hoofdstuk 15

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Buiten was het stil, koud. In het dorp waren er nog lantaarnpalen geweest, die als lichtbron dienden. Echter was het hier, aan de rand van het bos zonder iemand naast haar om haar gedachten te kunnen onderdrukken, nog donkerder dan op het schoolplein waar ze eerder nog met Chris had gestaan. Koud en donker, niet de enige twee onheilspellende, ontastbare dingen die in de lucht hingen. Niet de enige twee dingen die Cameo voelde, onderging en zag. Boven de koude wind en de duistere nacht, zelfs duidelijker dan de benauwde lucht die op haar longen drukte, was de stilte. De stilte, zo luid dat zelfs de wind vergeten leek te zijn te waaien. Geen dier was te horen, het was alsof het hele bos sliep. Het enige geluid dat weerklonk in de nacht was het grind van het pad waar ze op reed, dat onder het gewicht van haar fiets knarste. En haar ademhaling. Iets sneller dan normaal. Haar ademhaling en het grind, het enige dat Cameo hoorde. Haar hart bonkte in haar keel. Door de stilte voelde het alsof de lucht tegen haar oren drukte dat een suizend geluid opwekte dat door haar hoofd woedde. En de angst. De angst, de reden dat Cameo al meer dan vier weken lang had vermeden alleen buiten te zijn. De angst, die haar dag en nacht achtervolgde. Terwijl ze haar ademhaling onder controle probeerde te houden fietste Cameo verder Naar huis, het huis waar ze liever niet naar toe wilde en toch naar verlangde er al te zijn en niet nog langs het bos te moeten fietsen. Het huis waar haar moeder was opgegroeid. Cameo bevochtigde haar lippen. Door de droge wind zaten er barsten in en waren ze schraler dan normaal in de wintermaanden. Het was spijtig dat ze in plaats van het achterlijke boek van haar moeder geen lipbalsem had gekregen. Cameo haalde haar schouders op. Waarschijnlijk lag er nog wel een in de badkamer, dacht ze. Ze focuste zich weer op de weg voor haar. De enige bron van licht was haar voorlamp, aangezien haar achterlicht had besloten dat het een goed moment was stuk te gaan toen ze net op de fiets was gestapt en samen met Chris van het schoolplein fietste. Het was al een oude fiets en, hoewel pas gerepareerd door Lars, geen wonder te noemen dat niet alle onderdelen van de roestbak het even goed deden. De angst. Cameo was bang. Niet bang voor het donker, maar voor wat zich daar verschool.

Donderdag avond. Cameo zocht op de zolder naar een slaapzak. Morgen zou ze samen met de jongens bij Timur overnachten en Cameo was behoorlijk zenuwachtig. Vroeger had ze vaak wel met wat vriendinnen en vrienden 'slaapfeestjes' gehad, maar dit was anders. Ten eerste omdat ze nu ouder was en zich ook zo behoorde te gedragen, ten tweede omdat ze niet wist of ze een cadeau of snacks hoorde mee te nemen. Ze opende een doos. Misschien kon ze nog aan Chris, die al langer bevriend was met Timur, vragen wat hij van plan was qua cadeaus, hoewel ze betwijfelde of ze hem nog zou zien voor het feest. Ze wreef in haar ogen. Volgende week hadden ze een wiskundetoets waar ze tegenop zag. Het was niet dat ze de stof niet kende, alles behalve dat. Het waren de tussenstappen waarvan ze niet wist hoe ze die moest opschrijven. Cameo wreef in haar ogen. Het was een zware schooldag geweest, gelukkig hadden ze vandaag wel een blok eerder uitgekregen. Het was al twee dagen geleden dat ze na hadden moeten blijven, en wonder boven wonder hadden ze geen verdere straf gekregen. Een deel van de klas wel. De docent was langer gebleven dan de meesten hadden gedacht, dus had hij op de gang gezien wie er al te vroeg weg was gegaan. Woensdagochtend, waar ze als eerste blok geschiedenis hadden, had hij dat bekendgemaakt. Timur en Lucas, die ook eerder weg waren gegaan hadden het klaslokaal verlaten door de ramen, omdat Timur de docent had zien lopen toen hij, Timur, een appel was gaan halen in de kantine. Cameo trok een lade open. Helaas kon Marleen daardoor pas later komen op de verjaardag Hoe moest ze in deze troep een slaapzak vinden? Het zou ironisch zijn als ze eindelijk een slaapzak vond en die veel te klein bleek te zijn. Lars had haar naar de zolder verwezen toen ze er een aan hem had gevraagd en ze kon hem nu niet om hulp vragen, aangezien hij net naar de winkel was vertrokken. Cameo haalde haar hand door haar haren. Overal lagen dozen en bomvolle laden. Ook al was het enige dat ze moest vinden de slaapzak, kon ze de troep echt niet aanzien. Het had niet veel gescheeld of ze was aan het opruimen gegaan, wat ze uiteindelijk toch niet deed omdat ze er alles behalve zin in had. Daar was ze een puber voor. Cameo grinnikte. Vandaag was een goede dag, niet alleen omdat het gezellig was geweest op school, maar ook omdat Cameo vannacht voor de eerste keer in weken geen nachtmerrie had gehad en in een stuk door had geslapen. Daardoor had ze zoveel meer energie dan ze de laatste tijd overdag had gehad. Vandaag was een goede dag, omdat ze zich blij voelde met zichzelf. Niet blij zoals vroeger, toen ze nog een onbezorgd leventje leidde, nee. Ze was blij omdat ze vandaag niet in haar hoofd opgesloten zat en kon lachen. Ook was het in tegenstelling tot dinsdag wel lekker weer. Toen was de kou gedurende die dag mild geweest, het was toen wel aanwezig. Vandaag kon Cameo naar buiten gaan zonder jas. Niet dat ze dat deed, naar buiten gaan, maar het was wel een leuke gedachte. Cameo deinsde achteruit toen een spin uit de lade kroop. Ze haalde diep adem. Het was enkel een spin, niets schokkend. Ze boog voorover en pakte het insect op. Ze hield niet van insecten en vond sommige zelfs eng. Toch was haar reactie overdreven geweest, aangezien zo'n spin haar niets kon doen en ze veel groter was dan het beestje op haar and. Cameo liep voorzichtig, om het spinnetje niet te laten vallen, naar het kleine raampje in de hoek van de zolder. Om daar te komen moest ze over een paar dozen stappen waar ze bijna over struikelde. Toen ze de spin had vrijgelaten viel haar oog op een doos met boeken die achter een klein, bruin kastje. Ze bukte om niet met haar hoofd tegen het schuine dak te stoten. Een laag stof had zich gevormd op de doos en de boeken die erin lagen in de tijd dat deze al op de zolder stond. Cameo schoof de doos naar zich toe en hoestte vanwege het stof dat nu door de lucht vloog. Ze knipperde met haar ogen. Cameo probeerde de doos op te tillen en dat lukte, hoewel het door de boeken erg zwaar was. Voorzichtig, met het boek tussen haar arm en zij, werkte ze zichzelf langs de smalle zoldertrap. Bijna verloor ze haar evenwicht, maar Cameo herstelde zich snel.

Aan de keukentafel, met de doos naast zich, bladerde Cameo door het eerste boek. Het had niet lang geduurd voordat ze beseft had dat het jaarboeken waren Ze sloeg enkele bladzijden om en bestudeerde de pagina's. Een jaarboek van een voetbalclub om precies te zijn. Cameo wierp een blik op de kaft van een van de boeken in de doos. De boeken waren allemaal van hetzelfde jaar, geloofde ze. Dertig jaar geleden was dit boek gemaakt, zag ze. Ze zuchtte. Haar oom was een sloddervos. Dat hij die boeken nooit had opgeruimd of een betere plek had gegeven verbaasde haar. Lars was waarschijnlijk al vergeten dat hij die boeken in zijn bezit had. Ze sloeg nog een bladzijde om. Op elke twee bladzijden stond een foto van een team en de losse foto's van de leden. Het was een dun boekje met een harde kaft. Cameo bladerde rustig verder. Op een gegeven moment, toen ze al een tijdje met het boek zat te rommelen vond ze eindelijk haar oom. Onder de foto van een jongen van dertig jaar geleden ongeveer haar leeftijd, stond duidelijk zijn naam te lezen: Lars de Wit. Het was grappig haar oom als een kind te zien en tot de ontdekking te komen dat hij in al die jaren nauwelijks was veranderd. Toch zag hij er ook anders uit, jeugdig. Zijn jonge zelf zag er bekend uit en niet alleen omdat het haar oom was en ze hem de afgelopen weken elke dag zag. Nee, hij zag er bekend uit op een manier die Cameo niet goed kon beschrijven. Misschien was het het ontbreken van de vermoeide blik in zijn ogen wat haar zo'n vreemd gevoel gaf bij deze foto. Ze sloeg nog de bladzijde weer op en ontdekte dat de volgende pagina uit het boek gescheurd was. Ze zuchtte. Cameo stond op en liep naar de koelkast. Ze had eerder al avond gegeten, maar ze begon weer honger te krijgen. Helaas stond er niets bruikbaars in de koelkast, dus stapte ze weer terug naar de stoel waar ze het afgelopen halfuur op had gezeten. Ze snoof. Rooklucht. Brand? Nee. Ze zag geen rook en hoorde niet het geknetter van vlammen. Nog een keer ademde ze diep in door haar neus. Het zat in haar hoofd, dat was zeker. De brandlucht was nergens te ruiken. Cameo leunde achterover. Misschien hadden ze wel gelijk, de mensen die haar vertelden dat wat ze had gezien niet echt was en dat ze gestoord was. Gestoord was ze zeker, dat ze in een jaarboek zat te snuffelen en nog steeds de slaapzak niet gevonden had. Ze grinnikte. Het slot van de voordeur rammelde, wat betekende dat Lars of haar moeder en Roby eindelijk thuis waren. De deur van het huis ging open en sloeg weer dicht. Cameo hoorde voetstappen in de gang, die zich verplaatsen naar boven.

"Lars? Kom eens, ik heb wat gevonden op de zolder zostraks!" riep ze. Hij hoorde haar niet. Cameo rolde met haar ogen. Hij oom was nogal doof op sommige momenten. Ze was benieuwd naar zijn reactie als hij het boek zag, met zijn foto er in. Cameo kneep haar ogen dicht. Als ook haar moeder en Roby thuis kwamen zou ze al naar bed gaan, hoewel het nog niet eens zo heel erg laat was. Haar maag rammelde en voor een tweede keer stapte Cameo naar de koelkast, dit keer om een beker melk voor haarzelf in te schenken. Ze luisterde naar de geluiden in het huis. Een zoemend geluid dat van het koffieapparaat afkomstig was, waarvan de stekker nog in het stopcontact zat. Het gepiep van de wasmachine in de badkamer boven. De wind van buiten waardoor de takken van de boom naast het huis tegen het keukenraam zwiepten. Zelfs als het stil leek, was de kans klein dat het écht stil was op een plek. Want er was altijd wel iets dat de stilte verbrak. Zoals het geluid van haar beker toen ze de laatste slok melk had genomen en die weer op het aanrecht zette. Het was wel een goed idee vroeg te gaan slapen, aangezien ze een voorgevoel had dat daar morgen niet veel van zou komen. Het was fijn dat het vrijdag was, en niet zondag op Timur zijn echte verjaardag. Anders moest ze doodop naar school en ze wist nog van haar aankomst in het dorp dat weinig slaap haar niet veel goeds deed. Ze glimlachte. Morgen werd interessant, dat wist ze zeker.

Het was niet veel later, ongeveer twintig minuten, terwijl ze nog steeds door het fotoboek heen bladerde omdat ze niet veel anders had te doen, dat de bel ging. Cameo liep naar de deur en opende die, alleen om haar oom te zien. Het bloed trok uit haar gezicht toen het besef tot haar doordrong. De afgelopen weken had ze er alles aan gedaan om te vergeten dat 'het' bestond. Te ontkennen dat wat ze had gezien echt was. Ze had geluisterd naar iedereen die haar had verteld dat ze gestoord was. Maar dit, wat ze zostraks had gehoord, veranderde alles. Er was iets mis met deze plek, wat ze een maand eerder ook had gemerkt. Er was iets mis, serieus mis. En dat 'mis' was iets dat ze nooit van haar leven had kunnen bedenken.

"Shit."

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro