II

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Liv, Marcus verwacht je in zijn tent.'
Het was Maurits die haar riep. Liv haalde diep adem en blies het weer langzaam uit. Ze knikte even naar Maurits en liep de tent binnen. Daar stond een tafel, voor de raad om te overleggen. Marcus zat aan het hoofd.
'Ga zitten.' zei hij bot. Liv pakte een stoel, schoof hem naar achter en ging zitten. Ze zat aan het andere eind van de tafel.
'Dus, ik wil het even ergens met jou over hebben,' begon Marcus. 'De laatste tijd doe je niks als wij op roof tochten uitgaan.'
Een stilte volgde.
'En je weet de voorwaarden.'
Liv wiebelde ongemakkelijk heen en weer op haar stoel. Marcus was opgestaan van zijn stoel en keek haar aan. Gegeneerd ging ze staan en wachtte tot hij iets zou zeggen.
'Deze keer, Liv, buig ik de voorwaarden een beetje. Als dit nog een keer gebeurt, weet je wat er jou te wachten staat.'
Liv knikte.
'Je mag gaan.'
Liv stond snel op, wierp nog een blik over haar schouders naar Marcus, die inmiddels al weer was gaan zitten en een stapel papieren tevoorschijn had gehaald en liep de tent uit.

Toen ze buiten was, ademde ze even alle zenuwen uit. Ze zou terug naar haar tent gaan. Misschien ook nog even een bezoekje aan Zelian geven. Hij vond bezoekjes het allerlekkerste wat er bestond.

Ze hoorde een geroezemoes van buiten haar tent komen. Toen ze haar hoofd uit de opening stak, zag ze iedereen staan om het platform. Het was Marcus die weer eens een toespraak zou gaan houden. Liv stapte uit haar tent en ging erbij staan.
'Dames en heren!' begon hij zijn toespraak. 'Derando was een succes! Morgen gaan we Tiera aanvallen. Dit keer hadden we geluk wat de Jager-helden betreft.' Daarbij keek hij naar Liv. Zij wendde haar hoofd af. 'Dit kan veranderen. Ze kunnen elk moment verschijnen. Daar zijn ze goed in, dus ik zou maar oppassen. Voor nu was dit de toespraak. Ik kan alleen nog zeggen: Eet smakelijk!'

Het eten was niet zo heel lekker. Het was half aangebrand vanwege een nieuwe kok. Liv was meer bezig met de verbrandde stukjes afsnijden, dan eten zelf. daarbij kon zij waarschijnlijk beter koken dan die gast die nu bezig was. Na haar maaltijd ging ze nog even naar Zelians stal. Zijn stal was eigenlijk niks. Marcus had zijn mensen bevolen om snel een plekje te maken voor alle paarden. Ze hadden een hek in elkaar geflanst en snel een dakje erboven gemaakt.
Zelian hoorde Liv al aankomen en begon zachtjes te hinniken. Liv pakte het hoofd van Zelian zachtjes vast en fluisterde in zijn oor.
'Ik ga ons hieruit krijgen. Dat beloof ik.'
Ze aaide nog even over zijn zachte neus en ging toen terug naar haar tent.

De volgende dag was iedereen al druk in de weer voor het volgende doel genaamd, Tiera. Het was weer hetzelfde riedeltje. Marcus en de hoge raadsleden voorop op hun paarden, alle mensen die een paard hadden erachteraan en de rest die lopend waren helemaal achteraan. Dat waren er vaak niet zo veel. Een stuk of twintig, dertig.

Even later, toen de groep stil stond, wachtten we allemaal op het startsignaal. De rode vlag kwam weer tevoorschijn en Marcus begon ermee te wapperen. De groep kwam in beweging. Liv wilde rechtdoor gaan, terwijl de rest naar rechts zou gaan.

'Liv!' hoorde ze toen. Ze draaide zich om en zag Marcus. 'Je weet van onze afspraak.' zei hij toen scherp. Liv zuchtte en knikte. Ze draaide Zelian de juiste richting op en begon een huisje uit te zoeken.

Ietsje verderop van het dorpje Tiera vandaan was een huisje. Liv liep naar binnen. Het was al lang verlaten. Dat wist ze door de stof die op de meubels lag. De bewoners waren wel halsoverkop weggegaan. Al hun dure spulletjes lagen er nog.
Liv dacht dat ze nu wel even onder Marcus uit kon komen. Ze stak haar hand uit naar een kistje dat op een kastje in een slaapkamertje stond. Ze legde haar hand op het slotje. Die was zonder sleutel open te krijgen. Ze wilde het slotje openmaken, toen ineens uit het niets een een ijzersterke greep haar hand vast pakte.

Liv schrok. Toch waren haar reflexen best snel, maar niet zo snel als de ogen van de persoon die nu haar pols vasthield. Een ijzige, mannelijke stem begon te spreken.
'Nog wat verder met die andere hand naar je riem en ik snij je keel door.'
Ze draaide haar hoofd naar rechts. Liv had geprobeerd een mes van haar riem te trekken, maar een mannelijk figuur hield haar tegen. Hij had een blauwe cape aan. Zijn gezicht was moeilijk zichtbaar door de schaduw. Het was ook donker in de kamer, dus was het nog moeilijker te zien. Wat ze wel kon zien, waren twee felle blauwe ogen. De felle blauwe ogen stonden hard en uitdrukkingloos naar Liv te kijken. Met veel moeite kon ze ook een lok blond haar zien. Dat lokje haar hing over zijn wenkbrauw, nog net niet over zijn oog.

'Leg je buit neer.' zei de jongen bars. Hij zag er, als je ontzettend veel moeite deed, immers nog uit als een jongen. Liv liet langzaam haar zak op de grond vallen die ze ook aan haar riem had. Wat de jongen niet wist was dat ze nog een extra, geheim zakje in haar zwarte cape had genaaid, waar ze super kostbare en kleine spulletjes kon bewaren. En als ze met dit soort situaties in aanmerking kwam, dan kon ze gewoon de minder kostbare spullen neerleggen. Plus ze zou dan geen bonje krijgen met Marcus. Ze had ook dit trucje na de waarschuwing bedacht. Voor het geval dat.

'Als ik je nog een keer zie in een huisje waar je niet hoort, dan neem ik je mee als gevangene.'
De jongen in de blauwe cape liet Livs hand los en wees naar de deur. De felle blauwe ogen spraken nu wel. Ze zeiden dat ze heel snel weg moest gaan, anders zouden die consequenties nu al voor haar zijn. Ze liep snel naar de deur en ging naar buiten. Met een scheve grijns op haar gezicht pakte ze snel Zelian en reed ze snel terug naar de plek waar Marcus en zijn raadsleden stonden. Ze was zojuist een Jager-held tegen het lijf gelopen en hem nog eens te slim afgeweest.

Toen Liv was aangekomen bij de plaats waar Marcus en zijn raadsleden stonden begon iedereen haar al met een bekritiserend oog te bekijken.

'Waar is je buit Liv?' vroeg Marcus scherp. Liv pakte de rand van haar zwarte mantel en trok die opzij. Daar zag Marcus het uitpuilende zakje. Er staken een paar gouden kettingen uit over de rand en er waren veel schitteringen van al het zilver.
Marcus knikte even naar Liv en ze draaide zich om en reed Zelian naar een rustiger plekje, uit de buurt van Marcus en zijn raadsleden.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro