3. Als woede wint

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Een harde klap galmde door de ruimte, direct werd het muisstil. Wolslachter sloeg zijn hand nogmaals op de houten weddenschapstafel. 'Dames en heren het tweede gevecht van de avond gaat beginnen. Het is Miracle tegen Engeldoder.'

Nicka kon een klein lachje niet onderdrukken bij het horen van haar nieuwe bijnaam.
Wolslachter probeerde ook elke situatie uit te buiten. Die vrek.

Ze draaide haar hoofd weer terug naar de kooi en nam haar tegenstander in zich op. Mirahs blauwe glittershirtje glinsterde in het licht van de bouwlampen.

'Het is hier geen modeshow,' siste Nicka. Een lachsalvo steeg op vanuit het publiek.
Mirah lachte gespeeld. 'Jouw bloed steekt vast mooi af tegen het blauw.'

'Je hebt het zeker aangetrokken, omdat jouw blauwe bloed dan niet zichtbaar is.' Nicka schopte met haar voet tegen de kooi. Het geluid weergalmde door de schuur. De show stond op het punt om te beginnen en zij zou er als winnaar uitkomen.

'Drie,' galmde Wolslachters stem door de Pit. Direct werd hij bijgevallen door het publiek. Nicka staarde naar haar vuisten en haalde diep adem. Ze was dus nu een Engeldoder. Dan moest ze die reputatie waarmaken.

'Twee.' Opnieuw vloog de vlinder door haar lichaam, terwijl ze diep ademhaalde. Ze moest voorzichtig zijn. Mirah was een tacticus. Ze had haar vaak genoeg zien vechten om dat te weten.

'Een.' De vlinder vloog uit Nicka's lichaam, alle gedachten met zich meesleurend. Het was tijd om te doen waar ze de afgelopen jaren zo goed in was geworden.

'Vecht!'

Nicka schoot direct naar voren, zich afzettend tegen de kooi. Ze sloeg haar vuist naar voren, richtend op Mirahs kaak. Mirah vloog een eind opzij met de klap. Nicka grijnsde. Dat zou een mooie blauwe plek worden. Snel maakte zich klaar voor een volgende stoot, maar Mirah zag het ditmaal aankomen. Het meisje dook weg en trapte tegen haar been.

Pijn schoot door Nicka's lichaam, zich vermengd met haar woede. 'Vuile...' Snel draaide ze zich om. Ze zou het stadsmeisje echt niet laten winnen. Er was geen blauwe haar op haar hoofd die daaraan dacht. Ze had deze overwinning nodig, voor haar tegenstander was dit slechts een bijverdienste. Snel maakte ze een schijnbeweging, gevolgd door een serie felle trappen. Haar tegenstander wist de meeste te ontwijken door snel aan de kant te springen en naar de andere kant van de kooi te rennen.

'Ach, ben je bang?' Nicka schopte tegen de metalen kooi. Een echo galmde door de Pit tot het juichende publiek het geluid overstemde. 'Als je wegrent, win je dit gevecht nooit.'

'Ik ben niet bang, maar ik wil geen energie verspillen aan een Engeldoder. Wat heb je gedaan om die naam te krijgen?'

Woede brandde door Nicka's aderen. Het gesprek was maar een spelletje om het publiek te entertainen, maar het voelde niet fijn. 'Dat zou jij wel willen weten.' Met grote passen stapte ze op Mirah aan. Ze kon er beter een einde aanmaken. Ze had geen zin in een saai woordenspel. Snel viel ze aan. Haar vuisten botsten tegen Mirah en ze voelde dat ze werd opgeslokt door de brandende haat voor het meisje.

Pijn schoot door haar lichaam, terwijl Mirah als een tijger terug vocht.

'Nicka,' zei Mirah tussen een serie klappen door. Het was te zacht voor het publiek om te horen. 'Jij hebt vast wel meer engelen vermoord dan Haeven alleen.' Ze wist het.

'Hoe kom je daarbij?' Nicka gaf haar tegenstander een harde trap in haar buik. De kooi trilde toen Mirah tegen het gaas vloog.

'Een egoïst als jij is gedoemd om een moordenaar te worden.'

De lucht ontsnapte uit Nicka's longen. Haar tegenstander had geen idee hoe dicht ze bij de waarheid zat. Ze zou het nooit hoeven weten. Ze maakte zich klaar om een stoot uit te delen toen iets hards tegen haar hoofd botste. Lichtflitsen vlogen voor haar ogen langs en de wereld vervaagde. Het gejuich van het publiek klonk ver weg, maar toen haar lichaam de mat raakte kwam alles met een klap terug. Mirah had haar met een linkse slag verrast. Snel probeerde ze overeind te krabbelen, maar haar tegenstander duwde haar terug naar de grond.

Er was een grijns op het gezicht van het meisje te lezen. Haar olijfkleurige huid glansde in het licht van de lampen. 'Esmay heeft me precies verteld hoe ik je af kon leiden. Je bedankt haar straks voor me, niet?'

Een vuist kwam recht op Nicka's gezicht af. Ze probeerde haar hoofd weg te draaien, maar het was te laat. De ruimte om haar heen veranderde in een bekende duisternis. Mirahs woorden bleven door haar hoofd dansen toen de wereld was verdwenen. Ze had verloren.

Ze was verraden.

Wanneer je valt, komt er een moment waarop je moet opstaan. Je kunt niet eeuwig naar het plafond blijven staren, wachtend tot iemand een hand naar je uitsteekt. Niet in Halover. Nicka plaatste haar handen tegen het schuimrubber en duwde zich overeind. Mirah had de kooi al verlaten en het publiek was bezig met het innen van het gewonnen geld. Niemand lette meer op haar. Het was de prijs van verliezen.

Zonder iemand aan te kijken trok ze de deur van de kooi open en liep door het vip gedeelte de Pit uit. Op geld hoefde ze niet te rekenen. Wolslachter betaalde verliezers geen rooie cent. Haar enige beloning was zeurende pijn. Al lopend wikkelde ze de bandages van haar handen, waarna ze de deur open trok en de gang op liep. Die vuile Esmay... Wat een verrader.

Zodra ze Nicka het gebouw verliet, kwam de koude buitenlucht haar tegemoet. Ze bleef even staan en haalde diep adem, de woede in haar tot kalmte manend. Haar leven was altijd ruig geweest. Dit hoorde erbij. Als ze haar volgende gevecht won, kon ze wel weer vooruit. Het ergste wat kon gebeuren, was dat ze haar abonnement bij de sportschool niet kon verlengen of ze een paar weken droog brood moest eten. Het kwam wel weer goed. Het was altijd goed gekomen.

Kippenvel vormde zich op haar armen toen ze de nacht verder in liep. Achter zich hoorde ze het piepen van de deur. Met een ruk draaide zich om. Ze verwachtte Wolslachter, Esmay of misschien Mirah, maar geen van hen stonden in de deuropening. In plaats daarvan stond er een man met gebleekt haar. Hij ritste zijn jas dicht en liep haar richting uit. Een glimlach verscheen op zijn gerimpelde gezicht. 'Mooi gevecht, Engeldoder.'

'Wat moet je?' siste Nicka wantrouwend, terwijl ze zich probeerde te herinneren of hij wel of niet met Wolslachter bevriend was. Ze wilde niet de verkeerde uitschelden.

De man lachte zacht. 'Rustig, ik had alleen een verzoek voor je. Heb je geld nodig?'

Ze had hem nog nooit met de baas van de Pit zien praten. Ze had vrij spel, besloot ze. 'Dat zijn jouw zaken niet.' Wantrouwig nam ze hem in zich op. Wat hij ook van haar wilde, hij kreeg het niet.

De man knikte langzaam en greep in zijn jaszak. Hij haalde er een biljet van twintig uit. 'Als je me wilt helpen, kan ik je dit als voorschot geven.'

Aarzelend keek ze naar het biljet. Het was niet veel, maar genoeg om een paar dagen van te leven. 'Stel, ik ga met je in zee... Wat moet ik dan voor je doen?'

'De blauwen een kleine leugen vertellen.' De man keek haar aan, alsof hij verwachtte dat ze direct het biljet uit zijn hand zou trekken. Een grote inschattingsfout. Ze was dan wel brutaal en in geldnood, gretig genoeg was ze niet. Als ze ook maar een woord tegen de politie zei, zou heel Halover zich tegen haar keren.

'Dus ik moet mijn carrière op het spel zetten voor een voorschot van twintig euro?'

De man lachte en liep wat verder bij de Pit vandaan. 'Wolslachter zei het al, een verstandige jongedame.'

Ze kon een scheldwoord nog net onderdrukken. Hij kende Wolslachter wel. Ze volgde hem, zijn bewegingen goed in de gaten houdend. Ze had hem toch nog niet uitgescholden?

'Luister, Engeldoder, die twintig euro geef ik je nu als zwijggeld. Als je morgen naar mijn huis komt bespreken we de zaak verder. Als je niet komt, dan houden we beiden onze mond en vergeten we dit gesprek.'

Ze keek hem in zijn bruine ogen. Misschien kon dit toch interessant worden. En anders had ze in elk geval twintig euro verdiend. 'Over hoeveel geld praten we?'

'Ik geef je vijfhonderd euro en de garantie dat je je baan houdt.' Het gezicht van de man stond serieus.

Even aarzelde Nicka. Kon ze hem hierin vertrouwen? Ze kon in elk geval komen. Nee zeggen was later ook nog een optie. 'Waar ontmoet ik je?'

'Reverslaan 31. Om tien uur 's avonds?' De man stak zijn hand uit. Het eurobiljet wiebelde in de wind.

Ze pakte het snel vast. 'Ik zie je daar.' Ze versnelde haar pas, de onbekende man achter zich latend. Toen realiseerde ze zich iets. Met een ruk kwam ze tot stilstand en draaide zich om. 'Noem me de volgende keer Nicka, geen Engeldoder.'

De man gaf haar een zacht knikje. 'Ik zal er om denken.' Hij stak groetend zijn hand op en liep terug richting de Pit.

Nicka keek hem na. Hij kon beter een man van zijn woord zijn. Als ze hierdoor in de problemen kwam, zou ze hem laten zien hoe goed ze kon vechten. Dan maakte het niks meer uit dat hij Wolslachter kende. Sommige dingen waren een paar blauwe plekken waard.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro