Hoofdstuk 3 : Waar ruitenwissers niet voor dienen

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ruitenwissers waren blijkbaar niet bedoeld om Dragoblin bloed weg te vegen, want het bloed hing overal op het raam. Het werd volledig over de ruit uitgesmeerd. Klonters bloed dropen van de ruitenwissers af en blokkeerden Erze's zicht.

Erze scheurde door de straten van Duerv. Uit het raam zag hij hoe mensen hem hoopvol aanstaarden om vervolgens teleurgesteld te worden toen ze zagen dat hij gewoon doorreed. Met hun ogen volgden ze de auto waardoor ze vergaten dat ze zich in een vreselijke situatie bevonden en vervolgens werden vermoord. Erze keek één keer in de achteruitkijkspiegel en wat hij toen zag was afschuwelijk. De ene werd opgegeten, andere werden op straat achtergelaten en enkelen werden meegesleurd naar God weet waar. Ze werden op de meest gruwelijke manieren vermoord.

Azrel kneep haar ogen dicht en hield stevig haar gordel vast. Haar handen voelden nat, warm en plakkerig aan. Ze had het gevoel dat ze elk moment flauw zou kunnen vallen. Ze probeerde sterk te zijn en opende voorzichtig haar ogen, maar sloot ze meteen toen ze de bloedspetters op het raam zag.

Erze probeerde haar gerust te stellen. "Niet kijken Azrel, we zijn er bijna."

Koppig als ze was, luisterde ze niet naar haar broer en opende ze haar ogen. Ze knipperde een paar keer en probeerde rustig adem te halen. Dat lukte redelijk, totdat ze iets in haar ooghoek opmerkte en ze een hoge gil hoorde. Een jong meisje werd achterna gezeten door een Dragoblin - die Azrel trouwens nu niet meer zo schattig vond - en probeerde weg te lopen. Het was te laat. De Dragoblin had het meisje opgepakt en haar tegen de grond geduwd. Ze bleef schreeuwen. Haar ogen zochten hulp bij omstanders, maar niemand hielp. Ze konden, of durfden niet. Geshockeerd keek Azrel toe hoe het beest met zijn vlijmscherpe nagels het meisje haar buik open sneed en triomfantelijk alle ingewanden eruit haalde. Daarna pakte hij pakte het hart en perste het boven zijn bek uit. Uit zijn bek vloeide dik rood bloed.

Het was een afgrijselijk zicht. Het was pure horror. Gelukkig voor Erze en Azrel, waren ze bijna thuis. Erze sloeg twee keer links af, daarna rechts en aan het einde van de weg stopte hij bij een wit huis. Ze waren thuis. Toch voelde het normaal o zo gewone huisje akelig aan. Het leek alsof de wereld rond hen heen een grauwe kleur gekregen had.

Azrel rende het huis binnen en spurtte de trap op naar de badkamer. Haar broer zette de tv op in de hoop dat er verduidelijking was over wat er gaande was.

'Dit nieuws krijgen we net binnen: vandaag zijn meerdere monsters overal ter wereld waargenomen. In de vroege uren van de dag was het maar één soort, maar naarmate de dag vorderde, zijn er steeds meer bloeddorstige monsters opgedoken. Geschat is dat er momenteel zeventien verschillende soorten zijn. Sommige lijken op gewone dieren en andere zijn net planten. Wereldwijd zijn er al minstens zeventienduizend mensen omgekomen door deze onbekende schepsels. Onderzoek naar wat het zijn is momenteel aan de gang. Meer info is niet beschikbaar. Dit zijn gruwelijke live beelden, u bent gewaarschuwd.'

Voordat de video in zicht kwam, zette Erze de televisie uit en plofte neer in de zetel. Hij deed zijn best om niet te huilen. Hij moest zich als een sterke, volwassene, 21-jarige oudere broer gedragen. Met zijn handen voor zijn ogen bleef hij zo een paar minuten zitten. Daarna stond hij op en liep de trap op. Hij ging voor de badkamerdeur staan, haalde toen even diep adem en klopte op de deur. Een onaangename geur drong zijn neus binnen. Hij kneep zijn neus dicht. Jammer genoeg, herkende hij deze geur maar al te goed. 'Ik hoop dat je het toilet gehaald hebt.' Een zwak geluid klonk 'Ugh...' en daarna volgde een lange Blergh.

Erze haalde beneden wat benodigdheden voor zijn zus; schone kleren, wat water en een doek en legde dit voor de badkamerdeur. 'Neem een frisse douche en kom dan naar beneden, dan maak ik iets lichts om te eten.' Onderweg naar de keuken hoorde hij de deur opengaan.

Tijdens het koken probeerde hij alles wat er tot nu toe gebeurd was van zich af te zetten. Hij pakte een Cola uit de koelkast en schonk het in een glas. Vandaag voelde aan als minuten, seconden, maar in de realiteit, had dit alles uren geduurd. Het naar school rijden, geblokkeerd worden door buitenaardse (?) schepsels, mensen ontvoerd, gemarteld en vermoord zien worden en terug naar huis gaan.

Ze waren gevlucht. Hij was gevlucht. Door hem waren er meerdere mensen gestorven. Hij had mensen kunnen redden, maar dat deed hij niet. Door hem waren er meer doden gevallen dan nodig was.

Schuldgevoel knaagde aan Erze en maakte het moeilijk voor hem om te ademen. Met zijn rechterhand greep hij naar zijn borst en zakte neer op de grond. Hij voelde zich benauwd en begon te zweten.

Toen zijn zus een uur later naar beneden kwam, zag Erze er compleet normaal uit. Op tafel stonden crackers en bouillon. 'Broederlief, noem je dat koken?' Vroeg Azrel even droog als de crackers waren. Erze rolde met zijn ogen. 'Zo te horen voel je je al beter. Hup, eet wat voordat je weer over je nek gaat.' Hij klonk bezorgd.

Beide gingen aan tafel zitten en aten in stilte. Erze pakte een cracker en smeerde er boter op en legde er wat kaas op. Azrel daarentegen, at de cracker gewoon droog. Met volle mond, vroeg ze: "Wat nu?"

Om eerlijk te zijn, had Erze daar nog niet echt goed over nagedacht. Nu hij volledig gekalmeerd was en deze hele situatie wat beter geanalyseerd had (de vollere maag hielp daarbij), zag hij in hoe ongelooflijk onrealistisch hun situatie was. Dit was niet bepaald iets wat je elke dag meemaakte. Hij dacht even na voordat hij zijn jongere zus een antwoord gaf.

'Hopen dat dit een droom is of binnen wachten totdat we meer informatie krijgen van buitenaf oh en misschien ook deuren en ramen barricaderen.' Of het nu de beste oplossing was, wist hij niet. Hij was 21, nauwelijks volwassen en had niemand om raad aan te vragen. Na de dood van zijn ouders, had hij altijd bij zijn tante terecht gekund, maar die had hem en zijn zus in de steek gelaten voor een of andere Spaanse vent. Het ergste was dat ze die nauwelijks kende.

Terwijl ze aan het eten waren, hoorden ze de bel die ringde.

Azrel stond meteen op om open te gaan doen, maar Erze hield haar tegen. Zijn zus keek hem met een wat-nu-weer-blik aan en Erze antwoordde op zijn beurt met een ben-je-dom-blik?. Ze hadden vandaag rare dingen meegemaakt, dus wie zei dat dit niet een of andere slimme drago-dinges - of hoe zijn zus ze dan ook genoemd hadden- was?

De bel ging nog eens. Tring!

Op zijn tenen en met een pan à la Rapunzel, liep hij naar de voordeur en keek door het gleufje. Hij slaakte een zucht van verluchting toen hij zag wie het was. Hij had de pan niet nodig. Het was een bekende. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro