17. Ook maar een mens

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ook maar een mens

Sophie hield de touwen waar David aan hing stevig vast. Joseph deed hetzelfde em ze lieten de touwen vieren. Beiden praatten ze tegen David om te horen hoe ver hij was en of hij Koa al kon zien.
Het duurde lang, erg lang, voordat ze David hoorden schreeuwen dat hij hem had. Ze hadden geen idee wat er beneden in de put gebeurde. Zat er nog water in de put of was Koa op de droge grond gevallen? Was hij diep gevallen of maar een halve meter?

Het was doodeng om David naar boven te takelen terwijl zijn zoon in zijn armen lag. Joseph keek af en toe naar Sophie en glimlachte geruststellend naar haar. Het laatste gedeelte was zwaar en Sophie haalde opgelucht adem toen ze het gezicht van David boven de put uit zag komen. Joseph hielp David omhoog, trok Koa uit zijn armen. Sleurde hem met al zijn kracht naar de veilige grond. David viel op de grond. Hij kroop naar zijn zoon toe en zal doen wat elke dokter zal doen. Hij controleerde zijn ademhaling, zijn hartslag. Hij wenkte naar Joseph.

'We brengen hem naar de post.' Zei hij, ze tilden samen de man naar de missiepost toe. Sophie rende erachteraan, geen idee wat juist was om te doen. De twee mannen lieten een spoor van bloed achter, ze keek er huiverend naar en klemde haar kaken op elkaar.

Sophie zat buiten, ze wachtte op een verandering in de situatie. Koa had een lelijke hoofdwond gehad, het had hevig gebloed en David had een snelle foto van zijn pols gemaakt met het portable röntgenapparaat. Ze konden zien dat het gebroken was. Een mooie breuk, recht. Dus ze hadden het in het gips gezet toen Koa nog sliep. Misschien was het door het touw gekomen en anders wel door de klap die hij had gemaakt op de grond. Ze hadden hem verzorgd. Zijn gezicht schoongemaakt van het bloed en modder. Het baarde David echter zorgen dat zijn zoon nog niet wakker was geworden en hij had gebeld met een basis in de buurt die hem naar het ziekenhuis in de stad zal kunnen brengen.

David vertrouwde het niet, had hij gezegd. Hij vertelde dat Koa minstens tien meter naar beneden was gevallen. De grond in de put was nog niet volledig uitgedroogd, het was meer een modderige massa. Dus dat had zijn val gebroken, en toch was het een hevige val geweest.

'Sophie.' Zei David die in de deurpost verscheen. Sophie glimlachte en stond op. Ze sloeg het stof van haar rok af en keek de man aan.

'Gaat hij nog steeds naar het ziekenhuis als hij wakker wordt?' vroeg ze, David haalde zijn schouders op.

'Ik denk niet dat ik hem dan zover krijg, Koa zal zijn leven op het spel zetten om een ziekenhuis te ontwijken.'

'En nu dan?'

'Tja, de dag hier is over, we gaan naar huis en nemen hem mee.'

'Hij is wakker!' hoorden ze de stem van Joseph vanuit de post. Sophie en David stonden op en renden achter elkaar aan naar de kleine kamer waar ze Koa op een bed hadden gelegd. Hij keek wazig en de blik in zijn ogen was angstig geweest.

'Jongen, doe dat nooit meer.' zei David en keek Koa aan.

'Ik heb denk ik het verkeerde touw gepakt.' Zei hij zacht met een grimas op zijn gezicht, 'is het erg?' vroeg hij terwijl hij omhoog krabbelde. Terwijl hij bewoog hield hij zijn arm wijselijk stil en perste zijn lippen samen.

'Je pols is gebroken en er zal zeker een mooi litteken op je voorhoofd verschijnen.' Zei David, hij legde zijn hand op de been van zijn zoon, 'verdomme Koa, ik wil jou nog niet kwijt hé.' Zei hij en schudde zijn hoofd.

'Hier.' Klonk de stem van Sophie zacht, ze had een energiebar in haar hand. Ze had Koa zien trillen. David knikte goedkeurend en opende de bar voor Koa, drukte hem in zijn hand.

'We gaan naar huis, hebben we alles Sophie?' vroeg David. Hij keek haar aan en ze knikte, ze had twee koffers in haar handen en David was verrast. Hoe snel had ze het wel niet voor elkaar gekregen om alles in te pakken.

'En de put dan?' vroeg Koa. Hij zwaaide zijn benen naar de zijkant van het bed en wilde opstaan. Zijn lichaam protesteerde, David zag het, Sophie zag het.

'Hé, even rustig jij, die put komt later wel. Als je nu opstaat ben je weer weg en dat weet je.'

'Pap.' Zuchtte Koa, die met een lijkbleek gezicht vooruit staarde, 'doe niet zo dramatisch.'

'Nee, Koa. Ik rijd de auto hierheen. Daarna stap je in en als je verdomme nog iets te zeggen hebt, gooi ik je uit de auto en kan je naar huis strompelen...als de hyena's je niet pakken.'

Sophie keek naar de gepikeerde dokter en zijn zoon die uit het veld geslagen was door de harde woorden van zijn vader. David keek naar Sophie en wenkte dat ze met hem mee moest lopen. Ze liep stil achter hem aan naar buiten met de koffers in haar handen.

'Weet je wat het is,' begon David terwijl ze de missiepost achter zich lieten, 'hij denkt dat hij alles kan, alles. En hij ís een sterke man, maar toch moet hij niet vergeten dat hij ook maar een mens is. En op momenten als deze kan ik dat gewoon niet uitstaan.'

'En dan kan je hem alleen raken met woorden.'

'Precies, woorden. Dat is het enige waar hij iets om geeft en dan nog is hij zo koppig als wat.' David glimlachte en schudde zijn hoofd, 'hij lijkt op zijn moeder.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro