van zijn koffie, deed er nog een klontje suiker in en begon te roeren. "Luister Esther, zoals ik al zei heb ik het een en ander voor je nagetrokken en ik héb een aantal dingen ontdekt. Die SaMeCo is zoals je weet een schuilnaam, Saroma is het die de opdrachtgever is voor de productie van die stenen. En Saroma is weer een dochter onderneming van ChemCo een internationaal chemiebedrijf met vestigingen over de hele wereld. Het zijn dus geen kleine jongens waar we mee te maken hebben."
Wouter nam een slok van zijn koffie, trok een zuur gezicht en propte er nog een suikerklontje in. Esther volgde het tafreel met verbazing in haar ogen. "Ja," zei Wouter, die alweer driftig in zijn kopje zat te roeren, "als je het mij vraagt zitten er gewoon een aantal rotte appels bij dat bedrijf. En bij het politie korps misschien zelfs ook wel. Er zijn wel eens aangiften binnen gekomen van vreemde ongelukken waarmee ChemCo gelinkt werd, die werden dan doorgestuurd naar hogerhand, maar daar hoorden we vervolgens niets meer over. Het meerendeel verdween op de stapel onopgeloste zaken." Hij tikte zijn lepeltje af en klokte de koffie in een teug naar binnen.
Esther schudde zachtjes haar hoofd en wilde bijna met haar ogen rollen. 'Dat het glazuur niet van zijn tanden springt,' dacht ze bij zichzelf.

Wouter zette gelukzalig zijn lege kopje terug op de salontafel. "Lekkere koffie kan je zetten Esther, heb je nog?"
Esther lachte haar tanden bloot en stond op. "Jij bent echt erg Wouter de Vries, wil je er misschien nog een rose koek bij? Of nee, misschien zo'n rose geglazuurde tompouche?" Lachend pakte ze zijn kopje en liep ermee naar de keuken. Wouter bleef achter met een groot vraagteken in zijn gezicht, waar had zij het nou weer over?

Even later kwam Esther terug met een volle kop koffie en een pak hazelnoot-praline-chocola. Wouters ogen begonnen te glimmen. "Oh lekker Esther, chocola, nou ik word maar verwend hier."
"Je bent een zoetekauw Wouter, maar toch ben je een toffe peer,' zei Esther gekscherend terwijl ze hem een zachte pets tegen zijn hoofd gaf. Wouter dook half weg en stak zijn tong naar haar uit.
Ze ging weer zitten en haar toon werd ernstiger. "Denk je dat het gevaarlijk is als ik probeer die Erik uit te horen?" Ondertussen trok ze het pak cchocola open, brak er een groot stuk van af en gaf die aan Wouter die er gretig een hap van nam.

"Over Saroma weet ik niet veel Esther, maar ik zou maar uitkijken als ik jou was. Als er wat is moet je me gelijk bellen, dan kom ik je direct halen, ik zal je zo mijn nummer geven."
Esther zuchte, "Ik zal proberen uit te vogelen waarom ze die stenen verspreiden, wat daar de reden van is. Het moet gestopt worden, toch?"
"Dat zeker, ik zal ook niet stil zitten en proberen te achterhalen waarom er niets gedaaan is met die vreemde ongelukken. Echt Esther, er zijn mensen aangereden, vergiftigd, van ballustrades de Vaart in geduwd. Allemaal ex-medewerkers van ChemCo, maar er is nooit iets met de aangiften gedaan. Geen dodelijke ongelukken, maar toch"
Wouter legde zijn chocola neer en keek Esther strak aan. "Kijk je alsjeblieft heel goed uit? Ik zou niet willen dat er iets met jou gebeurd."
Esther wapperde met haar hand. "Joh maak je over mij geen zorgen. Ik zal voorzichtig doen."

◇◇◇

Esther gooide een kant en klaar maaltijd in haar magnetron en drukte wat op de knoppen. Ze liep de slaapkamer in en zag een man voorbij het raam lopen. Het was al donker en de straten werden verlicht door het licht van de straatlantaarns. Voorzichtig schoof ze haar felgekleurde gordijnen dicht. Het was een lange dag geweest en ze was moe.
Ze besloot om Manon even te bellen om haar te vertellen hoe het allemaal was gegaan vandaag.

Het duurde een hele tijd voor Manon de telefoon opnam. Aan de andere kant van de lijn hoorde ze een heleboel gehoest en geproest.
"Met Manon," hoorde ze haar vriendin piepen met een zielig stemmetje.
"Hee Nonnie, is alles wel goed? Ik ben vandaag bij die man van Saroma geweest en..."
"Esther... ik ben ziek," snotterde Manon, "ik heb denk ik wat verkeerds gegeten. Ik voel me zo beroerd."
De magnetron piepte en Esther klapte het deurtje open en hengelde met eén hand en een pannenlap de hete maaltijd eruit. "Ach nee toch lieverd, moet ik komen?"
"Nee," proestte Manon, "ik ga zo gelijk slapen, maar als je morgen ochtend langs wil komen. Dat zou ik wel heel lief vinden."
"Ik leef met je mee lieverd, ik kom morgen ochtend bij je kijken. Doe je rustig aan?"
"Ja zal ik doen... sorry ik moet gaan, ik moet kots-bwlaaaaaaagh." Ze hoorde Manon overgeven en werd spotaan misselijk. Haar vriendin had opgehangen en Esther keek met een vies gezicht naar haar kant-en-klaar maaltijd.
"Nou, ik heb geen trek meer," riep ze uit.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro