09 | W o o r d e n

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het was dinsdag, toen het er eindelijk hing. Het kreukelige papier zat met een rode punaise vastgepind aan het oude bord. Het was verborgen tussen allerlei nutteloze boodschappen en oude flyertjes van evenementen die al lang verleden tijd waren. Net als het prikbord zelf, dat er al jaren hetzelfde uitzag met zijn talloze punaise gaatjes en versleten hoeken. Als iemand er ooit iets nieuws op hing, dan was het niet genoeg om de aandacht van de leerlingen trekken, maar aan Storm ontging het niet. Het meer, Yusra, de regen en boze ouders waren niet genoeg om het haar te doen vergeten.

Helaas ging dit niet over wat zij opmerkte. Haar waarheid was voor de rest van de wereld gewoon een zoveelste geprinte tekst, een hoop bij elkaar geraapte woorden met een nutteloze betekenis. Ze waren blind voor de boze woorden die wachtten op hun blik. Haar vingers hadden getrild van angst toen ze het briefje ophing, maar nu trilden ze van woede. Iets wat ze probeerde te verbergen door wat harder in haar boterham te knijpen. Het verbaasde haar dat het ding niet in kruimels uit elkaar viel.

Waarom kon ze niet normaal doen?

Haar ogen gleden even naar Yusra die naast haar zat. Het meisje was verdiept in een of ander Stom boek dat ze van Emily had geleend. Het meisje dat ze in het weekend was geweest leek verdwenen. Misschien was haar moeder boos geworden? Of durfde Yusra zichzelf hier niet te zijn? Storm vroeg het niet. In plaats daarvan bestudeerde ze het meisje voor haar ogen weer naar het bord gleden.

Ze nam een grote hap van haar smakeloze boterham. Er was geen Emily om de afdrukken die haar vingers er op hadden achtergelaten te zien. Ze had een afspraak en ondanks het feit dat het sceptische meisje Storm soms bang maakte, miste ze haar. Ergens wilde ze dat iemand haar doorzag.

Ze bleef nog een poos naar het bord staren, maar wendde toen haar blik af. Niemand zou het zien. Dat stomme ding had haar meer gekost dan het had opgeleverd. Het zwemtripje had geweldig kunnen zijn en had Yusra minder bezorgd gemaakt. Storm propte de rest van haar boterham in haar mond. Waarom kon ze haar plan ook nooit eens doordenken? Het had zo leuk kunnen zijn, maar zij moest zo nodig haar vriendin verraden door een brief te schrijven. Iemand die in de vroege ochtend naar haar toe kwam, voor een waardeloos stuk papier. Het was een oneerlijke ruil.

Dit was de laatste keer, beloofde ze zichzelf. Het was gebeurd, er iets aan veranderen ging niet meer. Maar de volgende keer zou Yusra niet meer aan de kant zetten. In stilte pakte ze haar mobiel uit haar tas. Op het hoesje stond een versleten foto van Yusra, Emily die haar breed lachend aankeken. Alsof ze Storm wilden herinneren aan haar fout. Terwijl ze instagram opende, zag ze het versleten hoekje van de tweede foto. Een die onder haar hoesje zat. Ze wist precies wat erop stond. Het liefst wilde ze hem uit zijn schuilplaats trekken om hem in stukken te scheuren, maar dat had geen zin. Niemand gaf iets om de dood van een foto.

'Wat is daar aan de hand?' vroeg Yusra plotseling zacht.

Storm keek verschrikt op van haar mobiel en de gedachten die zich in haar hoofd hadden verzameld, spatten als een ballon uit elkaar. Als iets Yusra uit een boek haalde, moest het wel heel bijzonder zijn. Storms ogen gleden richting het prikbord waar een groep leerlingen voor stond. Steeds meer mensen verzamelden zich rond het bord.

Haar keel voelde droog aan en het duurde even voordat ze kon antwoorden. 'Geen idee.'

'Moeten we gaan kijken?' vroeg Yusra aarzelend.

Ze schudde haar hoofd. 'We horen het vanzelf wel.'

Gelukkig liet haar vriendin het daar bij. Samen keken ze toe hoe de leerlingen zich rond het bord samen drongen tot de conciërge de gang in liep. De man marcheerde met grote passen richting het bord. Zijn lange haar zwiepte in een grijze staart op zijn rug heen en weer. Storm hield haar adem in. Ze had het gevoel dat de grote man zo op haar af kon lopen om haar mee te slepen naar de decaan. Maar de conciërge, die net zo verbaasd als de rest van de leerlingen naar de brief keek, had geen oog voor haar. Hij leek even te aarzelen en rukte het papier vervolgens ruw van het prikbord, om het in zijn broekzak te proppen.

'Wegwezen allemaal, dit is een zaak voor de decaan.' De man wuifde met zijn gerimpelde hand voor hij zich omdraaide en met een nors gezicht richting de leraren kamer stampte. Hij had geen idee dat de dader naar hem keek. Storm slikte haar angst weg. Geen enkel spoor zou leiden naar haar, overtuigde ze zichzelf. Ze hoopte dat ze gelijk had. De man zou haar levend villen.

'Dat was vaag,' mompelde Yusra voor haar ogen weer naar het boek gleden. Als ze niet zo geobsedeerd door de woorden van het verhaal was geweest, had ze de angst in de ogen van haar vriendin kunnen zien.

Storm gaf haar vriendin een knikje, al wist ze dat het meisje dat niet zag. 'Ik vraag me echt af wat er aan de hand was,' merkte ze toen op. Direct had ze spijt van haar woorden. Ze moest dit gesprek niet langer maken dan nodig. Hoe graag ze ook wilde dat haar vriendin haar zag, als Yusra wist dat zij de brief had geschreven, was hun vriendschap voorbij. Storm wist dat ze de eenzaamheid niet aan zou kunnen. Het was een egoïstische gedachten.

'Ik denk dat we dat nog wel horen.' Yusra glimlachte zwak, alsof ze zich ervan bewust was dat ze Storms eerdere woorden bijna had gekopieerd. 'Denk je dat het iets met Linsay te maken heeft?'

De vraag schoot als een pijl Storms richting uit. Haar hart schoot richting haar keel. Hoe wist Yusra dat? Was het zo duidelijk? Voordat Storm kon antwoorden, verloste het gering van de bel haar uit het gesprek. Opgelucht stond ze op. 'Wat hebben we?' vroeg ze om ervoor te zorgen dat Yusra niet meer over de brief begon. Het was lastig om lang te blijven liegen zonder zichzelf te verraden. In tegenstelling tot haar vriendin was ze geen goede actrice en dat wilde ze ook niet worden. Ze weigerde als Linsay te zijn.

'Weer wiskunde.' Yusra kwam luid kreunend overeind en stopte haar boek in haar tas.

'Als je wil, help ik je wel, maar ik ben niet zo goed als Emily,' bood Storm aan. Het was het minste wat ze voor het meisje kon doen. Yusra had haar boze moeder onder ogen moeten komen toen ze naar huis was gegaan. Toch had ze niet geklaagd.

Een grote glimlach verscheen op het gezicht van haar vriendin. 'Graag,' zei ze opgelucht, terwijl ze zich een weg door de mensenmassa wurmde.

De wiskundeles kroop langzaam voorbij. Storm hielp Yusra zo goed en kwaad als het ging met de lastige breuken. De brief verdween langzaam uit haar gedachten. Even vergat ze waar ze vorige week mee begonnen was en was ze gewoon een leerling die haar best deed. Maar toen ze tijdens de leswisseling op haar mobiel keek, keerde alles weer terug. De angst, de woede, de woorden. Alles wat ze uit geschreeuwd had, vond zijn weg terug naar binnen. Dat in de vorm van honderdeenentwintig gemiste berichten in de klassenapp. Toen ze er doorheen scrolde, werden haar ogen als een magneet getrokken door een foto van de brief. Eronder stonden de berichtjes van haar klasgenoten die er allemaal wel wat van vonden.

Malinde
Wat! Dat is echt niet normaal. Wie schrijft nou zoiets?

Vincent
Ze verdient het wel anders...

Josh
Haha dat zeg je alleen maar omdat ze je in de brugklas afgewezen heeft.

Chris
Gasten, dit is geen grapje meer.

De berichten duizelden voor Storms ogen. Ze had dit echt gedaan. Ze dwong zichzelf niet verder te lezen. Het deed er niet toe wat ze ervan vonden. Ooit zouden ze het begrijpen, beloofde Storm zichzelf. Ze had kunnen weten dat je niet kon vertrouwen beloftes met ooit erin. Waarschijnlijk was het besef er ook wel, ergens in een hoekje van haar hoofd. Maar ruimte kreeg het niet.

Haar ogen gleden van het scherm naar haar vriendin die haar tas inpakte. Moest ze het aan haar laten zien? Als ze niks zei zou Yusra het ongetwijfeld vreemd vinden, maar als ze wel iets zou zeggen dan zou ze zichzelf kunnen verraden door haar zenuwen. Haar hart bleef in haar keel bonzen.

Toen Yusra opkeek en bezorgdheid als een schaduw over haar gezicht viel, wist Storm dat de keuze voor haar gemaakt was. 'Is er wat?'

'Ja, heb je de groepsapp gelezen?' vroeg Storm, terwijl ze ook haar spullen in haar tas propte, zodat ze even weg kon kijken.

'Ik zit er niet in.' Haar vriendin ging op de rand van de tafel zitten.

'Ga er ook maar niet in, meestal bestaat het uit spam en ongewenste afbeeldingen.' Storm duwde Yusra haar telefoon in de handen. Het meisje staarde enkele seconden naar het scherm. De leerlingen die langs hen heen het lokaal uitstroomden, struikelden bijna over haar benen. En een van hen riep een luid scheldwoord, wat de jongen een bestraffende blik van de docent opleverde. Storm negeerde het en wachtte ongeduldig op de reactie van Yusra.

Er volgde een kort moment van gespannen stilte voor het meisje opkeek. 'Vreselijk,' zei ze toen zacht. Ze meende het.

Storm knikte instemmend. 'Wie doet ooit zoiets?' Ze had gewild dat ze het antwoord niet wist.

'Ik zou het niet weten, maar diegene is niet goed bij zijn hoofd.' Yusra gaf haar mobiel terug en hees haar tas op haar rug.

Ze had duidelijk geen idee dat ze naast de dader stond. Of onderschatte Storm haar vriendin opnieuw? Ze wist het niet meer. 'Dat is wel zeker,' bracht ze uit. Met die woorden landde het besef dat haar vriendin misschien gelijk had. Dit was niet normaal. Ze hoorde het niet te doen. Het ging te ver, maar Linsay was ook te ver gegaan. Haar voormalige vriendin was zelf ook niet goed bij haar hoofd.

De woorden leken dan wel gestoord, Storm was zelf nog volledig in controle. Ze had de touwtjes in handen en zou ze niet loslaten. Ditmaal waren de rollen omgedraaid.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro