Hoofdstuk 14

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

{Als je niet tegen nachtmerries kan die wat gruwelijk zijn, raad ik je aan om het schuingedrukte niet te lezen. Veel lees plezier! Hopelijk vinden jullie het wat} 

De warmte van de dekens verwarmde haar koude huid, die tintelde bij elke vlaag van wind die langs kwam. Het verwarmde haar witte zachte tenen, verwarmde haar armen waar de haren van overeind stonden. Locus haar ogen waren gesloten, om elk straaltje licht tegen te gaan. Elk straaltje ochtend licht dat door de gordijnen drongen. In haar rug voelde ze iets op en neer gaan, alsof er een buik lag die op en neer ging van het ademen. In haar nek voelde ze een zachte warme adem wat haar een kleine tinteling gaf. Ze wist van wie het was. Ze wist wie er naast haar lag, Vince. Met een moeizame en langzame beweging ging ze op haar andere zij liggen, waardoor ze Vince kon aankijken. Hij sliep nog, wat Locus er best schattig uit vond zien. De haren die door de war zaten, de ogen gesloten en de mond een beetje open. Hij zag er rustig en slaperig uit, wat ze op de een of andere manier erg schattig bij hem vond. Locus legde haar hand op zijn wang en wreef zachtjes over zijn wang met haar duim. Zijn huid voelde zacht aan, alsof het net gewassen was. Alsof er nooit een vuiltje op kwam te zitten. Locus keek in de ogen van Vince terwijl ze die slaperig zag open gaan. "Morgen," mompelde ze zachtjes en bleef hem kil aankijken. Al snel voelde ze dat hij zijn arm rond haar middel sloeg en haar dichter tegen zich aandrukte. "Morgen schoonheid," mompelde hij hees en zacht in haar oor. Een ochtendstem die charmant en lief klonk. Die een hees geluid kreeg bij elk woord dat hij zei. Locus bleef tegen hem aanliggen en sloot haar ogen weer. "Beetje geslapen?" vroeg ze erg zachtjes en begon met een plukje haar op zijn hoofd te spelen. Ze voelde en hoorde een kleine grom uit Vince zijn mond komen, waarna ze al snel een kus op haar oorlel voelde. "Perfect. En jij?" klonk er dan zacht in haar oor, waarna zij een knikje als antwoord gaf. 
Zijn ferme arm bleef Locus stevig vast houden, waardoor ze vast zat in zijn greep. Waardoor ze niet weg kon, niet kon omdraaien of kon gaan zitten. Ze zat tegen zijn lichaam aan geplakt, wat Locus eigenlijk geen probleem vond. Hoe dichter ze bij hem lag, hoe warmer het was. Hoe warmer het van binnen voelde en hoe warmer ze het van buiten had. De deken voelde ze niet meer door het zweverige gevoel in haar hoofd, wat haar ogen telkens deed sluiten. "Locus ben je nog wakker?" hoorde ze ergens in de verte een stem zeggen, die ze niet meer herkende. Die ergens wel tot haar door drong, maar niet te ontcijferen was van wie het kwam. "Locus blijf wakker. Je kan nu ni....," hoorde ze en de stem stierf weg. Weg van haar, waardoor de helemaal weg dommelde in een diepe onrustige slaap. Die haar gedachten op hol liet slaan, een gedachten die ze nooit had willen hebben. 

Ren. Ren harder, tot de bocht in de verte. Ze voelde de wind langs haar armen gaan, voelde haar haar heen en weer slaan. Voelde de wimpers bij haar ogen tegen haar huid slaan telkens als ze knipperde. Ze moest door rennen, zo hard ze kon. Ze moest de bocht langs, ze moest weg komen waar ze nu vast zat. Het was donker en koud. Een plek die ze niet herkende. Locus rende sneller en sneller, wanhoop was van haar gezicht af te lezen. "Ren niet weg van de waarheid Locus," klonk de stem weer die ze dacht nooit meer te horen. "Blijf staan en onderga ze." 
Maar Locus bleef door rennen. Ze wilde weg, ze wilde alles vergeten. Alles dat haar zo had gemaakt. Dat haar glimlach had doen vervagen, dat haar kil had gemaakt. Locus wilde enkel vluchten van de waarheid die ze kende. Ze wilde een andere waarheid creëren, want mogelijk in haar oren klonk. Maar diep van binnen wist ze ook wel dat dat niet kon. "Onderga ze zusje," klonk dezelfde stem weer wat Locus dit keer tot stilstand bracht. Bang, geschrokken en paniekerig keek ze rond haar heen. Zoekend naar de gedaante van de stem. Zoekend naar een uitweg, een plek waar ze in kon verdwijnen. 
"Vlucht niet voor de feiten die er zijn zusje, onderga ze, maar vlucht niet," klonk de stem weer waarna Locus een donkere gedaante voor haar zag staan. "Faith?" kwam stotterend uit mond, die de brok in haar keel duidelijk liet klinken. Haar knikkende knieën tikte tegen elkaar aan terwijl ze een stap in de richting van de gedaante zette. "Onderga ze, vlucht niet," hoorde ze weer en zag dat het gedaante haar kant op liep, met een gebroken glas in haar handen. Met bij elke stap een nieuw stukje gebroken glas op de grond verschijnend, die naar Locus toe rolde. "Onder ga het lot die je kent," klonk er weer van de gedaante vandaan waar Locus bang van achteruit deinsde. "Nee...Nee.. Nee Faith, please!!" riep ze bang maar de gedaante bleef maar naderen en naderen en naderen...

"Neee!!!!" schreeuwde Locus uit en ze sprong overeind. Snel ademend keek ze bang om haar heen, geschrokken van de droom die ze net voor ogen zag. Bang voor de woorden die nog steeds door haar hoofd galmde. Twee armen voelde ze rond haar heen geslagen worden waardoor ze bang om keek, recht in de ogen van Vince die bezorgd stonden. "Gaat het een beetje bloempje?" vroeg hij zacht tegen haar, de hese stem was weg. Verdwenen alsof dat ook een droom was geweest. Het had plaats gemaakt voor een bezorgde toon die zachtjes klonk. Die haar enkel wilde beschermen tegen alles wat er was. Locus schudde snel haar hoofd en kroop geschrokken en bang tegen hem aan, dicht tegen zijn borst aan waardoor ze zijn hart hoorde kloppen. Hij legde zijn hoofd op die van Locus neer en hield haar stevig vast. "Rustig maar Locus, rustig maar. Hier ben je veilig, er gebeurd je niks," fluisterde hij zacht tegen haar. Maar Locus had tijd nodig om ook die woorden te geloven. Nu waren enkel de woorden van de nachtmerrie waarheid. Nu geloofde ze enkel dat, en was ze er bang voor. Gaf het haar angst die ze liever weg wilde hebben. De armen van Vince voelde vertrouwt aan en een hele tijd lang bleef ze dicht tegen hem aangekropen zitten. Proberend rustig te worden. Proberend de nachtmerrie te vergeten wat ze slecht kon vergeten. 





Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro