34 | H a a t

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het besef dat woorden haar niet zouden redden, leek eindelijk tot Linsay door te dringen. Haar blauwe ogen schoten heen en weer, maar niemand kwam haar helpen. Ze deed haar mond open om wat te zeggen, maar er kwam niks uit.

'Ik heb je zoveel kansen gegeven, maar nooit heb je verantwoordelijkheid genomen voor je acties.' Storm keek haar woest aan. 'Zelfs niet toen ze mij beschuldigden.'

'Ze beschuldigden je met een reden.' Linsay zette een klein stapje achteruit.

'Stop met die onzin!' Haar hand omklemde het mes zo stevig dat haar vingers er pijn van deden. Storm nam een diepe ademteug. Ze moest zich nog even inhouden. Linsay verdiende in elk geval een kans om haar ervan te overtuigen dit niet te doen. 'Weet je, eigenlijk zou ik je moeten verbranden in de vlammen die je hebt aangestoken, maar dat gaat niet.'

'Dus verdrink je je eigen vriendin?' Linsay schudde haar hoofd afkeurend. 'Ik zal sorry zeggen, als je zo graag wilt dat ik verantwoordelijkheid neem, maar jij bent degene die hier doorgeslagen is.'

'Betrek Emily hier niet bij!' Storms protest leek weg te galmen in de zaal. 'Ze heeft hier niks mee te maken.'

'Geloof je het zelf?' Linsay lachte schamper. 'Je bent een sociopaat. De enige die het nog niet doorheeft, ben je zelf. Ik verbaas me erover dat je haar niet vermoord hebt.'

De woorden staken als speren in haar hart. Storm trok het mes met een snelle beweging achter haar rug vandaan. Linsay zou haar kans niet nemen. Het had geen zin om dit nog langer uit te stellen. Het maakte niet uit dat haar oude vriendin nooit zou erkennen wat er echt was gebeurd. De waarheid werd toch altijd vermorzeld alsof het een vlieg was.

Ze stapte of Linsay af, gevolgd door de monsters die hen langzaam omringden. Een kleine lach ontsnapte uit Storms mond. Eindelijk zou deze ellende voorbij zijn. Hierna waren er geen monsters meer, fluisteringen zouden haar niet langer achtervolgen en de dood zou zich terugtrekken in zijn graf.

'Storm, stop!' Een wanhopige stem galmde door de ruimte. Het kwam van buiten de cirkel van monster geraamten. Yusra kwam van achter een kast die in de berging stond vandaan. Ze was nog steeds gekleed in haar pastelkleurige pyjama. De tranen op haar wangen weerspiegelden het licht van Linsay's zaklamp.

'Alsjeblieft, Storm, je wilt dit niet doen,' herhaalde ze met een trillende stem. Haar aanwezigheid bevroor het hele tafereel.

Storm keek haar vriendin aan. Waarom was ze hier gekomen? Yusra hoorde dit niet te zien. Bijna riep ze dat dit allemaal een vergissing was. Storm wilde naar het meisje toerennen en haar in de armen vallen, maar de blikken van de monsters hielden haar tegen. Hun beschuldigende ogen staarden haar aan.

Storm klemde haar vrije hand tot een vuist. Ze kon het zich niet veroorloven om nogmaals zo zwak zijn. Yusra hield toch niet meer van haar, nu ze wist wat er was gebeurd. Wat had Storm dan nog te verliezen? Dit was wat ze wilde en ze zou het doen.

Het was Linsay die als eerst in beweging kwam. Ze draaide zich om en rende richting de deur. Haar blonde haren wapperden op en neer. Ze keek niet naar de monsters die voor haar opzij weken

Zonder nog langer na te denken zette Storm de achtervolging in. Haar voeten schoten over de blauwe vloer. Ze was sneller dan Linsay ooit zou kunnen zijn. Zelfs een hert in de klauwen van een leeuw had nog meer overlevingskans.

Ze greep Linsay bij haar schouder en trok haar naar achter. Linsay trappelde met haar sneakers tegen Storms benen, maar ze was niet sterk. Storm verstevigde haar greep en zette het mes tegen haar keel. 'Als je nog een stap verzet maak ik er een einde aan.'

Direct bevroor het meisje. Haar ogen schoten wild heen en weer. Eindelijk leek ze te beseffen dat de rollen waren omgedraaid.

'Storm, leg dat mes weg. Dit is niet wie je bent,' schreeuwde Yusra. Haar puppyogen stonden smekend.

Storm keek haar aan en schudde haar hoofd somber. Haar vriendin kende haar niet. 'Dit is de enige optie die er nog is. Je kunt beter vertrekken. Dit wil je niet zien.'

'Maar... Er moet e-'

'Ga weg!' Storm drukte het mes harder tegen Linsays keel. Het was te laat om nog van plan te veranderen. Ditmaal liet ze de woorden niet meer tot zich doordringen. Als er een andere weg was, dan had ze hem wel gevonden. Nu was het tijd om te accepteren dat die niet bestond.

Yusra keek haar aan, voor haar donkerbruine ogen naar Linsay gleden. Vervolgens kwam ze in beweging. Met een gebogen hoofd liep ze richting de uitgang. Met elke stap die ze verder weg zette, bezegelde ze het lot van Linsay meer. Haar voetstappen in de leegte klonken vreselijk, maar het was goed dat ze dit deed anders zou ze een slachtoffer worden van wat ze zag. Het stelde Storm gerust. Er waren al genoeg mensen pijn beschadigd door deze waanzin. Linsay moest de laatste zijn.

Toen het geluid van de dichtvallende deur klonk, richtte Storm haar aandacht pas weer op Linsay. De silhouetten van de monsters omringden hen. Als schaduwen kropen ze dichterbij. Het was tijd. De woorden waren gesproken, de kaarten gespeeld. Er was niks meer dat het veranderde.

De stilte was overweldigend. Er liepen tranen over Storms hand. Ze waren afkomstig van de zacht snikkende Linsay. Haar wanhoop Storm niks meer. Ze had haar keuze gemaakt. Ze duwde het mes hard tegen Linsays keel en bewoog het heen en weer, tot de tranen op haar hand werden weggewassen door bloed. Het meisje spartelde nog wat in Storms armen, voor ze langzaam verslapte.

Het leven verliet Linsay als een bries, maar de monsters waaiden niet weg. Storm liet het lichaam uit haar handen glijden. Met een doffe bons belande het op de grond. Het mes viel er kletterend naast. Ze wist niet wat ze had verwacht te voelen, maar ze voelde het niet. Er was geen opluchting en de wereld was nog even zwart als hij was geweest.

Ze keek om zich heen, wachtend tot er iets zou gebeuren, maar het bleef muisstil. Yusra zou niet meer terugkeren en er was niemand anders. Ze was echt helemaal alleen. Ze wendde haar blik af van Linsays lichaam, in een poging om zichzelf te vertellen dat dit niet echt was. Morgen werd ze weer wakker in het huis waar ze in slaap was gevallen voor de vlammen kwamen. Dan zou ze samen met Linsay verstoppertje spelen alsof er nog nooit iets was gebeurd. Ze zou zich verstoppen onder de dekens van haar bed, niet realiserend dat iedereen het kon zien dat daar iemand lag. Ze zou weer onschuldig zijn.

Het bloed dat aan haar handen kleefde, vertelde haar dat liegen zinloos was. Moeizaam haalde Storm adem. Dit was dus wie ze had besloten te zijn. Ze was een monster. De klauwen van de wezens die haar al die tijd hadden omringt grepen haar vast. Hun nagels prikten in haar huid, terwijl ze haar mee sleurden, bij het lichaam vandaan.

De brok in haar keel was te groot om weg te slikken, maar het lukte Storm niet eens om te huilen. Er was geen manier om de chaos in haar hoofd tot een eind te brengen. Het enige wat ze kon doen was schreeuwen.

Dus dat deed ze. Een gil ontsnapte uit haar mond. Het geluid echode door de ruimte. Het was zo luid dat ze geschrokken haar lippen op elkaar perste. Ze kromp ineen, terwijl ze nog verder bij Linsay vandaan liep. Ze wilde hier weg, maar het was zinloos om te vluchten. De leegte zou Storm volgen. Er was niks meer en er zou ook nooit meer wat zijn. Ze kromp zakte op de grond en dook ineen tot een bal, wachtend op een einde.

Het duurde veel te lang voor het geluid van sirenes de stilte van de nacht doorbrak. Ze kwamen voor haar. In stilte luisterde ze naar de vele voetstappen en het luide geschreeuw, voor een tweede vlaag chaos haar overviel.

Monsters gewapend met zaklampen en pistolen, stormden de zaal binnen. Hun bivakmutsen maakten hen gezichtloos, net als alle anderen. 'Laat je handen zien!' schreeuwden meerderen door elkaar.

Gehoorzaam deed Storm was ze vroegen. Er was niet langer een reden om te protesteren. De wezens waren sterker dan haar. Krachtige klauwen grepen haar polsen vast. Ze kromp ineen bij de aanraking. Het monster draaide haar armen zo ruw op haar rug, dat een pijnscheut door haar lichaam ging.

De warme handen die koude metalen ringen om haar polsen klikten voelden net als naderende vlammen. Een vuur waar geen ontkomen aan was. Ditmaal zou ze niet overleven.

Misschien waren de monsters ooit genadig voor haar geweest, omdat Storm ooit enkel slachtoffer was, maar nu ze een van hen was, zouden ze niet langer voorzichtig met haar doen.

Er werd een blinddoek over haar ogen gelegd, waardoor de hele wereld zwart werd. Stiekem was Storm er dankbaar voor. Ze wist niet of ze het aankon om te zien wat ze had gedaan. Ze liet zich overeind trekken en mee naar buiten voeren. Ze voelde de lege ogen van haar medeleerlingen op haar branden, al kon ze hen niet zien.

Ze moesten wakker zijn geworden, of van het geschreeuw of van de sirenes en de chaos die volgde. Zouden ze begrijpen wat er gebeurd was? Vanuit de ramen konden ze het bloed op Storms handen waarschijnlijk niet zien. Morgen zouden ze pas leren wat de monsters hier deden.

Ergens in de verte hoorde ze Yusra snikken. Driesen fluisterde zacht tegen haar. Zou de docente haar armen op dezelfde manier om Yusra heen slaan, als ze dat eerder bij Storm had gedaan? Storm hoopte het. Haar vriendin hoorde niet alleen te zijn.

Een bittere smaak vulde Storms mond, terwijl ze een voertuig in werd gedrukt en de deur met een klap werd dichtgeslagen. Ze had zichzelf in stukken gescheurd, ze had de wereld van de mensen om haar heen verbrijzeld. En nu haar kleren met bloed doordrenkt waren, drong dat pas tot haar door.

Was dit de juiste beslissing of had er een kern van waarheid in Lindsays woorden gezeten? Ze wilde dat het niet voor niets was geweest, maar de monsters waren er nog steeds. Storm durfde kon haar eigen vraag niet beantwoorden.

Dat Linsay vals was, stond vast, maar nog steeds voelde het verkeerd. Storm liet haar hoofd hangen. Wie haar voormalige vriendin was, deed er niet meer toe, probeerde ze zichzelf te overtuigen.

De nacht duizelde om haar heen. De monsters stelden haar vragen die ze niet kon beantwoorden. Het voertuig waar ze zich in bevond kwam in beweging. De eindbestemming stond vast. Ze gingen naar de duisternis die Storm in haar dromen had gezien. Ze had haar wraak gekregen, maar was het het waard?

Ja, loog ze voor de allerlaatste keer.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro