Hoofdstuk 17

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het eerste wat ik zag, was Gilan's hoofd. Maar niet één keer, maar twee keer. Zijn vier ogen waren roodomrand. Had hij gehuild? Ik voelde een vreemd gevoel in mijn maag. Opeens voelde ik wat omhoogkomen, en Gilan kon nog net een emmer voor me neerzetten voordat ik over het dekbed zou overgeven. Gelukkig zag ik niet meer dubbel, want anders was dit erg smerig geweest. Ik kreeg een beker water aangereikt en spoelde snel mijn mond.

Toen ik klaar was, nam ik mijn omgeving in me op. Ik was in een grote tent, waarschijnlijk een geïmproviseerd ziekenhuis. Er stonden een paar bedden, maar op Gilan en ik na was er niemand.

'Gilan...' begon ik, maar verder kwam ik niet. Gilan omhelsde me zo stevig dat ik bijna geen adem meer kreeg, maar dat maakte me niks uit. Ik knuffelde hem net zo stevig terug.
'Ik dacht dat ik je kwijt was,' fluisterde hij in mijn haar.
Eén mondhoek kwam omhoog terwijl ik terug fluisterde: 'Mij raak je niet zo makkelijk kwijt.'

Na een paar minuten maakte ik me los uit zijn omhelzing. 'Gil, ik moet je wat vertellen.' Aan mijn gezicht zag hij dat het ernst was, en hij verspilde daarom geen tijd aan domme vragen.
Ik trok mijn mond open om wat te zeggen, maar op het geluid van naderende voetstappen sloot ik hem weer.

'Ah, je bent wakker. Ik vroeg me al af of je ooit nog wakker zou worden,' zei, nam ik aan, de dokter. Ik was te moe om hem een pissig antwoord terug te geven, dus zond ik hem mijn meest kwade blik. Hij negeerde hem simpelweg, en ging verder met zijn verhaal. 'je hebt waarschijnlijk al gemerkt dat je je been op meerdere plaatsen gebroken hebt. We hebben het zo goed mogelijk behandeld, maar of het ooit weer goed aan elkaar groeit en of je het ooit weer zoals voorheen zou kunnen gebruiken weet ik niet. En je hebt ook erg hard je hoofd gestoten. Daardoor kan je dubbel gaan zien, en overgeven,' zei hij met een knikje op de emmer die naast het bed stond.
'Wat gebeurt er met je herinneringen als je je hoofd hebt gestoten gehad?' vroeg ik.
De man keek me een beetje vreemd aan, en antwoordde: 'Je kan sommige dingen vergeten, maar het is ook wel eens voorgekomen dat je dingen die je vergeten bent gaat herinneren. Waarom wil je dat weten?'
'Oh gewoon, zomaar,' antwoordde ik vaag.
Ik voelde Gilan's blik, maar negeerde hem. 'Het is ook belangrijk dat je veel rust,' vertelde de dokter me met een blik op Gilan.

'Nou, dat komt dan goed uit, want ik had Gilan net nodig,' zei Halt. Ik schrok me dood, want ik had hem niet de tent binnen horen komen. En Crowley ook niet.
'Gilan, meld je zo snel mogelijk aan het begin van het bos. Daar wacht Jager Mark op je om je je examen ongezien voortbewegen af te leggen,' vertelde Crowley hem. Mij zond hij alleen maar een medelijdende blik.
De examens! Die kan ik zo natuurlijk niet maken. Maar Gilan wel, en als hij slaagt, krijgt hij zijn bronzen Eikenblad. Gilan leek hetzelfde te denken. 'Nee,' zei hij.
'Nee?' herhaalde Crowley. Hij kneep zijn wenkbrauwen samen, waardoor hij er kwaad uitzag. Dat had ik niet van de commandant verwacht. Ik kende hem pas net, maar van wat ik van hem had gezien, werd hij niet zo snel boos.
Gilan stond langzaam op. 'Inderdaad, nee. Carly kan de rest van haar examens niet maken, en dat is mijn schuld. Dan is het ook niet eerlijk als ik straks wel mijn bronzen Eikenblad heb en zij niet. Als iemand dat ding verdiend is het Carly wel.'
Ik pakte zijn hand en gaf er een kneepje in als dankjewel. Crowley keek erg verbaasd, er was vast nog nooit iemand geweest die geweigerd had zijn examens niet te maken, maar Halt keek trots. Daar was ik zeer verbaasd over, maar toen ik knipperde was het weg. Toch wist ik zeker dat ik het gezien had. En ik vermoedde Gilan ook.
'Goed, jij je zin,' stemde Crowley uiteindelijk toe. 'Dit is allemaal jouw schuld, Halt,' vertelde hij de kleine man naast hem. En met die woorden draaide hij zich om en liep de tent uit.
De bebaarde Jager leek onaangetast door de woede van zijn vriend en knikte ons toe als afscheid. Net zo stilletjes als hij gekomen was, liep hij de tent ook weer uit.

'Dat had je echt niet moeten doen,' zei ik toen ik zeker wist dat Halt en Crowley weg waren.
'Ik meende wat ik zei. Als iemand zijn Eikenblad verdiend ben jij het wel. Niet alleen omdat ik zeker weet dat je je examens geweldig zou maken, maar ook om wat je allemaal hiervoor al gedaan hebt.'
Die woorden herinnerden me weer aan wat ik hem had willen zeggen. 'Gil, je moet weten...'

'Ben je er nog?' onderbrak de dokter me. 'Ze moet rusten. Je mag haar morgen weer zien.'
Merde. Ik was de dokter compleet vergeten. Snel gaf ik Gilan nog een knuffel. 'Bedankt,' fluisterde ik.
Hij antwoordde niet, maar gaf een kneepje in mijn schouder.

'Zie je morgen, Lyn,' zei hij als afscheid. Nadat hij weg was gelopen, liet ik me onderuit zakken. Ik voelde me opeens ontzettend moe en voordat ik goed en wel lag, sliep ik al.

>>>------>                                            <------<<<


De daaropvolgende dagen waren erg eentonig. ik kon niet veel meer doen dan in bed liggen, meer inspanning dan dat zorgde ervoor dat ik draaierig werd en moest overgeven. Het enige voordeel was dat Gilan me bijna de hele tijd gezelschap hield. Hij vermaakte me met verhalen van zijn tijd op de Krijgsschool en grappen die hij en wat vrienden hadden uitgehaald. Van de buitenkant leek hij lief en onschuldig, maar hij had best wel wat niet zulke aardige dingen gedaan. Zoals toen hij ooit jaren geleden samen met een vriend ingebroken had in het kantoor van zijn vader en daar op belangrijke documenten had getekend. En geen lieflijke tekeningen. Ik kwam niet meer bij van het lachen toen hij dit vertelde. Het deed erg veel pijn, maar het was het waard. Hoe geweldig die momenten ook waren, ze konden mij toch niet helemaal afleiden van de herinnering die terug was gekomen. Ik wilde dit zo graag me Gilan bespreken, want Gilan zou vast wel een logische verklaring kunnen vinden voor het feit dat Halt ook bij het groepje mensen stond. Het probleem was alleen dat we nooit alleen waren. Altijd was de dokter wel aanwezig, of één van de andere vijftig Jagers. Maar ik zou hoe dan ook een moment vinden dat we konden praten.

>>>------>                                            <------<<<

Eén week later was het moment eindelijk daar. Alle Jagers op Crowley, Halt, Gilan, de dokter en ik na waren weer naar hun eigen leen vertrokken. Ik begreep niet helemaal waarom Crowley hier nog was, maar goed. Een paar dagen geleden had de dokter gezegd dat ik moest oefenen met het lopen op krukken, dus dat deed ik. Hoe langer ik het deed, hoe handiger ik er in begon te worden. Gilan en ik hadden besloten om vandaag buiten te gaan wandelen, nou ja, hij liep, ik strompelde er maar een beetje naast.

Het beloofde een mooie dag te worden. Het zonnetje scheen, en er stond bijna geen wind. Na een tijdje kwamen we bij een omgevallen boomstam aan, waar we op plaatsnamen. 'Ik moet je wat vertellen,' verbrak ik de stilte. Hij gebaarde dat ik kon beginnen, en dat deed ik: 'Toen ik in die coma lag, zag ik Dick.' Ik zag aan de blik in zijn ogen dat hij geen idee had wie dat was. 'Hij was de man die me het zwaardvechten heeft bijgebracht. Hij zei dat ik moest kiezen tussen daar bij hem blijven en doodgaan of teruggaan naar jou en Halt. Na lang nadenken besloot ik dat ik wilde blijven leven. Ik nam afscheid van Dick en liep weg. Hij riep me nog na dat mijn ouders, dat ze niet waren wie ik dacht dat ze waren. Hij had me het pas willen vertellen als ik achttien was, maar als ik goed, héél goed, na zou denken zou ik het antwoord misschien zelf wel te weten komen.'
'En weet je het?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Maar dat was niet alles. Het ene moment was ik met Dick in gesprek, het volgende moment stond ik voor een kasteel. Voor me stonden een man en een vrouw met een baby in hun handen. Met mij in hun handen.'
'Wacht even, wat?! Je zag dat je een stel mensen met jou als baby? Hoe dan?'
'Dan weet ik niet. Maar het wordt nog raarder. Voor die mensen stonden mijn ouders en Dick. De man die mij vasthad vertelde mijn ouders dat ze goed op mij moesten passen en dat ze het ontzettend moeilijk vonden om mij op te geven. Toen zei mijn vader dat hij en Carla, mijn moeder, mij op zouden voeden alsof ik hun eigen kind was. Dick beloofde de man dat hij mij wat vechttechnieken zou leren en dat ze me niks zouden vertellen totdat ik achttien was en er klaar voor was.'
Gilan begon steeds verbaasder te kijken. 'Dat is nog niet eens het meest schokkende gedeelte. Er stond nog een man. Een man die voor mij zou zorgen als mijn ouders en Dick iets zou overkomen. Die man was Halt.'
Gilan zag eruit alsof hij elk moment flauw zou gaan vallen. 'Halt? Weet je zeker dat het niet iemand was die verdacht veel op hem leek?'
'Nee, ik weet zeker dat het Halt was.'
'Maar als dat zo is, kent Halt je ouders.' Opeens bedacht hij zich iets. 'Zei die man die jou vasthad niet dat hij het zo moeilijk vond om jou op te geven?' Toen ik knikte, ging hij verder. 'Dat betekent dat jouw ouders niet je echte ouders zijn, maar je voogden. En die man en vrouw die je zag zijn dus je echte ouders. En er is zelfs een kans dat ze nog leven!'
Dat had ik me nog niet eens gerealiseerd. Eigenlijk zou ik nu super blij moeten zijn met dit nieuws, maar ik voelde geen blijdschap. Die mensen hadden me gewoon opgegeven. Maar misschien was er wel een erg goede reden voor. Ik zuchtte diep.

'We zouden Halt kunnen vragen of hij wat over mijn ouders weet, maar hij gaat het hoogstwaarschijnlijk ontkennen.'
'Dan moeten we het zelf uitzoeken, Lyn. Operatie vindt Carly's ouders is gestart.'

Dit hoofdstuk is wat minder interessant, en ik vind hem ook niet zo goed eigenlijk. Maar goed, straks wordt het spannender (hoop ik).
Wie van jullie lezers heeft nu herfstvakantie? Ik wel, dus dan heb ik gelukkig veel tijd om te schrijven. Helaas moet ik ook veel van die tijd opofferen aan leren, aangezien mijn proefwerkweek over minder dan twee weken begint en anderhalve week duurt. Stomme derde klas. Maar ik moet er maar mee zien te leren leven, hè?

Laat me weten wat jullie van dit hoofdstukje vonden en als je nog tips of tops hebt, laat het me dan weten!

Dag, dag mijn Jagertjes.

Xx Charlie

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro