Morgen begint eindelijk de vakantie.

Dat betekent dat ik naar Douwe kan :).

Ik heb gevraagd aan m'n ouders of ik bij Kelly kan logeren, zodat ik langer bij Douwe kan blijven. Gelukkig vonden ze het goed.

Na een lange tocht kom ik eindelijk aan.

Ik klop zachtjes op de deur.

"Huisbrandolie" fluister ik.

Geen reactie.

Shit, er is toch niks gebeurt??

"Huisbrandolie" zeg ik nu iets harder.

Nog steeds geen reactie.

Ik maak me echt zorgen.

"Douwe? Huisbrandolie!" zeg ik nog wat harder.

Ik klop wat harder op de deur.

"HUISBRANDOLIE!" schreeuw ik door de hele straat.

Ik bons hard op de deur.

Verdrietig doe ik een paar stappen achteruit.

Dit kán niet, hij kán niet weg zijn!

Zuchtend pak ik m'n fiets.

Ik wil net weg fietsen, als de deur open gaat.

Douwe staat gapend in de deuropening.

Ik stap snel af en ren naar hem toe.

"Omg je bent er nog!" zei ik blij terwijl ik hem omhels.

"Ja, sorry, ik sliep" zegt hij lachend.

"Achnouja, ik heb een paar spelletjes meegenomen. Als je wilt kan ik hier vannacht blijven. Ik heb een slaapzak bij."

"Dat lijkt me heel gezellig" antwoordt hij.

"Zullen we pesten?" vraag ik. "Ik heb ook een stok kaarten bij."

"Ja is goed!"

We gaan zitten en ik begin te schudden.

Ik ben er alleen niet zo goed in, aangezien de helft op de grond valt.

"Oeps" lach ik.

We duiken allebei onder de tafel om kaarten op te raken.

Er ligt na een tijdje nog één kaart. Allebei willen we hem pakken, waardoor we elkaars hand aanraken.

Ik begin te blozen.

Douwe en ik kijken elkaar aan.

Smut is coming🌚.