32. ~Elektriciteit.

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Je weet het, vetgedrukt=Engels.

Aeron.

De volgende morgen wordt ik al vroeg gewekt door een tik tegen de deur. In tegenstelling tot wat ik gewoon ben, is het niet Louise die de kamer binnenkomt, maar de wetenschapper.

Slaperig probeer ik mijn ogen open te houden. De lucht is donkerpaars door het raam. Zo vroeg ben ik nog nooit moeten opstaan. Maar meestal stond er ook niet echt veel op het programma met Louise.

"Opstaan, knul. Het eertse deel van de testen voor vandaag begint over tien minuten. Zorg dat je klaar bent, anders kan dit wel zeer onaangenaam worden."

En meteen daarna is hij weg. Ik laat me weer in mijn kussens vallen. Het meerendeel van de woorden ben ik ondertussen al vergeten, maar 'onaangenaam' blijft toch door mijn hoofd galmen.

Met een beetje moeite sta ik recht en strek me uit. Mijn benen doen pijn van de inspanning van gisteren, die ik am in maanden niet meer heb moeten leveren.

Slaperig loop ik naar de tafel, waar zoals gewoonlijk een kan water staat. Ik schenk het in een glas en drink gulzig enkele slokken. Door het koude water voel ik me al een pak wakkerder.

Na wat zeker geen tien minuten zijn, komt de man de kamer weer binnen.

"Meekomen," gebiedt hij.

Ik ben te moe om te protesteren en sta dus gewillig op en sjok achter de man aan.

We gaan naar de kleine kamer waar ik gisteren mijn proef heb moeten afleggen. Aan de andere kant van het glas staat de assistente toe te kijken.

"Kleed je uit," beveelt de man.

Ook dit keer heb ik geen zin dat hij op me zou beginnen schreeuwen, en bereidwillig trek ik alles uit op mijn onderbroek na.

De man kijkt vragend naar de onderbroek en met een diepe zucht ligt deze even later bovenop het hoopje kleren op de grond.

"Op de bank," wijst de man.

Met een lichte aarzeling kruip ik op de tafel, waarvan hij me gisteren ook gevraagd heeft om op te gaan liggen, maar wat ik toen geweigerd heb. Nu vrees ik dat hij zich niet tevreden zou stellen met 'dat is ongepast'. Na de waarschuwing van Louise ben ik toch net iets wantrouwiger.

"Goed," zegt de man terwijl hij mijn hoopje kleren van de grond raapt. "Gisteren heb je je mentale proefwerk afgelegd en zijn we ook begonnen aan de fysieke kant van de zaak," Hij klikt enkele gordels over me heen, van de ene kant van de bank naar de andere. "Je hebt wel gemerkt dat we aan conditie en uithoudingsvermogen gewerkt hebben," Een over mijn beide enkels. "Nu, over hoe wilde mensen zich aanpassen aan de maatschapij, is al genoeg onderzoek gedaan." Een over mijn bovenbenen. "En wij onderzoeken dan ook andere dingen," Een over mijn heupen. "Namelijk, welke vermogens deze mensen hebben," Een over mijn buik. "En welke grenzen." Een over mijn beide onderarmen. "Zoals pijngrenzen." Een over mijn bovenarmen. "Mijn lievelingsonderzoek," grijnst hij. Een over mijn hals.

Ik zit volledig vastgesnoerd aan de bank en kan geen kant meer op. Het enige wat ik nog kan bewegen zijn mijn ogen, en die volgen de man dan ook terwijl hij grinnikend door de kamer heen en weer loopt.

"Dit is een elektrisch bankstelsel, hond. Uitgevonden door een vriend van me. Elekteiciteit is hetgene wat het licht doet branden en de broodrooster doet werken. Maar in combinatie met het verkeerde, kan het ook extreem pijnlijk zijn."

Alsof het zo afgesproken is om zijn woorden kracht bij te zetten, gaat er plots een hevige schok door mijn lichaam. Ik brul het uit van de angst en de pijn. De professor lacht alleen maar.

"Vond je dat al erg? Er komt nog veel meer. Als je braaf bent wordt je beloond, als je stout bent, dan volgt er nog meer van dit. En in de juiste hoeveelheid is het dodelijk. Wil je het zien?"

De professor komt net buiten mijn zichtsveld op me af. Ik moet scheelkijken om zijn lange witte jas een beetje te kunnen volgen. Op zijn dode gemak komt de man op me af gewandeld. Volgens mij blijft hij expres net uit mijn zicht, om me nog wanhopiger te maken.

"Kijk, hond." Hij staat nu naast me en toont een vreemd vierkant bakje. In het midden zit één grote rode knop, en langs de zijkant is er een schuifknopje met allemaal cijfers naast.

"Dit is het aantal Volt dat ik kan gebruiken. Hoe hoger hoe pijnlijker. Kijk maar."

Hij schuift het knopje naar het laagste cijfer langs de kant en drukt op de rode knop. Onmiddelijk schiet er weer een pijnscheut door mijn lichaam en ik knijp mijn ogen dicht en jank van de pijn.

"Nou nou, dat was nog maar niks," sust de professor me. "Nu zet ik het hoger, zie je?" Hij verschuift de knop twee plaatsen en drukt op de rode knop in het midden. Maar dit keer ben ik voorbereid en bijt ik mijn tanden zo hard op elkaar dat ik bang ben dat ze gaan breken. Als de schok door is ontspan ik weer een beetje.

"Zie je? Het gaat al veel beter. En zo kan ik het dus steeds pijnlijker maken," legt de man uit, alsof hij het heeft over vogeltjes op een tak en niet op een martelmachine die op mij uitgetest wordt.

"En vanaf hier is de portie dodelijk." Hij wijst een punt aan op de lijntjes naast de schuifknop, maar ik kan het niet zien. Mijn blik is wazig van de misselijkheid.

Ineens schuift hij de knop naar het maximum. "Dus als ik nu op de rode knop druk," Hij houdt zijn vinger boven de knop en de adem stokt in mijn keel, "is het met jou gedaan," fluistert hij erachteraan.

Met een plotse beweging verlaagt hij het getal weer. "Maar dan zou er voor mij niks aan zijn. Ik zou zeggen, blijf rustig zitten, en geniet van de show!"

En hij loopt weer uit mijn zichtsveld.

Angstig wacht ik af op de eerste schok. Na wat wel uren lijken begint het. Alleen zijn het nu geen korte schokjes zoals daatjuist.

Het grootste deel van de tijd probeer ik de pijn te verbijten, en niets te laten merken, maar dat lukt niet altijd en het grootste deel van de tijd schreeuw ik het uit van de pijn. Ik trek zo hard ik kan aan de gordels, om mijn lichaam te bevrijden van deze kwelling, maar ze geven niets mee.

Mijn lichaam staat gespannen, en is tegelijkertijd zo uitgeput, en mijn hoofd bonst van de misselijkheid. Op een gegeven moment moet ik zelfs overgeven, maar doordat ik lig, blijft het goedje steken in mijn keel, en stik ik bijna. Net als ik denk dat het te laat is, gaat mijn stoel automatisch omhoog en gooi ik alles eruit. Ik snak naar adem en geniet van de frisse lucht die door mijn rauwe keel glijdt.

Na wat wel jaren lijken houdt de professor eindelijk op met spelen met zijn apparaatje.

Hij is ondertussen al lang vertrokken, en staart me nu aan vanachter het glazen raam.

Ineens springen de gordels los, en opgelucht spring ik zo snel mogelijk weg van de stoel. Mijn blik is wazig en heel even lijkt de wereld zwart te worden en op zijn kop te staan, maar ik schud mijn hoofd en het duizelige gevoel neemt af.

Door het raam kan ik de professor opgewonden in zijn handen zizn klappen. "Je hebt de laagste dodelijke grens overleefd," deelt hij me vrolijk mee.

De gedachte alleen al maakt me gewoon nog misselijker dan ik al ben. Als ik een normaal mens was geweest, dan zou ik nu dood zijn. Tenminste, als ik de professor mocht geloven.

Ik moet hier weg. Ik moet frisse lucht. Ik spring naar de deur en rammel aan de klink, maar deze geeft niet mee. Ik ren naar de andere kant van de kamer, waar ook een deur zit, en daar heb ik meer geluk. De deur geeft mee, en ik kom terecht in nog een klein kamertje met twee deuren. Deze keer heb ik meteen geluk, want de eerste deur die ik probeer springt direct open.

Ik ren door de deur en merk dat ik buiten sta. Ik sta op het grasveldje dat ik kan zien vanuit mijn kamer. Ik sta voor de rand van het bos.

Een gevoel van euforie komt over me heen, en ik begin te rennen. Het bos in.

Maar daar wacht me een akelige verassing. Ik ben nog geen tien meter het bos in, of ik bots al op tegen een enorm ijzeren hek. Heel het gebouw lijkt ermee omgeven te zijn.

Ik beuk ertegen tot mijn schouder pijn begint te doen, en dan laat ik me ontmoedigd met mijn rug tegen het hek op de grond zakken.

Nu pas merk ik hoe moe ik eigenlijk ben.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro