But I am happy there

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Meteen gaat Plien er tegenin en zegt tegen mij, ik wil hier blijven bij jouw! Ik schudt mijn hoofd en zeg, dat kan niet, je hebt thuis nog veel vriendjes en vriendinnetjes en papa en mama en ook nog Mart, Tijl en Femke. Plien wil er tegenin gaan maar ik praat snel verder, papa en mama zouden nog verdrietiger worden dan ze nu al zijn en het is heel raar als 2 meisjes verdwijnen uit de zelfde familie. Nog steeds wil Plien er tegenin gaan maar ik ben het nu een beetje zat dat ze niet naar me luisterde dus zeg ik, einde discussie je gaat gewoon. Nu zegt Plien niets meer en kijkt ze me alleen verdrietig aan. Ik trek haar naar me toe en geef haar een dikke knuffel, ondertussen zeg ik tegen haar, ik zal vaak langs komen en je hiernaar toe meenemen maar je kan hier niet voor altijd zijn. Plien knikt. Ik kijk Plien recht in haar ogen en zeg tegen haar, ik doe dit niet omdat ik niet van je hou maar omdat ik denk dat je thuis veel gelukkiger zal zijn. Plien knikt weer alleen en ik zie een tranen in haar ogen komen. Ik zeg glimlachend tegen Plien, ik ga niet dood hoor. Plien zegt met een zacht stemmetje, dat weet ik maar ik sla je missen en ik weet dat je niet met me meegaat en daar blijft. Ik schudt mijn hoofd en zeg, daar heb je gelijk in. Het is een hele tijd stil en dan zeg ik tegen Plien, zullen we zo gaan? Plien knikt en ik neem Plien mee naar beneden om te zorgen dat ze de jongens gedag kan zeggen. We klimmen naar benden en ik roep, jongens komen! Plien gaat naar huis! Meteen zie ik een paar jongens naar beneden klimmen. Als alle jongens beneden zijn zeg ik, Plien gaat nu naar huis. Ik hoor meteen een paar jongens roepen, waarom? Kan ze niet blijven. Ik schudt mij hoofd en zeg, nee ze moet naar huis maar ze mag wel vaker terug komen. De jongens knikken en dan komt Nibs naar voren en zegt, Plien ik vond het leuk dat je hier even was. Meteen komen meer jongens naar voren om dat of iets anders te zeggen. Tootles geeft Plien zelfs een knuffel. Uiteindelijk stapt Rufio als laatste naar voren en maakt een buiging voor Plien terwijl hij zegt, het was mij een genoegen om u te ontmoeten. Plien schiet in de lach en maakt ook een buiging terwijl ze zegt, dat vond ik ook. Ik glimlach en zeg tegen Rufio tot straks. Ik draai me naar Peter om ( ik had al met hem afgesproken dat hij weer mee zou gaan ) en vraag waar tinkerbel is. Peter haalt zijn schouders op en geeft me een zakje, ik kijk er in en zie elfenstof glinsteren. Ik zeg tegen Plien denk aan mooie dingen. Plien knikt en knijpt weer haar ogen dicht, ik strooi wat elfenstof over haar heen en ze vliegt meteen. Ik vlieg naar Plien toe en pak haar hand. We vliegen de boom uit tot we boven de wolken vliegen. We vliegen door de tunnel, even later vliegen we boven Nederland en nog wat later zie ik mijn huis.

Het begint al licht te worden als we de kamer van Plien en Mart's kamer binnen komen. Mart ligt nog te slapen dus ik gebaar stil te zijn. We landen allemaal op de vloer en ik geef Plien een knuffel. Dan zeg ik tegen haar, je mag tegen helemaal niemand zeggen dat ik hier ben geweest, oké? Plien knikt maar zegt dan toch, zelfs niet tegen mama of papa? Nee zelfs niet tegen mama of papa, zeg ik tegen Plien. Plien knikt en klimt dan haar hoogslaper in. Ik vlieg een klein stukje omhoog om haar nog 1 knuffel te geven. Opeens hoor ik de deur piepen. Snel zeg ik tegen Peter wegwezen! Peter is net het raam uit als ik achter me de stem van mijn vader hoor zeggen, Lilly? Ben jij dat? Gaat hij verder.

Ik draai me om want ik weet dat hij me toch al heeft gezien en het dus geen nut heeft om weg te vliegen. Ik land op de grond maar ga niet naar mijn vader toe. Peter heeft mijn vader gehoord en vliegt naar binnen en komt voor mijn staan met zijn zwaard getrokken. Snel stap ik naar voren en duw voorzichtig het zwaard naar beneden en zeg tegen hem, niet doen, dat is mijn vader. Langzaam laat Peter zijn zwaard zakken. Dan kijk ik mijn vader aan en zeg, hoi pap. Mijn vader kijkt Peter vreemd aan en.... een klein beetje bang denk ik zelfs. Dan zegt mijn vader, wie is dat? Ik antwoord, hem pap dit is Peter. Je weet wel uit de sprookjes van Peter pan.... Alleen is dit de echte Peter. Mijn vader knikt langzaam en vraagt aan mij ( terwijl hij nog steeds naar Peter blijft kijken ), waar ben je al die tijd geweest? En waar om ben je weggegaan? En waarom ben je met Plien hier weg gegaan? Gaat hij verder. Ik denk even na en zeg dan, je gaat toch nooit geloven waar ik ben geweest. Mijn vader haalt zijn schouders op en zegt, dat weet ik pas als ik het heb gehoord. Oke dan vertel ik het je wel, zeg ik tegen mijn vader. Ik haal even heel diep adem en begin dan met vertellen, ik was boos op jullie omdat jullie weer zeiden dat ik moest opgroeien terwijl ik dat niet wilde. Toen kwam Peter naar mij toe en hij heeft me meegenomen naar Neverland. Even blijf ik stil om te weten hoe mijn vader zal reageren. Mijn vader gebaard dat ik verder moet maar ik zie wel dat hij me niet echt geloofd. Ik ga verder met vertellen en zeg, op Neverland heb ik de lostboys ontmoet. En kapitein hook en al zijn klote... ik bedenk me omdat We nog in de kamer van Plien en Mart zijn en Plien nog wakker is. Ik zeg tegen mijn vader, kunnen we dit eigelijk ook buiten bespreken? Even aarzeld mijn vader maar dan knikt hij. Hij loopt naar de deur maar draait zich dan om omdat hij waarschijnlijk heeft gemerkt dat ik niet achter hem aan ga. Ik zeg tegen hem, loop jij maar naar beneden ik zie je zo wel buiten. Mijn vader knikt maar blijft toch staan. Ik zucht. Ga nou maar, zeg ik tegen hem, ik ga echt niet weg. Nu loopt mijn vader wel de deur uit naar beneden. Ik vlieg samen met Peter naar buiten maar net voordat ik buiten ben zeg ik tegen Plien, ga maar slapen en ik zie je wel de volgende keer weer. Plien knikt en gaat liggen. Ik vlieg het raam uit en doe die dan dicht. Achter me hoor ik Peter zeggen moeten we nu niet gewoon weg vliegen. Ik draai me om en zeg, nee dat kunnen we niet doen. Dan vlieg ik naar beneden waar ik mijn vader al zie staan ( die zijn mond open heeft ) als ik voor hem sta hoor ik mijn vader mompelen, ik droom, dit kan niet, ik ben gewoon aan het dromen. Ik kijk mijn vader bezorgt aan en zeg tegen hem, je droomt niet pap. Mijn vader schudt zijn hoofd en mompelt nog steeds, dit kan niet, ik ben aan het dromen. Ik loop naar mijn vader toe en geef hem een knuffel en zeg tegen hem, pap ik ben er echt, je droomt niet. Mijn vader kijkt me met grote ogen aan en zegt, hoe kan je vliegen. Ik haal mijn schouders op en zeg, geen idee. Maar ik kan het wel. Ga ik verder. Mijn vader knikt verward en gaat dan op het bankje zitten dat in onze tuin staat. Na 5 minuten zegt hij, ik wil dat je weer thuis komt wonen. Ik had dit al verwacht en daarom had ik gehoopt dat het nog een tijd zou duren voor ik mijn vader of moeder zou tegenkomen. Ik zucht en zeg, dat gaat niet pap. Mijn vader die naar de grond had zitten kijken kijkt me nu aan en vraagt, waarom niet. We zullen zorgen dat je hier gelukkig wordt en..... Ik onderbreek mijn vader en zeg, pap, ik kan hier niet gelukkig zijn want hier zal ik ouder worden en daar niet. En daar ben ik wel gelukkig, vervolg ik. Mijn vader staat op en loopt naar mij toe terwijl hij zegt, maar ik zorg dat je hier gelukkig bent. Ik deins achteruit omdat hij op mij afkomt ( ik denk omdat ik in Neverland heb geleerd dat volwassenen niet te vertrouwen zijn). Mijn vader ziet dat ik achteruit deins en blijft staan, hij kijkt goed naar me en als hij me weer aan kijkt lijkt hij verbaasd. Hij zegt tegen me, je bent veranderd. Meteen schud ik mijn hoofd en zeg tegen hem, nee ik heb een plek gevonden waar ik mezelf kan zijn, dat is wat je nu ziet. Mijn vader vraagt aan mij, waarom loop je dan achteruit als ik naar je toe kom? Ik zucht en zeg, ik heb geleerd dat volwassenen niet te vertrouwen zijn. Mijn ik ben je vader! Roept mijn vader. Ik zie dat het hem pijn doet dat ik achteruit deinsde. Ik loop snel naar hem toe en geef hem een knuffel. Heel even aarzelt mijn vader maar dan geeft hij mij ook een knuffel. Ik kijk mijn vader aan en vraag, hoe gaat het hier? Mijn vader kijkt me een beetje droevig aan en zegt, niet zo heel goed Femke zegt bijna niks meer, Mart speelt nooit meer thuis, Plien kan s'avonds alleen maar huilen en Tijl gaat elke ochtend in je kamer kijken of je er bent. Ik knik bedroeft en vraag, kan ik iets voor jullie doen. Mijn vader schud bedroeft zijn hoofd. Dan bedenk ik iets, ik ren het huis in en ga als eerst naar de kamer van Tijl, ik ga naast Tijl op zijn bed zitten en leg mijn hand op zijn hoofd. Dan fantaseer ik dat hij droomt, dat hij op een draak vliegt en dat hij opeens mij ziet. Ik vlieg naast hem en zeg, Tijl ga weer gezellig met je vriendjes spelen n weet dat ik gelukkig ben. Ik hoor Tijl mompelen, kom je ooit nog terug? Ik zeg tegen Tijl, ik denk het niet maar ik zal wel een keer naar je toe komen en je voor 1 dag meenemen naar Neverland. Ik voel Tijl onder mijn hand knikken n dan haal ik mijn hand van zijn hoofd af. Mijn vader staat achter me en kijkt me vragend aan. Ik leg hem uit, ik kan als ik het me inbeeld dingen laten verschijnen en blijkbaar ook dromen maken en dat heb ik nu gedaan. Mijn vader knikt en vraagt, wat heb je hem laten dromen. Dat hij op een draak vloog en mij zag en dat hij zich geen zorgen meer om mij hoeft te maken, zeg ik tegen mijn vader. Mijn vader knikt en ik loop naar de kamer van Plien en Mart. Plien laat ik gewoon liggen ( ze slaapt al ) maar ik loop wel naar Mart toe. Ik doe het zelfde als bij Tijl alleen nu laat ik Mart dromen dat we samen een spelletje spelen. Ik zeg ook tegen Mart dat hij zich geen zorg hoeft te maken en da ik hem een keer meeneem naar Neverland. Dan loop ik uiteindelijk naar Femke haar kamer toe. Even aarzel ik want ik weet niet wat ik sla doen maar dan leg ik ook mijn hand op haar hoofd en laat haar dromen dat ik haar wakker maak en dan zeg, Fem je hoeft je geen zorgen meer om mij te maken. Ik ben nu gelukkig en woon ergens waar ik nooit ouder hoef te worden. Als je dat ooit ook zelf wilt dan hoef je het maar te zeggen en dan kom ik naar je toe. Femke mompelt in haar slaap, hoe weet ik dat dit echt is? Ik zeg tegen haar, ik laat op je nachtkastje een schelp achter. Femke knikt onder mijn hand en ik haal mijn hand van haar hoofd af. Dan laat ik een schelp op haar nachtkastje verschijnen. Het is een paars blauwe schelp en als je hem tegen je oor doet hoor je de zee en zeemeeuwen. Ik loop de kamer van Femke uit en vraag aan mijn vader, hoe gaat het met mam. Hij zucht en zegt, ze is erg ziek geworden. En ze lacht de laatste tijd niet meer. Ik knik en loop naar beneden de kamer van mijn ouders binnen. Ook bij mijn moeder leg ik mijn hand opmaak hoofd, ik voel haar hoofd helemaal gloeien onder mijn hand. Dan sluit ik mijn ogen en laat mijn moeder dromen.

Ik ben met haar aan het wandelen ben in een park. We kopen een ijsje en gaan ergens op een bankje zitten. Ik vraag aan mijn moeder, hoe gaat het met je. Mijn moeder zucht en mompelt, slecht. Ik mis je heel erg en ik wil dat je naar huis komt. Mompelt ze verder. Ik knik en zeg tegen haar, ik weet dat je dat wil maar ik kom niet naar huis omdat ik het thuis niet leuk vind. Mijn moeder knikt en ik zie een traan over haar wang rollen. Ik zeg tegen haar, niet huilen. Ik ben nu bij je en ik wil dat je weer verder gaat leven en gelukkig zult zijn. Ga ik verder. Mijn moeder schud haar hoofd en zegt, maar ik wil dat jij terug komt. Ik geef haar een knuffel en zeg ik ben nu bij je en ik kom vaker maar ik moet nu weer terug. Mijn moeder knikt maar vraagt wel, waar ga je dan heen? Ik zeg tegen haar, naar een plek waar ik gelukkig ben. Mijn moeder knikt weer. We zitten nog een tijd op het bankje en dan vraagt ze aan mij, ben je dood. Ik schud mijn hoofd en zeg, nee alleen ik zal nooit meer ouder worden. Mijn moeder knikt. We zitten nog een paar minuten en dan sta ik op en zeg tegen haar ik moet gaan. Ook mijn moeder staat op en geeft mij dan een knuffel.

Ik haal mijn hand van haar hoofd af en sta op. Ik laat een potje medicijnen verschijnen die tegen de koorts zal helpen en geef dat potje aan mijn vader. Ik zeg tegen hem, geef dit haar elke dag 2 keer tijdens het eten, het zal haar helpen. Mijn vader knikt en ik geef hem een knuffel. Ik moet weg, zeg ik tegen hem. Hij knikt en ik loop met Peter ( die de hele tijd met ons is meegelopen ) naar buiten. Net voor ik weg wil vliegen draai ik me om en zeg tegen mijn vader, niemand mag weten dat ik hier echt ben geweest. De enige met wie je hierover mag praten is met Plien, oke? Ga ik verder. Mijn vader knikt en ik vlieg weg.

Al snel vliegen we zo hoog dat ik onder me bijna heel Nederland kan zien. Dan bedenk ik iets, ik heb de verjaardag van mijn nicht Miley gemist. Ik zeg tegen Peter, kunnen we nog heel even naar mijn nicht Miley? Peter knikt en ik vlieg richting haar huis. Al snel zie ik onder me haar straat. En binnen een paar seconde ook haar huis. Als ik bij de kamer van mijn nicht naar binnen kijk zie ik niemand. Opeens gaat de deur van haar slaapkamer open. Snel ga ik in de schaduw vliegen. Mijn nicht doet het raam open en kijkt even zoekend naar buiten, alsof ze weet dat ik hier ben maar dan draait ze schouder ophalend zich om. Ik haal even opgelucht adem. Ik blijf nog een half uurtje wachten terwijl mijn nicht op haar vensterbank zit en in een boekje schrijft ( ik denk een dagboek ). Als mijn nicht eindelijk haar bed in gaat en uiteindelijk ook nog slaapt vlieg ik haar kamer binnen. Ik zie dat ze het boekje nog open heeft liggen en ik kijk wat erin staat. Ik zie dat het vandaag 19 september is. Er staat in wat ze vandaag allemaal heeft gedaan. Als ik eens stukje verder lees zie ik dat ook een stukje over mij gaat. Dat toen ze hoorde dat ik weg was ze meteen in de trein is gesprongen om te kijken of het echt waar was dat ik weg was gegaan. Ik kijk naar mijn grote nicht en laat een kettinkje verschijnen met als bedeltje een takje, precies de zelfde die ik heb. Ik leg het kettinkje op haar bureau met daarnaast een briefje waarop staat, nog gefeliciteerd met je verjaardag liefs L. Dan vlieg ik haar kamer uit en ga met Peter terug naar Neverland.

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

En vinden jullie het boek nog leuk?
Ben je trouwens nieuwsgierig naar Miley, lees dan het boek my happy live van Zaartje15
Ze is mijn nicht en samen hebben we bedacht om de personage van de ander in ons boek voor te laten komen. Je zal dus ook Lilly in haar boek tegenkomen. Ik raad je aan om dat boek te lezen.
En dan nu even voor mijn nicht, gefeliciflapstaart🎂🎂🎊🎉🎉🎈🎊🎁🎁🎁🎈🎈🎈🎈🎈🎈🎈🎈🎈.
Dit hoofdstuk is voor mijn nicht Zaartje15 want zij is vandaag jarig.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro