Hoofdstuk 3: het Capitool.

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Ik wordt uit mijn slaap geschud door een schok.
Ik schiet omhoog en merk dat de trein is gestopt.
Peeta slaapt nog steeds.

Ik ren uit bed en doe mijn kleren aan.
Ik doe mijn haar snel in een vlecht en poets mijn tanden.

Ik haast me naar de 'woonkamer' en pak wat eten.
Ik prop het in mijn mond en drink wat water.

Dan zie ik dat Peeta ook half slapend uit de kamer komt.
Zijn shirt heeft hij half aan en zijn sokken hangen half van zijn voeten.
Zijn haar staat alle kanten op en hij heeft wallen onder zijn ogen.

Ook goedemorgen. Zeg ik lachend.
Hij zucht en grist wat eten van de bordjes.

Hij eet het op en drinkt wat water.

Dan gaat er een deur open en Effie komt vrolijk aangelopen.
We zijn er! Zegt ze opgewonden.

Ik sta op en doe mijn schoenen aan.

Peeta doet hetzelfde.

A a. Peeta.
Ga eerst je haar doen. Zegt Effie commanderend.

Hij zucht en loopt naar zijn eigen slaapkamer.

~

Na een tijdje komt hij terug.
Ik sta tegen de muur te wachten en zeg:
Heb je 3 potten gel in je haar gedaan ofzo.

Ik kijk hem geïrriteerd aan.

Hij rolt met zijn ogen en komt aangelopen. 

Effie doet een deur open en gelijk horen we allemaal gejuich.

Ik stap naar buiten en zie dat zowat de stad op ons staat te wachten.
Ze beginnen te juichen en te brullen.

Peeta begint te zwaaien en ik een klein beetje.

Effie leidt ons door de stoet naar een enorm gebouw.
Ze doet de deur open en ik herken gelijk de plek.

Ze duwt ons in een lift en drukt op:
12.

We schieten omhoog en ik verstijf helemaal.
Ik klem me vast aan de leuningen en vervoer geen vin.

Ik hoor Peeta lachen.

Ik steek mijn tong uit en val bijna op de grond van de schok, als we boven zijn aangekomen.

Peeta helpt me overeind en trekt me de lift uit.
Gelijk zie ik het oude vertrouwde penthouse.

Ik voel me er gelijk veilig en loop direct naar mijn slaapkamer.

Ik ga op het bed zitten.
Ik ga liggen en ruik dat het net is verschoond.

Dan komt Effie de kamer binnen en zegt: eten.

Effie. Je verpest mijn moment. Zeg ik.
Ze lacht en loopt weg.

Ik sta op en zie dat de tafel vol staat met een heerlijke lunch.

Ik ga zitten en zie dat Peeta ook erbij komt zitten.
Hij kiest de stoel naast me en pakt een broodje.

Hij legt hem op zijn bord en pakt een eitje.
Kan ik vragen of ik een gepocheerd eitje mag? Vraagt hij.

Effie knikt en geeft de bediening een seintje.
Ze lopen direct naar de keuken toe.

Ondertussen heb ik een heerlijk zacht broodje van de tafel gepakt.
Ik ruik er eens goed aan en vind het verrukkelijk.

Ik begin langzaam te eten en neem kleine hapjes.

Je mag hier zoveel eten als je wilt. Zegt Effie.
Ik knik en ga verder met eten.

~

Waar is Haymitch eigenlijk? Vraagt Peeta.

Die is niet meegegaan, want hij is niet uitgekozen.
Is hij dan niet onze mentor? Vraag ik.

Nee dit jaar heeft geen enkel district een mentor.
Pff. Wat een flauwekul. Zeg ik.
Wat heb je aan deze spelen als je geen eens een mentor hebt.

Effie zucht en eet verder

~

Ik sta op van tafel als Effie me zegt om nog even te blijven zitten.

Morgen gaan we beginnen met de oefeningen.
Je hebt vier dagen en je moet 4 gekozen oefeningen doen.
Voor de rest mag je het zelf weten.

Ik knik en sta op.
Ik loop naar mijn kamer en ga op mijn bed liggen luieren.

~

Als het avond is komt Effie (zoals gewoonlijk) mijn kamer binnen om te zeggen dat we gaan eten.

Ik sta erg traag op en loop naar de tafel. Ik plof neer op een stoel en schep spaghetti op.

Ik begin lekker te eten als ik een klap hoor.

Ik schiet van mijn stoel en ren naar Peeta's kamer.
Ik gooi de deur open en zie dat Peeta hard over zijn voet aan het wrijven is.

Wat heb je nou weer gedaan? Vraag ik.

Hij wijst naar zijn kast en ik zie dat er een la uit is.

Lekker slim. Zeg ik.

Ik loop naar hem toe en zeg: mag ik even kijken?
Hij knikt.

Ik trek de sok naar beneden en zie direct een dikke plek op zijn voet.

Ik zit eraan, maar dan trekt hij zijn voet terug.
Niet doen. Zegt hij.

Jaja. Zeg ik.

Ik trek de sok van zijn voet af en zie dat zijn voet voor een deel dik en blauw is.

Dit kan je niet echt gebruiken nu. Zeg ik.
Ik kijk hem scherp aan.

Je bent echt onhandig. Hoe wil jij overleven als je zo'n dikke voet hebt.

Ik begin boos te worden.

Peeta kijkt me geschrokken aan.
Ik ben nou eenmaal niet erg handig.
Zegt hij zachtjes.

Ik zucht diep.
Als het zo door gaat overleef je het niet.
Zeg ik.

Hij staart een beetje naar voren als ik zijn hand pak.

Kom. We gaan eten. Zeg ik.

Hij gaat zitten en legt zijn arm over mijn schouder.
Ik trek hem omhoog en we strompelen naar de deur.

Ik doe hem open en zie dat Effie naar ons kijkt.
Ze staat op en loopt met 'haar loopje' naar ons toe en neemt Peeta's andere arm.

We slepen hem mee naar de tafel en zetten hem op een stoel.

Hij schept zijn eten op en begint langzaam te eten.
Af en toe geef ik hem een boze blik.
Dan kijkt hij snel weg.

~

Na het eten loop ik naar Peeta toe en trek hem overeind.
Ik pak zijn arm en we lopen naar zijn kamer.

Ik laat hem los en hij gaat op bed zitten.

Je moet er morgen zelf op lopen. Zeg ik.
Hij knikt en gaat liggen.

Ik loop zijn kamer uit en ga naar mijn eigen kamer.
Ik trek in een rap tempo mijn pyjama aan en ga in bed liggen.

Ik sla de dekens goed over me heen en neem nog een kijkje op mijn wekker.

Het is half 11.

Ik sluit mijn ogen en val in slaap.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro