Hoofdstuk 44

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Onder de beschermende takken van de bomen kon ik weer ademen. Tussen de laag bruine bladeren kwamen al enkele vroege bloembollen omhoog. Het zou niet lang meer duren tot de winter zijn greep op het bos zou doen verslappen. De lente was in opkomst. Enkele vogels die al vroeg waren teruggekeerd uit het zuiden lieten hun getsjirp horen. Mijn stemming was er niet naar. Naarmate ik dichter het bos in drong kwam ik steeds meer bomen tegen met een opengescheurde bast en hars dat uit hun harten droop.
    De geluiden van de vogels waren er verstomd, en dat was hoe ik wist dat hij zich daar ergens schuil hield. Ik had nog niet bedacht of ik hem wel tegen wilde komen. Het beest, mijn broer. Er was vast een reden voor geweest dat hij me had verlaten, die keer dat hij me had aangevallen. Hij wilde geen contact met me. Of hij was bang geweest dat hij de controle zou verliezen. Iets dergelijks zou het wel zijn. Wist hij wel dat ik zijn zusje was, of had hij me echt alleen herkend als een wezen van het woud? Ik had te veel vragen voor hem. Als ik hem nooit zou ontmoeten, zou ik ze nooit kunnen stellen. Maar aan de andere kant leek het me gevaarlijk. 
    Maar we waren familie. Niet alleen wezens van het woud, maar dezelfde soort. Betekende dat...

"Wind?" vroeg ik aarzelend.
    Ro.  Ze lachte zachtjes.
    "Mijn broer. Hoort hij je?"
    Even was het stil. Ja, antwoordde ze toen, met een vleug van schaamte in haar stem. Het spijt me dat ik het je niet kon vertellen.
    Ik voelde me verraden. "Waarom?"
    Je weet dat er dingen zijn die ik je niet kan zeggen. Je zult nooit ongelimiteerde toegang  hebben tot mijn kennis. Dat zou... Dat zou je niet aankunnen.
    "Niet aankunnen?" Nu klonk er echt boosheid door in mijn stem. "Dit had ik moeten weten."
    Ik begrijp je frustratie. Maar er zijn dingen waar je zelf achter moet komen. Alleen op die manier kun je echt leren. En geloof me als ik dit zeg. Het is soms gevaarlijk als gidsen kunnen vertellen wie hen kan horen. Dan ontstaan er conflicten  Daarom is het ons verboden om die kennis prijs te geven.
    "Maar je hebt het wel gezegd." De wind ontkende, noch stemde daarmee in. "Ik vertel zelden," herhaalde ik haar woorden. "Niet nooit."
    Het spijt me, zei ze nog een laatste keer voor ze me alleen liet. 

Weemoedig liep ik verder, tot ik aangekomen was bij de beek. Alleen al bij het kalmerende geluid van het stromende water voelde ik me beter, meer ontspannen. Ik ging aan de oever zitten en trok mijn knieën op. Mijn vingertoppen liet ik over het ijskoude wateroppervlak dansen. Met mijn andere hand trok ik de vreselijke grijze muts van mijn hoofd en borg hem op in mijn mantel. Ik boog me een stukje voorover zodat ik in het water kon kijken. Mosgroene ogen onder een kort jongenskapsel. Een witte jurk die me van te veel kant en te weinig beweegruimte voorzag. 
    Ik leek niet op de Ruthsteins. Nooit van mijn leven zou ik meer op Mary willen lijken. Ik leek op mezelf. Niet degene die ik geworden was door Mary's dood, maar degene die al die tijd in mij opgesloten had gezeten. En voor het eerst in mijn leven waardeerde ik wat ik zag. 

Ik schrok op van een klein geluidje in een boom vlakbij. Een vogel, dat hoorde ik wel aan het zachte geklapper van kleine vleugeltjes die neerstreken. Maar er zaten hier geen vogels. Die waagden het niet om hier te komen. Tenzij ze hierheen gestuurd waren. Ik stond langzaam een stukje op, zodat ik knielde, en keek waakzaam om me heen. Een klein vogeltje met een bronzen borst keek me nieuwsgierig aan vanaf zijn tak. Ik herkende het beestje als Williams vogel. 
    Ik verstijfde toen het tot me doordrong dat Evelynn al die tijd de waarheid had geweten. Ze wist dat het beest mijn broer was. Ze wist dat mijn zusje was vermoord en ze had dat al die tijd achtergehouden. Sterker nog, ze had de experimenten samen met Mary uitgevoerd. Misschien had Mary niks met de dood van mijn zusje te maken, opperde een sprankje hoop diep in me. Misschien hield Evelynn het geheim omdat zíj haar heeft omgebracht. 

Plotseling ongemakkelijk ging ik rechtop staan en rende zo snel mogelijk terug naar waar ik vandaan was gekomen. Takken braken onder mijn voeten. Ik had me nog nooit onwelkom gevoeld in het bos. Het was geen fijne ervaring. Na elke boom die ik passeerde verwachte ik Evelynn te zien die me opwachtte, of het dwingende geluid van de bomen die me riepen, zodat ik onmogelijk kon blijven vluchten. Maar beide scenarios bleven uit. Vol opluchting bereikte ik het grasveld. 

Ik was te diep in gedachten en emoties verzonken om op te merken dat twee geïnteresseerde ogen me gadesloegen op het moment dat ik de boomgrens passeerde. Ze bleven me nauwgezet volgen terwijl ik de weg op liep en koers zette naar de stad. 

   







Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro