65. Epiloog

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Epiloog

Vier jaar later

Sophie keek voor zich uit, in de verte zag ze Koa aankomen, gevolgd door Kagiso. Het geweer hing op zijn rug, hij reed zonder zadel. Bewoog op het ritme van het paard. Achter op het paard hing een beest, zag ze en ze glimlachte. Voedsel.

'David, papa is thuis.' Riep ze naar binnen. Het kleine jongetje rende naar buiten, de veranda over en naar zijn vader toe. Koa kwam dichterbij, sprong van zijn paard af en nam David in zijn armen, hij tilde hem op en glimlachte.

'Llechwe?' vroeg David. Koa knikte en keek naar Sophie die tegen de balustrade van de veranda leunde. Haar gele jurk vulde ze met haar slanke figuur. Haar taille was minder strak geworden, haar heupen breder. Haar borsten waren groter geworden en haar wangen wat ronder. Hij hield van haar.

'En Kagiso heeft nog vis gevangen.' Zei Koa. Sophie glimlachte tevreden naar haar gezinnetje. Kagiso sprong van zijn paard en liep naar Sophie toe.

'Kijk, zalm.' Zei hij, 'uit de Maputo.'

'Heerlijk Kagiso.' Zei ze en nam de vissen aan. Kagiso nam de twee paarden mee en bracht ze weg. Koa knikte naar hem en liep naar Sophie toe met kleine David in zijn armen.

'Hoe voel je je?' vroeg hij. Hij legde zijn hand op haar buik en glimlachte. David was bijna vijf en Sophie was zwanger van haar tweede kind, derde als ze Kagiso meetelde. Hij was de zoon van Koa en ze zag hem als haar eigen zoon. Asa, zijn moeder, had de oorlog niet overleefd. Kagiso was mee geweest naar Amerika, had zijn ogen uitgekeken maar leek ook gelukkig om weer terug te zijn. Hij was gegroeid, was haast net zo groot geweest als Koa en werd steeds breder. Nog even en hij was een man.

Ze keek naar Koa, de verf op zijn gezicht brokkelde af, ze nam zijn gezicht in zijn armen en zoende hem. Kuste de verf op zijn wangen.

'Laten we alles klaarmaken.' Zei Sophie en Koa knikte.

Het diner was een feestmaal geweest, ze aten op de veranda. Alle kinderen kregen te eten en zochten een plaatsje om te eten. Het rook heerlijk en Sophie en Koa zaten op de veranda van hun huisje. Een klein wit huisje, gemaakt van hout en dakplaten. De veranda was wit geverfd, een rozenstruik klom naar boven en er hing een heerlijke geur rond het huis. Amerikaanse rozen, had Koa gefluisterd.

Koa had David op zijn schoot getrokken en liet hem spelen met de trouwring die om zijn vinger zat. Rechterhand. David was een slimme jongen, hij speelde veel met Kagiso die hem leerde over de natuur. Sophie gaf hem les in vakken die volgens haar belangrijk waren, andere lessen dan in het dorp gegeven werden. Hij leerde rekenen, schrijven in Engels en Zoeloe. Hij leerde hoe hij moest bouwen van Kagiso en Koa, leerde over de landbouwgewassen en irrigatie. Sophie was trots op de kleine jongen en ze zag hoeveel hij op Koa leek. Hij draaide de ring van zijn vader rond en keek naar zijn moeder.

'Mam.' Zei hij, 'waarom heeft papa geen tien vingers?'

Koa glimlachte, Sophie had hem leren tellen tot tien. Gezegd dat hij zijn vingers daarvoor kon gebruiken. Ze had er niet bij stil gestaan dat het jongetje bij iedereen zal gaan tellen. Sophie keek naar Koa die zijn schouders ophaalde, een grijns op zijn gezicht.

'Soms, kleine jongen, gaat er wel eens iets fout.' Zei hij.

'Mag ik ook acht vingers?' vroeg David plechtig. Koa lachte en schudde zijn hoofd.

'Zorg jij maar dat je al je vingers houdt.' Zei hij lachend, Sophie keek hem liefdevol aan en voelde niets anders dan genegenheid voor de man die zoveel had meegemaakt. De man die zo ver weg was geweest en hier nu zat. Met zijn kinderen, zijn vrouw. En het dorp wat hij had opgebouwd samen met Joseph en Kagiso. Er stonden bijna twintig huizen. Ze hadden alle kinderen opgehaald uit de kampen die op hun namen stonden. Alle kinderen die hun ouders verloren waren. De vrouwen uit Mpuri waren hier ook, iedereen die de strijd had overleefd. Zelfs Mokwema woonde in het dorp.

Naast het dorp, waar de landingsbaan ooit had gezeten, was Koa begonnen met het telen van groentes. Hij had irrigatie aangelegd vanuit de rivier, wat hem weken had gekost om te graven, daarna had hij dagenlang rugpijn.

De grond was zo droog en eerst was het moeizaam geweest maar inmiddels groeiden er verschillende groentes. Kagiso en Koa zorgden voor het vlees, Lilla en Sophie maakten het eten klaar. Sophie zorgde voor de zieken, ze vroeg Phillip Watson zo nu en dan voor een voorraad medicijnen.

Mokwema gaf de kinderen les in de school die ze hadden gebouwd. Er waren honderden kinderen in het dorp terwijl de volwassenen geteld konden worden op één hand. Niemand kwam iets te kort en iedereen hielp waar dat nodig was. Er was genoeg water, er was genoeg eten, er was onderwijs en vreugde. En het meest belangrijk; er was liefde. In de avond keek Koa vanuit de veranda het dorp door en was gelukkig, Sophie sloeg zijn arm om zijn middel en leunde met haar hoofd tegen zijn schouder.

'David wordt zo groot.' Had hij gezegd.

'Ja, net als Kagiso. Hij is bijna groter dan jij.'

'Niet waar, hij blijft mijn kleine zoon hoor.'

Sophie lachte en zoende hem.

'De rozen bloeien goed dit jaar.' Zei ze. Koa had naar de bloemen gekeken en knikte.

'Dat komt door jou.' Zei hij, sloot haar gezicht in zijn handen en drukte een zoen op haar lippen.

'Ik wil hier voor eeuwig met jou zijn, Sophie. Tot we niet meer kunnen.' Fluisterde Koa.

'Wij worden nooit oud, Koa.' Had Sophie geantwoord.

Koa had geglimlacht en naar haar gekeken.

'Kijk.' Zei hij, de zon ging onder en verlichte de rosten tot een gouden berg. Het stak af met de duisterde lucht. Er kwam regen.

Ze keken naar Koa's Umbono die licht leek te geven. Een gouden anker in de storm die het leven was geweest. Koa glimlachte, Sophie glimlachte.

Ze wisten dat zijn ouders naar hem keken vanuit de hemel. Ze waakten over hen. Keken naar hen als zij naar de laatste zon hadden gekeken. Ze keken naar hen om terug te komen in een andere vorm. In de sterren of in de wind die zijn as had gedragen. Ze kwamen naar hen toe als de regen, als de rivier. Ze rouwden om het voorbijgaan van de tijd. Maar ze kwamen altijd weer terug. En zorgden dat ze elke dag een weg vonden naar hun hart.

EINDE

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro