Helena

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Cassius vroeg me tijdens de audiëntie vandaag – van alle momenten die hij had kunnen kiezen – of hij me iets mocht laten zien in de avond. Plannen die hij al een tijdje had zitten maken, zei hij.

Ik herinnerde me nog dat ik hem op Alexis' trouwfeest gezegd had dat hij moest bewijzen dat hij te vertrouwen viel. Ik twijfelde er niet aan dat dit er iets mee te maken had.

Ik weet trouwens niet meer of ik al gezegd had dat Alexis aan het twijfelen is te verhuizen. Ze wil graag niet te lang meer wachten met kinderen – ik denk dat ze hoopt dat het kind oud genoeg zal zijn tegen de tijd dat ik er niet meer ben. Ik heb haar gezegd dat niets haar ervan weerhoud haar kinderen hier op te voeden, maar daar wilde ze niet naar luisteren.

Ze wil liever een tijdje alleen wonen met haar echtgenoot en een eigen huishouden leiden. Dan kan ze al oefenen voor later, zei ze.

Ik denk dat het hier vreselijk saai gaat worden als ze er niet meer is. Bovendien, wie gaat er dan nog zorgen dat ik ten minste af en toe op tijd in mijn bed lig?

Dat terzijde.

Tussen twee boeren in die kwamen klagen over een stel wolven, die blijkbaar in de buurt van het dorp zitten, kwam Cassius de troonzaal binnen. Met een gebaar van mijn hand gebood ik de wachters aan de wachtende te laten weten dat er even een onderbreking zou plaatsvinden.

'Uwe Majesteit, ik zou iets met u willen bespreken vanavond,' had hij gezegd.

Toen hij er niet meer over uitweidde en ik hem ernaar vroeg, zei hij dat hij nog eens had nagedacht over iets wat ik over het leger had gezegd tijdens één van de afgelopen vergaderingen. Hij had een idee hoe we meer jonge mensen konden aantrekken om zich uit zichzelf aan te sluiten bij onze troepen.

Sinds ik de dienstplicht had afgeschaft voor het grootste deel van de mensen begon er een te kort te ontstaan aan manschappen. Ik heb ze nog nodig om Grandos mee terug te winnen – en voor het geval ik nog eens, per ongeluk, een oorlog ontketen – dus heel ideaal vind ik de situatie niet.

Ik gaf hem mijn toestemming om me later te informeren. Daarna verdween mijn adviseur weer en ging de audiëntie verder waar hij gebleven was. Bij nog meer boeren die kwamen klagen over de wolven die hun schapen hadden vermoord. Ik zou er extra jagers voor moeten inschakelen, aangezien die van het dorp zelf er niet in leken te slagen de beesten te verjagen of te doden.

Het werd nog een lange dag.

Na het avondmaal begaf ik me, op Cassius' verzoek, naar mijn studeerkamer, waar hij met de nodige perkamentrollen voor de deur stond te wachten.

Ik moest hem nageven dat hij, ondanks mijn door mede aangestuurde toestand, geluisterd had naar mijn opmerking. Hij had zijn haar gefatsoeneerd, waardoor het minder was gaan lijken op een nektapijt en meer op een verwaaide bos losse krullen. Het was nog niet helemaal netjes, maar beter dan het kapsel dat hij ervoor had.

'Goed,' zei ik, terwijl ik hem voorging de kamer in. Ik wachtte met verder praten tot ik me in mijn stoel achter de bureau had gezet en Cassius de rollen perkament op de tafel had gelegd. 'Wat wilde u me vertellen?'

'Ik wil alvast zeggen dat mijn idee nogal... onconventioneel is, dus ik weet niet hoe graag u het gaat horen. Ik heb het in een ver verleden ook al voorgesteld aan uw vader, maar hij vond het geen goed idee.' Hij prutste wat aan de wassen zegel die hij had gebruikt om één van de rollen dicht te houden. 'Ik denk echter dat u op dit gebied niet met hem te vergelijken valt. U bent immers koningin en ik denk niet dat u tot hier bent geraakt zonder bepaalde... ongeschreven regels te breken, dus ik denk dat u mijn idee wel zal kunnen appreciëren.'

Ik zou hem een promotie moeten geven alleen al voor het rond de pot draaien. Al was ik niet heel tevreden toen hij begon over de manier waarop ik koningin ben geworden.

Af en toe denk ik wel eens dat mijn adviseurs, zeker diegene die na al die jaren nog steeds sceptisch staan tegenover mijn kunde, vermoeden dat Kaspar niet zomaar vergiftigd is door een jaloers dienstmeisje. Ik heb het verhaal verkondigd met alle geloofwaardigheid die ik in me had, maar liegen is nooit iets geweest wat ik bijzonder graag doe en die oude mannen hadden ongetwijfeld zelf al dingen uitgestoken die ermee te vergelijken vielen.

Ik denk niet dat er veel hoge piefen zijn in dit koninkrijk die gekomen zijn waar ze zijn omdat ze de regeltjes volgden, al hoop ik daar gedurende mijn heerschappij nog verandering in te brengen. Ik wil niet dat Alexis wordt blootgesteld aan dezelfde zakken als ik.

'Zegt u het maar,' zei ik met vernauwde ogen tegen Cassius.

'Wel.' Hij prutste nog wat aan het zegel tot het los kwam en ik een aantal berekeningen te zien kreeg waaruit ik niet veel kon opmaken. Ik zag een nummer bij 'vrouwen' staan en een nummer bij 'mannen', onder beide kolommen nog meer nummertjes met respectievelijk 'ja' en 'nee' erboven geschreven. 'Ik heb met behulp van generaal Quintos een onderzoek uitgevoerd in de buurt-'

'Zonder het te vragen?' vroeg ik niet onder de indruk. En mijn jeugdvriend nog tegen me gebruiken ook.

'We dachten dat we meer kans op slagen zouden hebben als we eerst resultaten hadden die overeenkwamen met ons denkbeeld.'

Ik maakte een wegwerpgebaar met mijn hand. 'Gaat u verder.'

'We hebben dus een onderzoek uitgevoerd in de buurt, om te polsen hoeveel mannen er gewillig zouden zijn om zich bij onze troepen aan te sluiten en daarna hebben we een soortgelijk onderzoek gedaan bij de vrouwen.'

Had ik dat goed gehoord? Hadden ze aan vrouwen gevraagd of ze wilden vechten? Ik beet op mijn tong om niet te laten zien dat hij me daarmee verrast had.

Niet dat ik niet blij was dat te horen. Ik zou zelf niet geaarzeld hebben om me ervoor in te schrijven als ik die kans had gehad toen ik jonger was, voor Bryant ziek werd en de kroon daarmee van mij werd.

'U trekt een gezicht alsof u het er niet mee eens bent.'

Ik rolde met mijn ogen en schudde met mijn hoofd. 'Ik kijk altijd boos als ik nadenk, dat zou u – van alle mensen – nu toch al moeten weten. Praat maar verder.'

'Oké, u hebt een punt.' Er speelde een kleine lach om zijn lippen. 'We dachten dat ze minder enthousiast zouden zijn als we het openlijk zouden vragen, want hun echtgenoten zouden er niet al te blij van worden, dus hebben we de onderzoeken voornamelijk gevoerd in vrouwengezelschappen en tijdens het uitvoeren van de huishoudelijke taken. De meesten – en dan vooral de vrouwen met kinderen – zeiden dat ze hun huishouden niet zomaar konden achterlaten, wat we natuurlijk begrepen, maar toen we een voorstel deden dat er gratis, of tegen een klein deel van hun loon, gezorgd zou worden voor hun huishouden begonnen ze steeds meer in te stemmen. We hebben een goed aantal vrouwen gevonden die bijna net zo enthousiast waren als de mannen.'

Het klonk te mooi om waar te zijn.

'Heeft u ook al een plan voor het voorzien van die huishoudhulp? En wat als hun echtgenoten of andere geprivilegieerde mannen rellen gaan schoppen omdat ze vinden dat vrouwen niet thuishoren in het leger?'

'Voor de huishoudhulp hoopten we dat u een idee zou hebben. Voor de echtgenoten en relschoppers hopen wij, generaal Quintos en ik, als mannen, een goed voorbeeld te geven door te laten zien dat wij er voorstander van zijn en hopen we ook dat de vrouwen zichzelf snel zullen bewijzen als waardige soldaten.'

Ik dacht terug aan wat de hertogin van Xevia me gezegd had toen we thee dronken in de tuinen een hele tijd terug. Ze zei dat veel vrouwen naar me opkeken, naar mijn ongehuwde positie en de macht die ik, als alleenstaande vrouw had. Met de goede woorden zou ik misschien nog meer vrouwen kunnen overtuigen dat ze meer konden dan hen wijsgemaakt werd, meer dan alleen huisvrouw zijn en zorgen voor kinderen.

Ik vraag me af hoe het met haar gaat. Nee. Dat vraag ik me niet af.

'Het klinkt als een goed idee,' zei ik langzaam. Ik vouwde mijn handen in elkaar op het tafelblad en keek mijn adviseur aan.

Zijn ogen straalden alsof hij een kind was dat eindelijk nog eens een nieuw speelgoedje mocht uitkiezen bij de houtbewerker.

'Ik moet toegeven dat het me wel verbaast dat u op dit plan gekomen bent, dat u het ermee eens bent en er zelfs zo gepassioneerd door lijkt te zijn.'

De man schonk me een oprechte lach, voor hij zijn perkamentrol weer oprolde. Hij ademde een paar keer hoorbaar in – zeer irritant – voor hij zijn mond opentrok en zei: 'Toen ik klein was ben ik eens mijn ouders hun kamer binnengelopen en...' Zijn vingers trilden toen hij ze in elkaar haakte. 'Laat ik zeggen dat ik niet mijn vader zag die mijn moeder aan het uitkleden was, maar een vrouw die een paar huizen verderop woonde.'

Ik voelde de kleur uit mijn gezicht trekken voor hij klaar was met spreken.

'Ik hield van mijn moeder. Ik heb er nooit iets over gezegd en ik heb het zeker nooit aangegeven. Het is jammer dat zij nooit een wereld heeft kunnen zien waarin ze meer rechten had, maar ik ben er nog, dus is het minste wat ik kan doen proberen die wereld te creëren, of er in ieder geval mijn steentje voor bijdragen.'

Ik nam aan dat ik daaruit kon afleiden dat hij het van mij ook wist. Ik heb hem er niet naar gevraagd. Het zou het alleen weggegeven hebben als hij het toch niet door had – al lijkt die kans me zeer klein. De kans dat het een val was was echter veel groter.

Ik wilde mijn adviseur graag vertrouwen, maar sommige risico's kan ik beter niet nemen. Niet voor ik met zekerheid kan zeggen dat hij ook echt te vertrouwen valt.

'Goed,' zei ik. 'Ik zal kijken wat ik kan doen voor de huishoudhulp, zolang u dan met Zander – generaal Quintos – regelt dat de vrouwen zonder problemen kunnen aansluiten bij de troepen.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro