Hoofdstuk 25

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Navarre

Navarre had niet verwacht dat Dorians huis er zo vervallen uitzag. Het huis was gemaakt van houten planken met ertussen meerdere kieren die de gure wind doorlieten. Het zou een regenbui niet tegenhouden.

Maar het was beter dan niets. Het bood iets van bescherming tegen de buitenwereld.

Navarre trok de kap van zijn mantel verder over zijn hoofd heen. De straat waarin ze zich bevonden stond bekend als een rustige straat. Navarre kon zich niet herinneren dat hij de straatnaam een keer in vergaderingen had horen vallen, wat een goed teken was.

In de verte hoorde hij mensen joelen, maar hier liep bijna niemand. Toch vreesde Navarre dat hij herkend zou worden.

Cayden deed de sleutel in het slot en duwde de deur krakend open, zodat ze tegenover een zwart gat stonden.

'Weet Dorian dat ik hier overnacht?' vroeg Navarre, terwijl hij de donkere leegte in liep. Het was er binnen kil; donker en koud door de wind die zijn weg naar binnen vond. Er stond bijna niets in het huis. Alleen een bank en een lage tafel in de woonkamer. De keuken zat in dezelfde ruimte als de woonkamer en bestond uit kastjes en een houten blad waarop het eten bereid kon worden. Het huis was gelijkvloers met twee deuren die toegang boden tot waarschijnlijk een slaap- en een badkamer. Het stelde niet veel voor. Toch kon Navarre zich voorstellen dat dit een paradijs was voor iemand die anders genoodzaakt was op straat te leven. Dorians situatie had een stuk slechter kunnen zijn.

'Wanneer had ik daar de tijd voor? Ik moest meteen jou zoeken. Dorian zal het vast goed vinden.'

Navarre keek om zich heen, was niet zeker wat hij moest doen. Hij voelde zich een indringer.

De geur die er in de straat en het huis hing was geen aangename, de geur van urine en uitwerpselen vermengd met zweet dat van Navarre afkomstig was. Navarre had dringend een bad nodig, maar hij wist niet wanneer hij daar de mogelijkheid voor had. Hij wilde terug naar het kasteel, niet alleen om zichzelf op te frissen maar ook om met zijn broer te praten.

'Wil je op de grond slapen of in het bed?' vroeg Cayden.

'Op de grond is een optie maar de bank niet?'

'Ik zou als ik jou was niet op de bank gaan slapen,' zei Cayden. 'Het mag natuurlijk, maar ik raad het niet aan.'

Navarre fronste, maar het drong ineens tot hem door wat Cayden bedoelde. Dat hoefde hij eigenlijk niet te weten. 'Ik ga wel op de grond, neem jij het bed maar.'

'In de slaapkamer vind je lakens. Ik ga ervandoor.'

Zonder op een reactie van Navarre te wachten, liep Cayden door de deur naar buiten. De deur klikte dicht.

Met een zucht trok Navarre zijn handschoenen en mantel uit en legde die op de tafel, ondanks dat het fris was.

Als Navarre iets niet kon, dan was het stilzitten. Vooral als er dreigde oorlog uit te breken. Navarre hield van vrijheid, vrijheid die hij al nachtenlang had moeten missen. Eerst was hij een gevangene geweest van Hassan en nu kon hij weer geen kant op.

Het was maar voor een nacht, hield Navarre zich voor.

Navarre opende de deur waar Cayden eerder naar had gewezen en vond de kleine slaapkamer. In de hoek lagen enkele lakens opgevouwen. Hij nam ze mee naar de woonkamer en besloot zijn slaap in te halen. Veel meer kon Navarre niet doen op dit moment.

Hij legde een laken op de harde ondergrond en de andere legde hij over zich heen. De lakens roken een stuk frisser dan zijn mantel, maar boden haast geen warmte tegen de kille nachtlucht.

Hoewel Navarre op zijn hoede was geweest, moest hij wel in slaap zijn gevallen, want hij werd wakker van stemmen. Verward opende hij zijn ogen en zag Cayden en Dorian op de bank zitten die diep in gesprek waren.

Cayden was de eerste die opmerkte dat Navarre wakker was. Cayden had zijn arm losjes op de bankleuning gedrapeerd en wierp een geamuseerde blik op hem. 'Ik vroeg me al af of je wakker zou worden.'

'Wat?' Navarre registreerde maar half wat Cayden had gezegd.

'Je hebt de lunch gemist,' zei Cayden. Dat betekende dat Navarre lang geslapen had. Toch voelde het niet zo aan.

Vermoeid ging Navarre rechtop zitten. Met een hand haalde hij zijn haren uit zijn gezicht. Te laat had hij door dat zijn verbrande hand ontbloot was en dat de vriend van Cayden ernaar staarde.

Navarre kwam op de conclusie dat het hem niets meer uitmaakte. Hij voelde zich onrustig, gespannen. Navarre stond op en pakte zijn mantel die nog op de tafel lag.

'Jij gaat nergens naartoe,' zei Cayden waarschuwend. 'Ik heb het je al gezegd. Ik wil niet dat de koningin mij ergens van gaat verdenken.'

'Jij ging anders wel weg,' wees Navarre hem erop.

'Ik heb de duisternis als dekmantel. Er is niemand die mij ziet.'

Navarre had nog steeds zijn mantel vast, maar maakte geen aanstalten om weg te lopen. Zodra Navarre herkend werd, zouden er vragen komen die geen van hen kon beantwoorden. Het frustreerde hem dat Cayden gelijk had.

'Weet Elwyn dat ik terug ben?' vroeg Navarre.

'Ja.'

Dat maakte Navarre ietwat rustiger. Hij wilde vragen of Elwyn nog iets had gezegd, maar Dorian was hem voor. 'Jij was de laatste persoon waarvan ik dacht die het vuur kon hebben.'

Navarre keek Cayden beschuldigend aan. Natuurlijk had Cayden het tegen zijn vriend verteld.

Cayden haalde enkel zijn schouders op.

'Ik houd het geheim,' beloofde Dorian. Het waren loze woorden. Navarre kon hem niet erop vertrouwen.

'Hassan dacht er hetzelfde over. Het was het waard om de schok op zijn gezicht te zien.'

Dorians mondhoek leek omhoog te trekken, haast alsof hij Navarres opmerking grappig vond, maar hij kreeg zijn gezicht snel in de plooi. Dorian richtte zijn aandacht weer op Cayden. 'Ik moet gaan. Als ik iets hoor, geef ik het aan je door.'

Hoewel Navarre van Dorian in zijn huis mocht verblijven, wilde Dorian niet te lang met hem in een ruimte doorbrengen. Navarre kon het hem niet kwalijk nemen. Dat effect had hij op meerderen.

Dorian kuste Cayden kort op zijn lippen en zei: 'wees voorzichtig.'

'Dat ben ik altijd,' zei Cayden. 'Ik kan het beter tegen jou zeggen.'

Dorian gaf hem een duw en liep toen weg. De deur sloot achter hem.

Cayden glimlachte, maar die glimlach verdween toen hij Navarre in het oog kreeg. 'Net als jou zou ik blij zijn om mijn eigen gang te kunnen gaan, maar we moeten nog even voorzichtig zijn,' zei Cayden.

'Jij kan tenminste naar buiten.'

'Niet op de manier zoals ik wil en ik ben niet lang weggebleven. Ik heb de tijd vooral gedood met een boek,' Cayden tikte op het boek dat op de bankleuning lag, 'en daarna ben ik ook naar bed gegaan.'

Cayden probeerde het te verbergen, maar de afstandelijkheid straalde van hem af. Het klonk door in zijn stem. Er zat minder emotie in.

Navarre wist wat de reden daarvoor was. Zo had Navarre precies tegen Valerie gedaan, al dan niet erger. Navarre had Valerie bijna gedood.

Blijkbaar kon Cayden zich ook geen seconde langer in dezelfde ruimte als Navarre bevinden, want hij liep alweer naar de deur toe.

'Je gaat?' vroeg Navarre onthutst.

'Ja, maar geen zorgen, je overleeft het vast zonder mij.'

De deur viel weer dicht en de ruimte werd overspoeld door stilte. Chagrijnig staarde Navarre naar de deur. Het deed hem ergens pijn dat Cayden zo tegen hem deed. Navarre beschouwde Cayden niet als een vriend, maar eerder als een broer, iemand die altijd in zijn leven zou blijven. Dat zag Navarre nu niet meer gebeuren.

Het was duidelijk dat Cayden niets met hem te maken wilde hebben, het vuur ontvluchtte alsof het besmet was.

Navarre besloot aan de lunch te beginnen, want er stonden nog broodjes met salades klaar en hij nam aan dat ze voor hem waren bedoeld. Hij pakte vervolgens Caydens boek, een nonfictieboek dat ging over een soldaat die te kampen had met verschillende problemen na in een oorlog gevochten te hebben. Het verhaal werd vormgegeven in een dagboek. Het was interessant genoeg om de tijd te vullen, totdat het wel erg dicht bij Navarre kwam.

Hij klapte het boek dicht. Flashbacks over de zuiveringen verschenen voor zijn geestesoog. Hij hoorde hoe ze schreeuwden, smeekten om genade. Een schuldgevoel vermengd met haat overweldigde hem. Toen de deur openging, sloeg zijn hart over zijn schrik. Navarre legde het boek op de grond. Hij verwachtte Cayden, maar het was zijn broer.

Elwyn wilde op hem aflopen, zag toen zijn geschokte gezichtsuitdrukking, en bleef staan. 'Gaat het?' vroeg Elwyn.

'Ik had het boek van Cayden niet moeten lezen,' zei Navarre.

Elwyn volgde Navarres blik. 'Dat is altijd op eigen risico.'

Elwyn overbrugde de afstand tussen hen en omhelsde hem. Het voelde goed om weer bij zijn broer te zijn. 'Ik ben blij dat je terug bent,' zei Elwyn.

'Ze weten het van het vuur,' zei Navarre meteen, alsof die bekentenis geen moment langer bedwongen kon worden.

'Cayden heeft me het verteld, ja,' zei Elwyn. Hij liet Navarre los en staarde hem aan met zijn doordringende blauwe ogen. 'Ik had alleen niet gewild dat je het vuur gebruikte in het bijzijn van Hassan.'

'Ik wist niet wat ik anders moest doen.'

'Wat als dit nieuws bekend wordt?' vroeg Elwyn, ondanks dat hij het antwoord daarop wist.

Het was een antwoord dat geen van hen aanstond. 'Dan zal ik opgejaagd worden en ben jij diegene die de macht moet grijpen.' Elwyn zou kunnen voorkomen dat Edlynne de macht kreeg over het maanrijk.

Elwyn perste zijn lippen grimmig op elkaar. 'Dat kan ik niet. Ik kan niet eens heersen over Nirvelli. Het volk vindt mij één grote grap. Ik ben onervaren, ik kan vragen van het volk niet beantwoorden en kom over als een idioot.'

'Je moet net doen alsof je alles weet. Ze geloven alles wat je hen vertelt, zolang je zelfverzekerd overkomt, omdat je een titel hebt,' zei Navarre. 'Dat is het geheim.'

Elwyn schudde zijn hoofd. 'Zo makkelijk is het niet.' Hij leek een tint bleker te zijn geworden.

'Ik heb je vaak genoeg zelfverzekerd horen klinken. Tegen mij ben je altijd zeker van je zaak.'

'Niet als ik voor een grote groep sta of als ik moeilijke beslissingen moet maken.'

'Je deed het goed tijdens de inauguratie. Ook al vind je het eng, je kunt die knop omzetten. En je zult nooit zulke slechte beslissingen als ik maken,' zei Navarre luchtig. Hij had niet alleen zichzelf ermee beschadigd, maar ook anderen.

'Dat is waar.'

'Zie je? Het komt wel goed.'

'Ik geloof niet dat het goedkomt,' zei Elwyn. 'Ik geloof dat elke beslissing die wij maken ons dichter bij een oorlog brengt. Laten we hopen dat jouw gave niet bekend wordt. Waarom moet het steeds om jou draaien?'

'Denk je dat ik erom sta te springen om nog beruchter te worden dan ik al ben?'

'Je bent altijd al een aandachtszoeker geweest.'

'Daar kies ik niet bewust voor.'

Elwyn zuchtte, maar glimlachte toen lichtjes. 'Het valt me van je tegen dat je netjes doet wat Cayden zegt en je hier verschuild.'

'Cayden wilt niet dat de koningin hem van zijn duisternis gaat verdenken.'

'En jij ook niet.'

'Nee.' Navarre wist niet wat er zou gebeuren als de duisternis van Cayden bekend werd, maar iets in hem zei dat het niet positief zou zijn.

'Verstandig.'

'Ik vertrouw hem,' zei Navarre. Niet voor de volle honderd procent, maar Cayden stond aan hun kant. Hij had dat meerdere keren bewezen.

'Dat mag. Jij hebt de neiging om pestkoppen te vertrouwen, net zoals je Eragen in vertrouwen neemt. Maar ik vertrouw hem niet.'

'Jij mag Eragen niet, omdat iedereen denkt dat hij het ijs stuurt en hij dat niet ontkent.'

Elwyn snoof minachtend.

'Hij is bang voor jou,' zei Navarre.

'Niet bang genoeg blijkbaar.'

Navarre voelde zijn mondhoek geamuseerd omhoogtrekken. 'Wat heb je zelfs gedaan?'

'Ik heb met hem erover gesproken.'

'Net zoals je met mij hebt gedaan toen je mij dwong het vuur te gebruiken? Ik snap precies wat je bedoelt.'

'Ik moest wel. Ik wil je niet zien wegkwijnen,' gaf Elwyn toe.

'Ik maak me ook zorgen om jou,' zei Navarre. 'De laatste tijd zie ik jou alleen nog maar met die wallen. Slaap je wel?'

'Ik overleef het. Ik zou me eerder zorgen om jezelf maken. Moeder zal woest worden als ze hoort wat jij hebt gedaan.'

Navarre haalde zijn schouders op. 'Ik ben niet bang voor mams.' Het was een leugen en Elwyn zag er dwars doorheen. Zijn ogen vernauwden zich.

De deur ging open en Cayden kwam binnen. Hij was niet verbaasd om Elwyn te zien. 'Je kunt gaan en staan waar je wilt,' zei Cayden tegen Navarre, die naar buiten wees.

Navarre knikte. Hij pakte zijn mantel en liep zonder iets te zeggen langs Cayden heen naar buiten.

'Elwyn, kunnen wij nog even praten?' vroeg Cayden.

Elwyn zuchtte. 'Mijn agenda voor vannacht staat vol.'

'Als je tijd hebt om je broer op te zoeken, heb je ook vast een paar minuten de tijd om met mij te praten. Het is belangrijk. Ik vraag niet veel van je tijd.'

Elwyns blik vond die van Navarre. 'Wanneer ga je met moeder praten?'

'Nu.'

'Moet ik je helpen?'

Navarre schudde zijn hoofd. 'Praat jij maar met Cayden. Je hoeft ook niet daarna te komen. Ik red het wel.'

Het was duidelijk dat Elwyn naar een uitweg zocht om onder Cayden uit te komen. Navarre wilde echter in zijn eentje met zijn moeder praten. Moeder zou woest worden als Navarre de waarheid zou onthullen en dat was precies wat Navarre van plan was.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro