Hoofdstuk 28.2

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Gaby draait zich met een ruk om. 'Dus toch?' vraagt ze. 'Het was wel Matthijs die–'

'Niet te snel,' zeg ik, waarmee ik woorden herhaal die ik eerder ook al heb gezegd. 'Dat is nog niet het hele verhaal.'

Ze sluit haar mond weer.

'Toen Finn op een dag thuiskwam van zijn werk, zat Matthijs op de stoep voor zijn voordeur.'

Gaby lijkt te willen reageren, maar houdt zich toch in.

'Finn had hem toen nog nooit eerder gezien, dus hij wist niet wie Matthijs was,' ga ik verder. 'Matthijs stelde zichzelf voor als zijn stiefvader en vroeg of hij naar binnen mocht komen, maar Finn zei nee.' Ik weet nog hoe blij ik op dat moment was geweest: ik had wel kunnen juichen. 'Wel raakten ze in gesprek. Matthijs bleef vragen of ze naar binnen konden – hij gebruikte zelfs excuses dat hij het koud had – maar Finn hield vast terwijl hij meer vragen stelde, bijvoorbeeld over hoe de relatie tussen Matthijs en Anne-Marie in elkaar zat. Hij wilde het verhaal ook van een andere bron horen.'

'En?' vraagt Gaby, die voelt dat er iets verkeerds aan zit te komen.

'Matthijs wist precies wat hij moest zeggen om Finn van streek te maken,' zeg ik. 'Hij wilde het vertrouwen van Finn winnen en dacht dat te kunnen doen door een andere versie dan de waarheid te vertellen.' Ik vouw mijn handen samen en draai mijn duimen om elkaar heen. 'Dat is nu juist waar Finn moeite mee had. Het verhaal dat zijn leven al zo op zijn kop had gezet, werd nu afgeschilderd als onwaar en er kwam een nieuw verhaal bij dat hem nog meer in verwarring bracht.'

'Wat zei Matthijs dan?'

Ik geef mezelf een paar seconden om Matthijs' exacte woorden weer voor de geest te halen. 'Dat Anne-Marie wel schuldig was aan de dood van Rick, dat Stijn en Evelien medeplichtig waren geweest en dat ik niet eens bestond. Je weet zelf dat dat niet klopt, natuurlijk, maar voor Finn was dit te veel. Hij wist niet meer naar wie hij toe kon om de waarheid te achterhalen – of zelfs maar te vertellen wat hem was overkomen.'

'Maar hoe hielp dat Matthijs om Finn te–'

Voordat ik het me besef, is het eruit. 'Matthijs heeft Finn niet gedood,' zeg ik. 'Dat had hij wel gewild, maar hij heeft het niet gedaan.'

Die woorden lijken nu echt binnen te komen bij Gaby, maar het zorgt eerder voor verwarring dan voor opluchting. Ze wil dat het Matthijs was geweest: het is makkelijk om hem de schuld te geven.

'Na dat gesprek heeft Finn Matthijs weggestuurd en is hij zijn huis binnengegaan. Hij was alleen.'

'Is dit de avond van zijn dood?'

Ik knik. 'Hij was alleen, had niemand om mee te praten, maar had een heleboel om over na te denken,' ga ik verder. 'Hij had een heleboel informatie, maar met dank aan Matthijs kon hij daar geen kloppend verhaal van maken. Hij zat dus vooral in de knoop met zichzelf en de wereld en zag geen uitweg.'

'Ik denk niet dat ik het snap,' zegt Gaby.

Daar was ik al bang voor. 'Wat je vooral moet begrijpen, is hoe het er aan toe ging in Finns hoofd. Hij was in de war, dacht dat hij niemand meer kon vertrouwen en wist niet meer wat waarheid was. Alles was voor hem veranderd en hij kon er niet mee omgaan.'

Maar om eerlijk te zijn, begrijp ik tot op de dag van vandaag ook niet helemaal wat er door Finn heen ging die ene dag. Hij zat zo in zijn hoofd en moest zich radeloos gevoeld hebben met alles wat hij wist, wat tegelijkertijd alles en niets was. Het kon niet makkelijk geweest zijn.

'Toen het langzaam donker werd, verdween hij een tijdje uit het zicht. Ik neem aan dat hij op de bovenverdieping van zijn huis was; daar kon ik hem niet zien. Normaal gesproken is dat voor mij het moment om naar huis te vertrekken, maar ik voelde dat er iets niet pluis was, dus ik bleef wachten tot hij terugkwam. Dat duurde even, maar toen het zo ver was, had hij een touw bij zich. Op hetzelfde moment deed hij het licht van de woonkamer uit, waardoor ik hem moeilijk kon zien en gedwongen werd dichterbij te komen.'

'Waar was je?' vraagt Gaby. Haar stem klinkt als dat van een klein meisje dat een horrorverhaal aanhoort.

'In de tuin,' zeg ik. 'Ik zag hoe hij een stoel naar het midden van de kamer trok en een of andere constructie bouwde aan het plafond. Pas te laat viel mij op wat hij aan het doen was.'

Ook Gaby lijkt nog niet door te hebben naar welk moment ik opbouw. Haar gezichtsuitdrukking blijft hetzelfde: nieuwsgierig, verward en gespannen.

Op het moment dat ik dat zie, gooi ik mijn plannen om een goed opgebouwd verhaal te vertellen uit het raam. Ze wil weten wat er gebeurd is, zonder al mijn toevoegingen en uitleg, en dat verdient ze ook te weten.

'Zelfmoord,' gooi ik er dan uit. 'Hij hing een touw op aan de ventilator aan het plafond om zelfmoord te plegen.'

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro