Hoofdstuk 39

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Max

We zijn onderweg.
Mo heeft Jocelyn op zijn rug. Hij is de grootste van ons allemaal, en zegt zelf de zachtste gang te hebben. Hij zorgt ervoor dat ze comfortabel ligt. Aangezien ze op dit moment ballast is, hebben we haar vastgebonden met een lange sjaal. Zacht, maar degelijk en stevig.
Ieder van ons kan de knoop van de sjaal in een fractie van een seconde loskrijgen in onze wolvengedaante, en al helemaal in onze mensengedaante, mochten we onverhoeds aangevallen worden. We zijn niet met zoveel metgezellen, en iedere verdediger van onze tijdelijke pack is meegenomen. Mo kan Jocelyn dan zacht van zich af laten rollen, zodat hij zich in het gevecht kan storten zonder zich zorgen te hoeven maken om haar.
Dit is allemaal uit voorzorg natuurlijk. De bossen zijn veilig.

Ezra en Charlotte hebben aangegeven in White Star te blijven. Het bevalt ze daar, en in Blue Haven hebben ze zich nooit thuis gevoeld. We hadden verwacht dat de andere negen ex-gehypnotiseerden mee zouden willen, maar daarvan hebben er zeven aangegeven graag te willen blijven. Veel ervan waren voordat ze door Isabel waren gekaapt een rogue, of voelden zich net zoals Ezra niet thuis in hun huidige pack of woonplaats. Reden om een frisse start te maken in dit aparte afgelegen stadje.

Uiteindelijk zijn we met ons oorspronkelijk viertal, aangevuld met vier vrouwen bestaande uit Vivian en Rosalinde -onze mates-, Isabel als gevangene en Jocelyn die bewusteloos is. Onderhand zal het wel een coma heten. We proberen er niet te veel bij na te denken wat dit kan betekenen.
De twee overgebleven wachten vervolledigen onze pack en heten Vlad en Michael. Het zijn twee donkergrijze grote wolven met rode ogen en gele tanden. Als mannen zijn het donkere, zwijgzame types. Vrienden van het eerste uur die het nodige hebben meegemaakt, en nu een kansje willen wagen bij Blue Water. Het zijn mannen van ongeveer veertig jaar, maar doen ondanks dat ze de oudsten zijn -op Isabel na- niet moeilijk over het leiderschap. Mo blijft onze aanvoerder, en doet dat met verve.

We hebben absoluut geen last van Isabel. Ze is een modelgevangene, en daarom durven we het ook aan om haar als wolf mee te laten rennen. Ondertussen zijn we allemaal overtuigd van haar honderdtachtig graden-ommezwaai, al zorgt Mo er wel voor dat er altijd iemand op haar let. Ze is volgzaam en mak. De schuld van haar daden uit het verleden drukt zwaar op haar, en je zou kunnen zeggen dat zij het meest uitkijkt naar het eindpunt wat Blue Water is, over ruim twee dagen. Ze snakt naar een inlossing van haar schuld.

Joris en Vivian bevinden zich naast elkaar, en ook ik heb mijn plaatsje naast mijn mate gevonden. De anderen sturen mentaal af en toe wat afgunstige vibes naar ons, maar dat laten we lekker hun probleem. Het glijdt moeiteloos van ons af.
We hebben Mo beloofd wel goed op de omgeving te letten, en dat doen we dan ook trouw. De straf is dat we anders niet meer naast onze mate mogen rennen deze reis, en hoewel erg streng, begrijpen we dat wel.

Zo verloopt de eerste dag, en na enkele korte rustpauzes, maken we ons uiteindelijk klaar voor de eerste nacht. Een open plek omringt door enkele struiken voordat het bos weer begint lijkt ons wel wat. Zeker gezien het feit dat er ook wat rotsblokken her en der verspreid liggen, waardoor ze voor wat dekking in de rug zorgen.
Door de rugzakken hebben we behalve de nodige bagage ook vers eten mee kunnen nemen, maar Mo -ontdaan van zijn last-, maakt van de gelegenheid gebruik om zijn spieren los te schudden en nog even te gaan jagen. Kamiel doet mee, voornamelijk om even weg te zijn van ons 'kleffe gedoe'. Zijn woorden, niet de mijne.

Vlad en Michael kan het allemaal niks schelen. Ze hebben een kaartspelletje meegenomen, en zonderen zich af van ons, wachtend tot hun eten arriveert. Isabel zit naast Jocelyn -die we vlak bij een hoog rotsblok hebben gelegd- en wij daar weer naast. Af en toe kijken we met een schuin oog naar ze en naar de omgeving. We kletsen wat af en hebben het onder andere over onze toekomst en de gebruikelijke koetjes en kalfjes.
Een wacht uitzetten lijkt ons niet nodig.

Op het moment dat Kamiel opmerkt: "Joris en Mo blijven nu wel erg lang weg," barst de hel los.

Enkele grote donkere wolven betreden de open plek en doordat het begint te schemeren, zorgt het voor een sinistere aanblik. Hun gejank gaat door merg en been en we schrikken ons rot.

Jong en in de kracht van ons leven als we zijn, scheuren onze kleren in een oogwenk van ons af als we in onze wolf veranderen, en ik voel de spijt van Roos als ze vluchtig naar de geruïneerde outfits kijkt. Maar we hebben onze rugtassen, en als we dit overleven, kunnen we ons allemaal kleden. Dus de focus is al snel op onze aanvallers gericht, en we staan schoft aan schoft om ons te verdedigen tegen deze groep vijanden.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro