Hoofdstuk 32

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Cameo zat in kleermakerszit op haar bed, met in haar handen een map met alles dat ze over 'het' wist. In ieder geval straks, als ze samen met Lucas, Chris en Fin alles op een rijtje hadden gezet. De jongens staarden haar afwachtend aan. Het koste moeite de juiste woorden te vinden, en zelfs nadat ze haar mond had opengedaan was het nog steeds een vage zoektocht.

"Dus," begon ze twijfelend. Fin trok zijn wenkbrauw op. Het was een troost dat ze nu niet meer met z'n drieën waren, maar met zn vieren. Twee weken geleden was Cameo erachter gekomen dat de neef van Timur net zoveel reden had om 'het' te haten als zijzelf. Ze knikte naar hem en vervolgde haar toespraak, als dat tenminste zo te noemen was.

"Het wezen zoekt naar mensen die hem kunnen zien, dat is duidelijk."

Als antwoord knikten de drie jongens en Lucas mompelde instemmend. Er was genoeg bewijs dat de meeste doden de gave hadden gehad om 'het' te zien. Cameo wierp een blik op haar beste vriend. Chris hield zich nog aardig op de achtergrond, alsof hij bang was om toe te geven dat 'het' wel degelijk echt bestond. Iets dat niet makkelijk te accepteren was, zelfs voor haarzelf. Daarom moest ze hem de tijd geven, begreep ze. Haar vriend had tijd nodig om er zeker van te zijn dat hij hier aan mee wilde doen. Maar ze waren nu met één meer dan eerder, en zelfs Cameo voelde zich daardoor heel wat zekerder van haar zaak. Misschien hielp dat Chris ook, net zoals het haar zekerheid gaf. Ergens betwijfelde Cameo dat wel. Hoewel zij zelf het prettig vond dat Fin, iemand die ze in eerste instantie niet had gemogen, meedeed, kon ze zien dat Chris nog altijd niet vertrouwde in hun nieuwe bondgenoot. Dat was spijtig, aangezien Fin reden had om een eikel te zijn. Cameo snapte precies wat de jongen bedoelde als hij sprak over het verlies van zijn broertje en wat dat met hem deed. Hoeveel jaar dat ook geleden was. En die woede, die woede begreep ze maar al te goed. Cameo ademde diep in.

"We moeten uitzoeken hoe het te verslaan is, toch? Ik denk dat de eerste stap is om te begrijpen hoe hij de 'zieners' kan vinden. Als we dat weten zijn er misschien ook manieren om hem te ontlopen." Dit laatste gold vooral voor haar, moest ze bekennen. Lucas, Chris en Fin konden 'het' niet zien, zover ze wist. Daarom voegde ze er snel aan toe: "Want als we de vijand kennen, en weten hoe deze te werk gaat, zal het een stuk makkelijker zijn om hem uiteindelijk te verslaan."

Hier waren de jongens het duidelijk mee eens. Ook Chris leek nu opgetogen over het plan. Als het al een plan was. Want ze kon zeggen wat ze wilde, ze kon uitroepen maken van dit en dat, maar het was pas een plan als er een manier was om het ook daadwerkelijk te laten werken. En voorlopig had Cameo geen idee hoe ze er achter kon komen hoe 'het' de 'zieners' vond. Met een zucht leunde ze achterover, maar rechtte haar rug meteen weer toen ze zich realiseerde dat ze nog niet klaar waren. "Wat weten jullie er over?" Ze had het nog niet eerder gevraagd, deze twee weken. Dit was ook de eerste keer dat ze met z'n drieën bij elkaar kwamen, iets waar ze lang naar uit had gekeken. Niet omdat het zo leuk was hoor, dat zeker niet. Het was wel nodig, alles duidelijk op papier zetten. Cameo tikte met haar pen tegen het papier dat ze ondertussen uit de map had gehaald. Tot nu toe was het ook het enige dat in de map zat. Ze schoof de map opzij, zodat ze de ruimte had om na te denken. "Het bestaat dertig jaar, of is in ieder geval toen pas actief geworden."

Het was Lucas die dat zei. Van hem had ze niets minder verwacht dan dat hij veel wist over dat wat hem en zijn grootmoeder al jaren bedreigde. Ze knikte goedkeurend naar hem. "En?"

"Het pakt alleen mensen die iets over hem weten?"

Ze kon horen aan zijn stem dat Lucas het niet zeker wist. Cameo daarentegen herinnerde zich dat ze eerder bijna hetzelfde had gezegd. Wat Lucas zei was anders verwoord en bracht meer duidelijkheid in de motieven van 'het'. Cameo tuitte haar lippen. "Dat is een goede aanname, maar zeker daarvan zijn we niet. Ik denk wel dat het handig is om dat op te schrijven."

Want hoewel ze het niet graag toegaf, Lucas had waarschijnlijk gelijk. Echter moesten ze andere opties ook in de gaten blijven houden, dus een notitie maken was het enige dat ze met de wetenschap konden. Misschien doodde 'het' willekeurig en waren enkele van de slachtoffers toevallig mensen die hem konden zien. Cameo slaakte een diepe zucht. Het was wel verschrikkelijk moeilijk dit alles, dat viel niet te betwijfelen. Het was al meer dan twee weken sinds haar laatste ontmoeting met 'het' en sindsdien was ze geen stap verder gekomen. Opnieuw geen centimeter vooruit, alsof de wereld haar maar al te graag zag ploeteren. Gefrustreerd stond Cameo op, zakte snel weer naar beneden en schreef in grote letters 'het' op het papiertje dat ze op de rand van haar bed had gelegd. Daaronder noteerde ze het kopje 'motieven' en de eerder genoemde woorden van Lucas. Het mapje zou binnenkort goed gevuld zijn, hoopte Cameo. Er viel waarschijnlijk ook nog wat te zeggen over Mirjam en het andere meisje, waarvan Cameo nog niets had gezien wat haar bestaan bewees, en ook niet zeker wist of ze inderdaad bestond. Toch kon ze niets uitsluiten en moest ze met alle mogelijke uitkomsten rekening houden. Want, zoals Lucas' oma gezegd had, ze wist niet waar ze mee te maken had. Cameo herinnerde zich met spijt de verdwijning van het kistje, waar misschien belangrijk bewijs in had gezeten. Zoals het krantenstuk en het afgescheurde briefje. Geen spoor was er te bekennen van het houten kistje waar ze zoveel moeite voor had gedaan om deze te bemachtigen. Nou ja, veel was ook weer een groot woord. Makkelijk was het in ieder geval niet geweest, hield ze het op.

"Hoe ziet het eruit?" Fin keek haar met schuin hoofd aan. Cameo realiseerde zich dat hij al het recht had dat te weten, aangezien zijn broertje was vermoord door het schaduwwezen en hij nog elke dag zinde naar wraak. Cameo blies haar adem uit.

"Een soort gestalte, van levende schaduwen. Maar ook een muur van duisternis. Heel veel dingen

tegelijkertijd. Ik weet niet echt hoe ik het kan omschrijven."

Fin knikte, alsof hij met deze vage omschrijving al een heel eind kwam met het inbeelden van de verschrikking. "Wat we ook weten," ging ze verder, "is dat het bang is voor licht." Ze slikte.

"In ieder geval voor vuur." Dat wist ze zeker, de kaars waarmee Lucas' oma haar leven mee had gered zat nog goed in haar herinneringen geprent. "En het doet ook nog eens zoveel pijn als vuur."

Cameo lachte als een boer met kiespijn. De wond op haar rug was nog steeds nauwelijks geheeld. Nou ja, er lag vast veel verbetering in het heel proces, maar dat was niet goed te merken doordat de wond zo erg was geweest. Cameo klemde haar kaken op elkaar. De pijn was in ieder geval niet weggetrokken en misschien wel erger geworden, de afgelopen twee weken. Zelfs nu kon ze de oneffenheid in haar huid nog duidelijk voelen.

"Ik kan me niet voorstellen wat Daan gevoeld zou moeten hebben."

Cameo keek verbaasd op. Het was de eerste keer dat Chris open over Daan sprak. Over zijn dood. Alsof hij na maanden eindelijk de dood van zijn vriend had geaccepteerd. Haar gezicht vertrok.

"Het moet vreselijk geweest zijn voor hem. Ik hoop dat-" Ze wachtte even, voordat ze haar woorden oppakte. "Ik hoop dat hij snel is gestorven en niet te lang heeft moeten lijden." Dat waren de juiste woorden. Misschien klonk het bot - zelfs in haar oren kon ze de ijzige boodschap achter de woorden horen, maar het was wel het juiste om te zeggen. En de boodschap: als 'het' je te pakken kreeg kon je beter hopen op een snel einde. Niet dat Cameo dat toe zou laten. Nee, als 'het' haar te pakken kreeg zou ze vechten en zeker niet zomaar opgeven. Het was stil in de kamer, nu het onderwerp Daan was aangebroken en niemand wist wat te zeggen. Vooral Fin was stil, bedrukt. Cameo kon wel raden waarom. In de winter was Fin de persoon geweest die hen het bos in had gestuurd. Maar ook Cameo had een grote rol gespeeld in de gebeurtenis. Want Fin had alleen gewild dat zij naar het bos ging, niet dat de rest dat ook deed. En daarom was het eerder háár schuld dan die van Fin, aangezien zij en zij alleen er op had gestaan dat iedereen mee zou gaan. Iets wat haar elke dag achtervolgde. Het schuldgevoel was zo heftig dat ze het niet kon ontvluchten, wat ze ook deed. Cameo voelde een brok in haar keel en stond dit keer wel op.

"Ik moet even naar het toilet," mompelde ze zacht. De jongens knikten en snel liep Cameo haar kamer uit. Nooit meer. Nooit meer zou ze het leven van haar vrienden riskeren. Nooit. En juist daarom wist ze niet of dit wel een goed idee was, dat 'samen uitzoeken hoe ze het monster konden verslaan'. Wat als Lucas, of Chris stierf, door haar? Cameo trok haar kamerdeur achter zich dicht en bleef even stil staan. Even wierp ze een zijdelingse blik naar de spiegel aan de andere kant van de overloop. Ze zag er beroerd uit. Cameo wist niet zeker wanneer de laatste keer was dat ze had gedouched. Haar moeder had er in ieder geval nog niets over gezegd, waaruit ze opmaakte dat ze niet té veel stonk. Cameo keek met spijt naar haar haren, waar al weer een heel stuk aan was gegroeid sinds de keer dat ze ze had geknipt. Misschien zou ze dat binnenkort weer doen, als ze bereid was haar moeders woede weer te ondergaan. Als haar vader er nog was, kon hij haar vertellen wat ze moest doen. En dan dacht ze niet aan haar haar, of aan haar moeder. Als haar vader er nog was geweest wist hij vast wat ze kon doen met 'het'. Hij wist alles, zei ze tegen zichzelf. Zo graag wilde ze dat geloven. Cameo kneep haar ogen dicht toen ze tranen achter deze voelde prikken. Diep ademhalen, dacht ze. Diep ademhalen en weer verder. Cameo klemde haar kaken op elkaar en stapte naar de badkamer. Even iets drinken, dan weer terug naar de jongens. Dan was alles weer oké en kon ze de zorgen weer achter zich laten. Maar dat was niet mogelijk, dat zou het ook niet meer zijn. Want 'het' kon ze niet zomaar wegwuiven. Cameo duwde de badkamerdeur open en liep in beheerste passen naar de kraan. Daar boog ze zich voorover, draaide de kraan open en spatte het koude water in haar gezicht. Dat werkte heel geruststellend en meteen voelde ze dat ze helder na kon denken nu. Cameo haalde diep adem en kwam weer overeind. Wat ze toen zag had ze echter niet kunnen voorspellen, en evenmin kunnen beschrijven. In de spiegel, op de muur achter haar, was geschreven. In spiegelbeeld, om precies te zijn. Al het bloed trok weg uit haar gezicht toen ze realiseerde wat daar stond. Cameo kromp ineen toen ze de bloedrode letters zag, toen ze las wat daar was geschreven. Ze huiverde, weerhield zich ervan te kokhalzen, toen ze zich afvroeg wie, of wat, dat daar geschreven had. Hoe iemand in haar huis had kunnen komen. De geur van metaal, van bloed. Alles wees erop dat dat niet zomaar inkt was. De koelte van eerder was nu verdwenen, verbrand en verdampt door die woorden. Door dat woord.

sterf

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro