Hoofdstuk 30

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het kantoor van de heer Vargas was groter dan het eenvoudige kamertje waar we net vandaan waren gekomen. Het had een vreemde driehoekige vorm. De wanden liepen achterin uit in een punt en elke vierkante centimeter was bedekt met boeken. De rijen liepen zo hoog op dat ik het plafond vanuit mijn positie net onder de deurpost niet kon zien. In het centrum van dit alles stond een tafel van hetzelfde hout als de deur. Papieren lagen in nette stapeltjes op elkaar en een kaars bescheen een half beschreven blad.
    Ik had bijna geen oog voor dat alles. Achter het bureau zat namelijk James' pleegvader, die me met priemende blik aankeek. Zijn bakkebaarden liepen tot halverwege zijn kaak en hadden dezelfde grove structuur als zijn dikke grijze wenkbrauwen. Zijn hoofd was gladgeschoren als het oppervlak van een rustige vijver.
    Een moment lang hielden zijn donkere ogen de mijne vast. Zijn pupil was amper te onderscheiden in zijn pikzwarte iris. Door zijn intimiderende uiterlijk moest ik veel moeite doen om mijn blik niet af te wenden. Ik rechtte mijn schouders en hoopte dat hij me ondanks mijn drijfnatte en niet erg deftige entree, positief in zou schatten. 

Een glimlach brak door op zijn gebruinde gezicht en zijn ogen fonkelden. 
    "Hola belleza" begroette hij me terwijl hij zijn pen neerlegde, "waaraan danken wij uw bezoek?"
    Een onhoorbare zucht van verlichting ontsnapte me. Zonder het door te hebben had ik al die tijd mijn adem ingehouden.
    "Met uw welnemen zou ik graag mevrouw Jones spreken. Ik denk dat zij de enige is die me op dit moment kan helpen."
    Hij fronste plots serieus zijn wenkbrauwen.
    "Heeft u problemen, señora?"
    "Niets dat urgent is, meneer Vargas. Als gevolg van enkele onfortuinlijke problemen thuis en een samenloop van onvoorziene omstandigheden "-ik nam een korte adempauze na het uitspugen van zo'n lange zin-"ben ik opzoek naar een slaapplek voor een aantal nachten. Mevrouw Jones weet mij vast wel te helpen."
    Een zo mogelijk nog bredere glimlach deelde zijn gezicht in tweeën.
    "Dus eigenlijk vraagt u alleen een overnachting? Maar preciosa, dat is geen probleem. U bent zo goed als verloofd aan mijn zoon. Daarnaast bent u vertrouwt met de zeer galante señora Jones. Ons huis is uw huis."
    Demonstratief spreidde hij zijn armen om aan te geven dat ik welkom was. "Ik ben nogal druk bezig op het moment. Maar James kan je naar je kamer begeleiden met mucho amor."
    Hij gaf me een vette knipoog en ik voelde hoe rode blosjes onverhoopt op mijn wangen tevoorschijn kwamen.
    "Dan kunt u droge kleding aantrekken en vervolgens spreken met señora Jones."

Ik knikte en schonk hem een glimlach.
    "Ik weet geen manier om u te bedanken voor uw gastvrijheid. Ik heb momenteel geen geld bij me."
Hij keek me quasi-chagrijnig aan en lachte toen weer zijn gulle lach. Zijn brede schouders schokten mee.
    "Wees aardig voor mijn chico. Ik weet niets beters dat ik hem kan schenken, dan uw aanwezigheid."

Opnieuw werd ik een beetje rood door zijn loze vleierij. Gelukkig wuifde hij zwakjes met zijn hand om aan te geven dat we weer mochten gaan.
    "Dankuwelinelkgevalnog," mummelde ik onverstaanbaar.
    Toen ik me omdraaide naar de deur verwachtte ik geconfronteerd te worden met James' zelfingenomen lachje, maar hij ontweek mijn blik behendig. Het leek zelf alsof er ook iets van een blosje op zijn bleke gezicht te zien was, maar ik was er niet helemaal zeker van. 

We maakten ons zo snel mogelijk uit de voeten.
    "Je pleegvader is aardig," merkte ik op zodra we weer beneden het trapje stonden.
    James bromde nors iets onverstaanbaars.
    Toen we in de hal kwamen, namen we een andere van de vier glazen deuren en kwamen in een groter trappenhuis terecht. De donkerhouten treden werden slecht verlicht door een eenzame kaars. Ze protesteerden knarsend en piepend onder onze voeten als klagende bejaarden.
    Nadat we de wenteling hadden gemaakt, kwamen we opnieuw uit in een ruimte met meerdere deuren. Ik kreeg het gevoel dat dit huis een enorm fort was; het was nog groter en ouder dan Huize Ruthstein en waarschijnlijk kon je er makkelijk verdwalen.

James maakte een vaag gebaar naar een van de deuren.
    "Daar is je kamer. Achter de deur is een ruimte om je om te kleden en een badkamer."
    "Begrepen. Tot zo," zei ik op een toon die duidelijk maakte dat hij kon gaan.
    "Ja. O, en Jones' kamer is daar," wees hij me naar de deur rechts van de trap.
    Ik knikte kort. Gelukkig had hij  geen aansporende blik of opmerking nodig om te weten dat hij niet meer gewenst was. Kaarsrecht liep hij weer de krakende trap af, ondertussen frommelend aan zijn manchet.

Ik ging de kamer binnen. Mijn eerste kortstondige indruk was dat het er een beetje duf en bloemig rook en dat er veel mosgroene kleuren waren. Maar ik liet het inspecteren van de kamer verder volledig achterwege, want ik had het ijskoud en was nog steeds drijfnat. Ik ging meteen de volgende deur door, die me een badkamer in leidde met een dik tapijt op de ondergrond van dezelfde kleur als de kamer waar ik net uitkwam. Ik zette meteen de kraan van het bad open en kleedde me uit. Mijn voeten doorbraken het perfect gladde wateroppervlak en vervolgens ging ik liggen. De warmte ontspande mijn spieren. Het besef kwam in me op dat ik me al enkele dagen niet gewassen had en dat ik wel moest stinken. Ik glimlachte, sloot mijn ogen en bleef liggen. Uitgeput. 


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro