5.

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Remus friemelde met de mouwen van zijn trui. "Is alles oké?..." Hij begon nerveus te worden. Zijn handen voelde koud en hij was er zeker van dat alle kleur uit zijn gezicht was getrokken. Zijn hart bonkte pijnlijk hard in zijn borstkast, hij nam trillerig adem en zette een nerveuze nep-lach op zijn gezicht.

Sirius, James en Peter stonden voor hem in hun kamer en keken hem recht in zijn ogen aan. James leek te proberen Remus' emoties te lezen. Sirius, aan de andere hand, leek te zoeken naar de juiste woorden om mee te starten.

"Remus," ademde Sirius uit en schraapte zijn keel. "Remus, wewetendatjeeenweerwolfbent."

Remus wist dat hij het niet verkeerd had gehoord. Sirius had in één adem gesproken, struikelend over zijn woorden, in zo'n on-Sirius manier, dat Remus, al wist hij dat hij het juist had gehoord, het niet kon helpen om te vragen;

"Wat zei je?"

Sirius ademde weer in. "Je bent een weerwolf Remus. We weten het." Remus' bloed stroomde weg uit zijn brein en hij kon zijn vrienden alleen maar aangapen. Peter bleef bezorgde blikken naar James sturen en James keek Remus' nog steeds doordringend aan, alsof hij zijn gedachten wilden lezen.

"Ik-" begon Remus. "Ik ben-"

Sirius hief zijn hand op om hem te stoppen. "Het heeft geen zin, Remus. We weten het. We weten het zeker. Maar-" Hij stak zijn hand weer omhoog toen Remus wilde protesteren en zeggen dat het hem speet en dat hij voor altijd bij ze vandaan zou blijven. "Maar het boeit ons niet. James, Peter en ik wilde zeggen, dat het ons niets boeit dat je een weerwolf bent, Remus."

Er was zoveel zekerheid in Sirius' stem, zijn toon was zo definitief, er welde tranen op in Remus' ogen. De onzekerheid in hem was eindelijk weggevaagd en hij kon niet helpen om tranen te laten stromen. Beschaamd, legde hij zijn hoofd in zijn handen en veegde ze furieus weg.

Sirius grinnikte. "Je dacht toch niet dat we boos zouden zijn? Ik bedoel, ik was boos dat je het ons niet had verteld zodat we konden helpen, maar je realiseert je toch wel dat er niks mis met je is, niks dat ons bij je uit de buurt zou halen, toch?"

Remus registreerde haast niet wat hij zei. Hij snotterde zachtjes in zijn handpalmen, proberend zijn tranen te stoppen. Hij voelde James aan zijn ene zijde zitten, en hij voelde dat hij een hand op zijn schouder legde. Toen voelde hij Sirius aan de andere kant zitten.

"Remus," sprak James. "Je bent onze beste vriend. Zelfs als we hadden uitgevonden dat je iemand had vermoord, dan zouden we nog vragen of je het lichaam wel goed hebt verstopt."

Remus liet een licht hysterische lach horen.

"Ik denk dat hij hysterisch is." Fluisterde Peter. Remus was het helemaal met hem eens.

"Remus, Rem," zei Sirius terwijl hij over Remus' rug wreef. "Alles komt goed. Je hoeft hier niet meer alleen doorheen te gaan."

Remus hief zijn hoofd nieuwschierig op naar zijn vriend. "Wat-" Hij schraapte zijn keel. "Wat bedoel je?"

Sirius grijnsde breed.

"We hebben een plan."

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro