Hoofdstuk 26

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Bella pov.

Ik ben zo opgelucht wat Edward ervan vond. Hij is helemaal blij voor me. Dat had ik zo niet verwacht. Weetje wat zo grappig is. Iedereen van mijn familie kan niet de doden zien, maar als ik mijn gave gebruik kunnen ze wel opeens doden zien.

Ik heb ze mijn moeder voorgesteld. Edward kent haar wel natuurlijk maar de rest van de familie kende haar niet. Alice zegt dat ik veel op mam lijk. En dat maakt mij echt super blij.

"Bella, Bella... zullen we vandaag gaan shoppen?", vraagt Alice en snel word ik uit mijn gedachten gehaald.

"Uwmm... ja hoor", zeg ik om niet vervelend voor Alice te doen. Alice weet dat ik shoppen haat alleen ze dringt altijd heel erg aan om te gaan shoppen dat ik het zielig vind om nee te zeggen.

"Super!!!"

*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*^*

Wanneer we in de auto zitten en ik zit op Edward's schoot, rijden we naar het winkelcentrum. "Dit is echt hartstikke lief van je Bella, maar voortaan kan je ook echt wel nee zeggen. Ik ken je te goed", zegt Edward liefjes.

"Ja, dat weet ik alleen wil ik haar geen verdriet doen", zeg ik betreurd. Edward pakt m'n kin vast en ik moet hem nu in zijn gezicht kijken. Zijn adem streelt over mijn gezicht en ik kijk in zijn gouden ogen.

"Alice vind het vast niet erg als je eerlijk bent. Eerlijk is beter dan liegen"

Ik knik.

Wanneer we aankomen bij een reeks gebouwen parkeren we de auto's en lopen naar de gebouwen toe.

Als we voor een damen's kledingzaak staan zegt Alice: "Oké, opsplitsen, de jongens gaan naar de heren zaken en wij gaan heerlijk naar de damen's kledingzaken"

Edward en ik later elkaar handen los en ik loop met Alice de kledingzaak binnen.

30 minuten later...

Met een hand vol met kleren loop ik naar de pashokjes. Wanneer ik een spijkerjurkje aan doe voel ik het om me heen draaien. Ik val op de grond neer in het pashokje en kijk naar de spiegel. Ik zie mezelf met grote ogen en een héél wit gezicht. Hij is witter dan ik ooit heb gehad in mijn vampier leven. Als ik mezelf weer wat gekalmeerd heb sta ik op en kijk naar mijn handen.

Wat is er mis met me?

Alice pov.

Wanneer ik buiten sta voor Bella's pashokjes hoor ik ineens een harde klap.

"Bella Bella, gaat alles goed?", zeg ik snel maar ik hoor geen antwoordt. Ik zet nog een keer haar naam maar ik krijg nog steeds geen antwoordt. Dan besluit ik om iets te doen. Ik duw het gordijn van Bella's pashokje weg en kijk in een heel wit gezicht. Ik weet dat vampiers een wit gezicht hebben maar zo wit heb ik hem nog nooit gezien.

"Bella, gaat alles wel goed", zeg ik verschrikt maar ook benauwd. Ze kijkt me nog steeds met grote ogen aan.

"Alice, ik denk dat ik ziek ben?"

Ik kijk haar verschikt aan. We moeten nu onmiddellijk naar huis.

"Bella, we moeten nú naar huis", zeg ik en ik kijk naar Bella's gezicht. Ze knikt.

Edward pov.

Wanneer ik voor een super mooie sieraden winkel sta, speur ik met mijn ogen naar een mooie ketting. Een zilveren ketting met een donkerblauwdiamant bedeltje eraan. Misschien zou ze die wel mooi vinden? of niet?

"Emmet en Jasper, kunnen jullie je mening geven over deze ketting", zeg ik en ik wijs naar de ketting met de donkerblauwdiamant bedeltje.

Ze kijken allebei heel nauwkeurig ernaar. "Ik vind het prachtig", zegt Jasper. "Ik ook", zegt Emmet met een grijns. Ik kijk ze allebei blij aan.

"Dit word hem"

Opeens word ik gebeld. Snel neem ik op en wanneer ik mijn telefoon weer dichtklap ren ik op mensen tempo naar de auto.

"Ik moet naar Bella"

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro