▪︎ 16 ▪︎

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Jamie voelde zich voor het eerst in dagen weer echt comfortabel terwijl ze tussen de marktkraampjes door wandelde.

Ze hadden hun paarden achtergelaten waar de markt begon en waren te voet verder gegaan. Even hadden ze getwijfeld om alle drie apart te gaan, maar toen ze de drukte zagen, hadden ze anders besloten. Het was een aangename drukte, geen verstikkende.

Bij ieder kraampje stonden wel een paar mensen, maar ze hadden nog genoeg ruimte op straat om rond te kunnen lopen zonder naar adem te moeten happen.

'Wacht even, ik wil die juwelen zien,' zei Gwen, terwijl ze al naar een kraampje aan de linkerkant toeliep.

'Ik ga naar de handschoenen hierover,' was Rye's antwoord daarop.

Jamie keek allebei na, achterblijvend in het midden van de straat. Ze besloot Gwendolyn te volgen.

De vrouw van middelbare leeftijd die achter het kraampje stond zag er blij verrast uit toen ze de prinses in het oog kreeg. De marktkraamster had opvallende paarse strepen in haar donkere zwarte krullen en had een bijpassend magenta-paars sjaaltje op haar hoofd gebonden. Haar groene ogen stonden gretig gericht op de prinses voor haar. Ze zag Jamie niet eens achter haar staan.

Zelfs al had Gwendolyn al een week dezelfde kleren aan en had haar haar glansrijkere dagen gekend, toch viel het nog steeds van haar af te lezen dat ze van rijke komaf was. Ze hield haar rug nog steeds recht als de prinses die ze was en haar gezicht had een onbestemde glans waar gewoonweg niet naast te kijken viel. Ze straalde van top tot teen, één en al elegantie en zelfzekerheid.

Jamie verlangde ernaar om Gwens hand vast te houden. In plaats daarvan balde ze haar handen tot vuisten en keek ze naar de sieraden waarnaar de prinses wees.

'Wat denk je, Jamie? Die ketting met de paarse steen, de roze misschien of dat kristal- o wacht, nee, die daar,' ze wees naar een armband met kleine druppeltjes smaragd, 'die ga ik voor jou kopen.' Ze gebaarde naar de verkoopster dat ze die alvast mocht inpakken, terwijl ze een blik op de heks wierp. 'Groen staat je. Het past bij je mantel. En bij je ogen.'

Jamie kon haar hoofd er niet van weerhouden rood te worden. 'Dat kost te veel geld, Gwen. Hou hem zelf maar. Ik verlies het anders toch ergens in de winkel.'

Gwendolyns mondhoeken krulden omhoog. 'Je zei het weer.' Daarna richtte ze zich opnieuw geconcentreerd op de juwelen. 'Ik denk dat ik de ketting en die ring met de saffier ga nemen. Ik heb niet zoveel blauw in mijn kast, maar ik denk dat ik er wel mee sta.'

'Jij staat met alles,' beaamde Jamie, terwijl ze met haar vingers langs een parelsnoer gleed.

Toen de juwelen betaald waren, trok de prinses haar mee naar de zijkant van de kraam, waar ze met alle zorg en liefde het armbandje rond Jamies pols vastmaakte. Laatstgenoemde probeerde nog te protesteren en haar pols weg te trekken, maar heel veel kracht zette ze er ook niet achter.

Terwijl de heks de smaragden nog liep te bewonderen, zochten ze Rye op aan de andere kant van de straat. Hij was met wat moeite een paar leren handschoenen over zijn handen aan het trekken. Halverwege zijn linkerhand schudde hij met zijn hoofd. 'Dit gaat niet werken,' zei hij met een droevige blik op de prinses en de heks.

Laatstgenoemde lachte zacht. 'Waarom wil je dan ook een handschoen over je prothese trekken?'

Rye wierp een blik op de hemel en zwaaide terwijl wat rond met het paar handschoenen dat hij aan het passen was geweest. 'Dan valt het niet zo op, snap je. Mensen kijken altijd raar op als ze mijn hand zien. Als ik er een handschoen over trek dan zien ze het helemaal niet. Dan zou ik evengoed twee echte handen kunnen hebben.'

'Ik wil niet overkomen als een luistervink, jonge heer,' zei de man achter de kraam, 'maar iets verderop staat er een kraam met mechanische snufjes, zo uit de toekomst. Misschien vind je daar iets wat je meer aanstaat.'

Rye fronste kort, legde de handschoenen weer neer en wierp de man vervolgens een knikje en een kleine glimlach toe. 'Ik zal eens gaan kijken.'

Zodra het drietal van de kraam weg was, mompelde hij: 'Wat ben ik nu met mechanische snufjes. Dan bekijkt iedereen me nog meer.'

Gwendolyn grinnikte en gaf hem een schouderklopje. 'Kop op, kindje, die hand maakt je alleen maar speciaal. Iedereen heeft wel iets wat hen doet opvallen.'

Jamie barstte in lachen uit, nog extra gevoed door de veelzeggende blik die Rye op de prinses wierp.

Ze passeerden nog een paar kramen met dingen die ze niet nodig hadden maar meestal wel interessant vonden. Gwen wilde de waaiers zien, Rye de wapens en Jamie stopte bij een uitgebreide collectie aan boeken - waar ze uiteindelijk met hulp van de prinses meer kocht dan haar eigen geldbuidel aan kon. Gelukkig had ze nog genoeg plaats in de draagtassen van haar paard om ze mee terug te nemen.

'Dus ik neem de boeken en jij de armband,' besloot de heks tevreden.

Gwendolyn gaf haar een zacht elleboogstootje en schudde lachend met haar hoofd. 'Nee, zo werkt het niet. Je neemt de armband én de boeken.'

Jamie schudde met haar hoofd. 'Dacht het niet.'

'Dacht het wel.'

'Dames,' onderbrak Rye hen, 'anders delen jullie toch gewoon. Jamie neemt de armband en het boek dat ze zelf heeft betaald en de andere boeken kunnen jullie uitwisselen.'

Nadat ze daarover nagedacht had straalde de prinses nog meer dan anders. 'Dat vind ik een uitstekend idee. Jamie?'

'Verdorie, nu dacht ik dat ik binnenkort van je af was,' grapte ze.

Gwen lachte nog even, maar van het ene op het andere moment veranderden haar vrolijk opgetrokken mondhoeken naar een ernstige streep. 'Waar denk je dat we die paddenstoel zouden vinden?'

Ook Rye keek Jamie benieuwd en ergens hoopvol aan.

Ze aarzelde, keek naar de grond en viel bijna over een uitstekende klinker die ze niet had opgemerkt. Ze haalde haar schouders op. 'Als hij er is zullen we hem wel zien. Misschien bij een eetkraampje ofzoiets. Misschien bij de artikelen die meer gericht zijn op magie.'

'Ik denk dat we alle eetkraampjes al wel gepasseerd zijn,' merkte de zoon van de smid op. Hij wierp eerst een blik naar voor en vervolgens één naar achter. 'We zijn al bijna aan het einde van de markt.'

'Ja, dat is mijn schuld toch niet. Misschien komen we hem zometeen wel tegen.'

'Hoe zeker was je ook alweer dat je die paddenstoel al eens gezien had?' Gwen klonk zo oprecht dat Jamie haar oren niet kon geloven.

Ze dacht dat ze inmiddels wel duidelijk had gemaakt dat ze helemaal geen idee had of het wel die paddenstoel was die ze eens in een gerecht had gezien.

'Ik heb helemaal nooit gezegd dat ik hem al eens gezien had. Ik heb gezegd dat hij me deed denken aan een ingrediënt van één of ander speciaal recept. Ofzoiets. Ik weet het eigenlijk helemaal niet.'

'O.'

Rye fronste. 'Dus waarom zijn we hier dan?'

'Omdat dit de enige plaats is waar we het min of meer makkelijk zouden kunnen vinden moest hij wel echt bestaan.'

'Oké, oké,' Gwen haalde hoorbaar diep adem, 'geen probleem. We gaan gewoon de rest van de kraampjes nog langs en als we hem niet vinden dan gaan we nog eens helemaal terug met de tekening die ik ervan heb en dan vragen we aan iedereen of ze al ooit eens zo'n paddenstoel gezien hebben.'

Jamie knikte. 'Prima plan.'

Toen ze de prinses aankeek, brak haar hart meer dan een klein beetje. In het echt zag die teleurgestelde, hopeloze blik er nog eens zo erg uit als de voorstelling die ze er nu al dagen van maakte. Ze kon niet blijven kijken.

Het was moeilijk om te blijven geloven dat het niet haar schuld was dat Gwendolyn was gaan hopen, dat het niet haar schuld was dat die hoop nu weer verdwenen leek te zijn, met dank aan een paar woorden.

Ze deden wat Gwen had voorgesteld. Ze gingen de laatste kraampjes af. Jamie kocht nog wat dingen voor de winkel met wat geld dat ze speciaal daarvoor op overschot hield. Ze vonden geen paddenstoel meer bij de kraampjes.

Alle vrolijkheid leek uit het groepje geslagen te zijn. Rye leek overal verveeld en geïrriteerd naar te kijken en Gwendolyn leek op het punt te staan te gaan huilen.

'We zijn nog niet klaar, dat weten jullie toch? Het kan nog altijd zo zijn dat iemand hier wel al ooit zo'n paddenstoel gezien heeft, of weet hoe je dat slapend doodskruid moet behandelen. Het kan nog,' probeerde de heks hen weer wat moed in te praten. Het hielp niet.

Ze passeerden alle kramen een tweede keer. Gwen toonde de tekening, Jamie legde uit waar ze naar op zoek waren. Bij iedere 'nee, sorry, nog nooit gezien of van gehoord' voelde de heks haar hart dieper en dieper wegzakken in de leegte.

Niemand wist wat te doen met slapend doodskruid. Op één persoon na had niemand er ooit van gehoord.
Het was de vrouw met de juwelen die er wel al van gehoord had. Ze zei dat haar man eraan gestorven was, of toch dat hij er al ooit eens iets mee te maken had gehad. Ze keek er heel droevig bij, maar Jamie vond niet dat het haar ogen bereikte. De vrouw had naar haar mening ieder moment in lachen kunnen uitbarsten en dan had ze het nog niet vreemd gevonden.

Er hing een onaangename stilte tussen het drietal in toen ze zich naar de herberg begaven.

Jamie had het gevoel dat ze iets moest zeggen. Ze wílde iets zeggen. Ze wist alleen niet wat. De armband voelde zwaar aan rond haar pols, het brandde bijna, maar ze maakte hem niet los. Ze stopte het ding verder onder haar mouw en probeerde er verder niet meer aan te denken.

'Twee kamers?' brak ze de stilte uiteindelijk, toen het echt niet anders meer kon.

Gwen knikte.

Rye nam zoals alle voorbije nachten een kamer alleen. Jamie had verwacht dat de prinses liever alleen had geslapen vannacht, of zelfs bij Rye, maar ze zei er niets van en nam aan dat het een goed teken was dat Gwen nog steeds bij haar wilde slapen.

De heks legde haar mantel op een stoel in de hoek van de kamer, legde haar zwaard en al de boeken erbij en kroop onder de lakens van het eenpersoonsbed dat tegen de muur stond.

Gwendolyn stond nog bij het raam aan het voeteneinde van Jamies bed. Ze keek bewegingsloos naar buiten, bijtend op haar lip.

Jamie bleef op haar rug liggen, door bijna gesloten ogen kijkend wat Gwen nog van plan was. Ze hoopte dat ze niet zou gaan huilen. Ze hoopte dat de prinses in een woordenwaterval alles zou zeggen wat erop haar hart lag, zodat ze ten minste kon proberen de pijn een beetje te verlichten.

De heks voelde zichzelf al in een onrustige slaap wegzakken, toen ze Gwendolyn eindelijk zag bewegen. Haar ogen gingen weer open, zodat ze de prinses naar haar toe kon zien staan.

Gwen maakte een handgebaar naar het bed. 'Mag ik erbij?'

Jamie keek haar voor een tel verbaasd aan, voor ze het deken opzij trok en ze zichzelf wat meer tegen de muur drukte, zodat er voldoende plaats was voor de prinses.

Het kostte wat gedraai en getrek aan het laken voor ze allebei min of meer comfortabel op hun zij naar elkaar toe lagen.

Gwendolyn was degene die het eerst haar hand uitstak om Jamies gezicht er mee te omlijsten. Ze streek met haar duim langs haar wang, waardoor de heks niet anders kon dan wegsmelten in de zachte aanraking.

Jamie wist niet wat ze ervan moest denken. Ze wilde het. Ze wilde Gwen op zoveel plaatsen aanraken en ze wilde dat Gwen haar ook op al die plaatsen aanraakte, maar ze kon maar niet in Gwendolyns hoofd kruipen en weten wat zij dacht en wat zij wilde. Alsof de prinses handelde in een vreemde taal die de heks maar niet kon leren beheersen.

'Ik ga je kussen nu, oké?' Gwen liet haar duim zacht langs Jamies lippen glijden, terwijl ze al wat naar voor bewoog.

Meer dan een kort, misschien een tikje verbijsterd, knikje was er niet nodig voor de prinses de laatste centimeters ook nog overbrugde.

Hun lippen raakten elkaar onwennig.

Het was ruw en zacht en overal en nergens, lelijk en mooi, zoals verwacht en ook totaal onverwacht, allemaal tegelijkertijd. Er was geen begin en geen einde aan, met hun handen op elkaars nek en in elkaars haar, hun tongen verstrengeld en dan weer niet meer. Jamie wilde niets anders meer doen dan hier in bed liggen met haar lichaam tegen dat van Gwendolyn gedrukt en hun lippen verbonden.

Er moest wel een einde aan komen, ooit. Het was Gwen die Jamie het eerst losliet. Voor een volle minuut lagen ze in stilte naar elkaar te staren, twee blauwe ogen in twee bruine.

'Ik ga koningin worden,' fluisterde Gwendolyn gebroken. Daarna stopten de tranen niet meer.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro