HET EXTRA LANGE HOOFDSTUK 20

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Zayn's POV.

Half kotsend word Jade wakker. Ze kijkt om zich heen, denkt even na en lijkt zich weer te herrineren wat ze hier deed. Niall kijkt haar aan met een big smile en trekt haar overeind.

"Gaat het?" Ze knikt en wijst naar een of andere deur. Leuk, deuren in gare gebouwen waar je de weg niet kent. Echt great. Harry loopt erheen en duwt hem open.

"Fuck yeah, dit word leuk!" Ik ren erheen en zie een doolhof. Harry is altijd al fan geweest van doolhoven. We lopen allemaal naar binnen en als we er zijn gaat de deur dicht en verdwijnt. Eracjter zitten nog meer gangen van heg. Om ons heen zijn het er nu precies 9. Plotseling klinkt er een gil, en iedereen weet dat die van Sarah is.

En, ironisch genoeg, rent iedereen een andere kant op. Ik ren nog een stukje terug, want ik wil nog bij mensen zijn, maar iedereen is weg dus ren ik door mijn eigen gang op zoek naar Sarah. Na ongeveer 400 meter aan bochten en takken in mijn gezicht voel ik het.

De kou.

Heel langzaam, maar naarmate ik sneller ren word het kouder in mijn lichaam. Mijn botten verkleumen, en mijn longen vullen zich met ijs. Ik ren nog een hoek om en schrik. Op ongeveer 20 meter afstand, een halve meter boven de grond zweeft een gezichtloze gedaante met een kap. En ik weet als geen ander welk wezen dat is. That bitch can smell fear.

Het is een Dementor.

Langzaam zweeft de gedaante naar me toe, en ik pak met trillende handen mijn stok, focus me op wat er net in de kast tussen mij en Perrie is gebeurt en spreek de spreuk uit. Maar ik hoor niks. Of wel, ik hoor mijn ouders ruzie maken. Ik zie de groene flits, afkomstig van mijn vader, die mijn moeder raakt. Ik zie hoe voor mijn ogen mijn moeder word vermoord door mijn eigen vader en ik zie licht.

"EXPECTO PATRONUM!" Hoor ik ineens een stem gillen en de Dementor maakt dat hij weg komt. Dat was het licht dat ik zag. Ik kijk ernaar. Dan pas besef ik de vorm. Het is een zwaan. Ik draai me, naar Perrie die achter me staat. Ik ren naar haar toe en geef haar een knuffel. Ze heeft gehuild, dat kan ik zien.

"Wat is er gebeurt?"

"Een spin. Motherfucker met 8 pootjes." Maar hij is dood nu. Confringo." Legt ze uit als ze mijn gezicht ziet. Haar gezicht zit helemaal onder iets wat ik eerst voor aarde hield, maar wat spinnenbloed is. Geweldig.

P.o.v. Niall

Doordat iedereen in een andere gang is ben ik alleen en dat is a één ding dat ik haat. Mijn pad is smal en de takken prikken in mijn lijf. Ik duw een grote tak opzij en zie dat ik in een kamertje ben. In het midden van de kamer staat iets geschreven met rode verf.

Jade

Ik draai mij om naar de uitgang maar die is helemaal dicht gegroeid. Uit paniek pak ik mijn toverstok en richt die trillerig op de takken maar er komt geen spreuk uit mijn mond. Plots klinkt er een bonk en komen de muren langzaam op mij af. Uit paniek begin ik snel heen en weer te ademen en trilt mijn toverstok door mijn hand. Hoe kom ik hier weg. De muren beginnen steeds snellen te schuiven. Er komen herinneringen terug van vroeger toen ik mijzelf had opgesloten in een kast en er niet meer uitkon voor twee dagen. Alles komt op mij af en ik word duizelig. Ik ga op de grond zitten en trek mijn knieën tegen elkaar aan.

Plots klinkt er een luide kreet en barsten de takken weg. Jade komt naar mij toe rennen en helpt mij overeind. Ze probeerd mij mee te trekken naar de uitgang maar ik blijf verstijfd staan. Uit mijn ooghoeken zie ik dat de planten weer dicht groeien. Jade lijkt wel allemaal dingen tegen mij te zeggen maar ik hoor niks. Het enige wat ik zie is haar en de muren die op ons afkomen. De muur raakt nu mijn buik en we gaan op de toppen van onze tenen staan.

"Jade, ik wil je niet kwijt." Fluister ik. 

"Ik jou ook niet." Fluisterd ze terug en ze geeft een kneepje in mijn hand. Net als de muur mijn neus raakt verlaat er uit mijn mond een laatste zucht voordat ik geplet zou worden maar de muren stoppen. Ze stoppen met duwen maar ze gaan niet naar achter dus zoveel beter is het nou ook weer niet. We zijn tenminste niet dood. "Leven we nog?" Vraagt Jade verbaasd en ze doet één oog open aangezien ze die had dichtgeknepen van angst.

"Volgens mij wel." Glimlach ik voorzichtig. Maar de pret duurt niet lang want er komt een zweverige stem omhuld in een witte mist ons tegemoet.

"Jade en Niall. Het verdoemde koppel. Niall heeft altijd van je gehouden Jade, maar had jij hetzelfde? Jij haatte hem door het verleden maar was dat wel de goede keus?" Verschrikt kijkt Jade om haar heen en ik zie de angst in haar ogen. "Je vriendinnen waren altijd degene die populair waren. Jij was de buitenstaander maar nu? Nu ben je dat nog steeds. Een buitenstaander. Gehaat door iedereen. Je bent nooit goed genoeg."

"Jade, luister er niet naar. Het is niet waar!" Roep ik door de stem heen maar ze kijkt alleen maar paniekerig op haar heen. "Jade, kijk me aan." Ze draait haar hoofd naar mij toe en ik zie de angst in haar ogen. "Luister niet naar de stem, je bent goed zoals je bent en daarom houden we van je." En terwijl ik deze woorden blijf herhalen verdwijnt haar angst en verdwijnt de mist. De muren beginnen weer te bewegen maar nu de andere kant op en Jade zakt op haar knieën. Snel ga ik naast haar zitten en laat haar tegen mij aan leunen. Hoe komen we hier zo snel mogelijk uit?

Pov Liam

Waar the fuck ben ik. Ik loop alleen maar in de richting waar volgens mij de gil van Jade vandaan kwam maar nu ben ik mijn richtingsgevoel kwijt. Ik duw takken opzij, links, rechts, nog een keer rechts, links, rechtdoor. Er lijkt geen einde aan te komen. Ik ga mog een keer naar links en sta op een open plek. Er is niemand, alleen op de grond ligt er iemand met rood-bruin achtig haar. Ik loop erheen en als ik zie wie het is begin ik te rennen. Ik kniel neer naast het lichaam van Jesy en voel haar pols. Niks.

Ik luister naar haar adem.

Niks.

Ik luister of ik haar hart hoor.

Maar ik hoor niks.

"Jesy? Jesy, please wees niet dood. Please!" Schreeuw ik terwijl ik tranen in mijn ogen krijg. Niet zij, niet Jesy. Niet degene waar ik het meest van hou. Ze mag niet doodgaan. Ik ben al jaren verliefd op haar, sinds de eerste keer dat ik haar zag eigelijk. Ik was nog klein, maar ik viel meteen al voor die charmes en de brutaalheid van het meisje wat later een van mijn beste vrienden werd. Ik pak haar hand vast.

"Jesy, het spijt me als ik je ooit pijn heb gedaan. Je mag niet dood, ik hou van je!"

"Ik ook van jou." Ik draai me bliksemsnel om. Daar staat ze. Ik ren naar haar toe en geef haar een knuffel en til haar op. Dan zet ik haar weer neer en zoen haar. Ze zoent terug en meteen ontploffen de vlinders in mijn buik. Dan trekt ze terug en geeft me een knuffel.

"Ow, wat schattig." Weer draai ik me om. Ik zie Jesy rechtop staan en ik zie mezelf naast haar. Maar we zijn niet ons. We zijn anders.

"Jesy, schat, ben je er niet klaar mee om altijd maar het pispaaltje te zijn? Wil je de pesters geen lesje leren, wil je niet veranderen?" Ik voel een trillende hand in de mijne en besef dat ze mijn hand heeft vastgepakt.

"Of misschien moeten we Liam wel veranderen. Misschien blond haar," toen had ik, de andere dus, ineens blond haar, "of misschien meer tattoos? Misschien wel een ander meisje?"

"NEE! RIDDIKULUS!" Hoor ik naast me geschreeuwd worden en de boeman struikelt en verdwijnt. Ik kijk naast me en zie niks. Dan hoor ik een snik. Ik kijk naar beneden en daar zit een ingestortte, huilende Jesy op de grond.

P.o.v. Louis

Mijn pad komt uit bij een enorme spiegel. Niet wetend of het kwaad doet ga ik ervoor staan. Op de rand van de spiegel staan gouden letters gekerft.

Tsgna nav legeips ed

Geen idee wat dat betekend. Ik kijk naar mijzelf in de spiegel en zie het beeld plots veranderen. Ik zie mijzelf maar dan als een volwassene in een strak pak met ene serieus brilletje op. Zie ik er later zo uit? Is dit mijn toekomst? Ik heb altijd al een kleine angst gehad voor volwassen zijn en verantwoordelijkheid. Het klinkt raar maar het is zo. Mijn hoofd zegt dat ik moet weg kijken maar mijn ogen wenden zich niet af. Het beeld blijf maar op mij als volwassenen totdat het zwart word en er een nieuw beeld verschijnt. In de spiegel zie ik Leigh in paniek rondrennen met een horde wespen of bijen achter haar aan. Op dat moment klinkt er een gil door het doolhof heen. Dat was Leigh. Snel ren ik de kant op waar de gil vandaan kwam maar ik kan haar niet vinden. Er klinkt nog een gil maar nu aan de andere kant van de heg.

"Reducto!" Schreeuw ik en de heg spat uiteen. Daar zie ik Leigh op de grond liggen met allemaal bijen om haar heen. Bijna haar hele lichaam is bedekt met bijen en ze beweegt in kleine schokjes. Ik loop voorzichtig naar haar toe en zie dat de bijen er niet heel normaal uitzien. Als ik beter kijk zie ik dat het behekste takjes zijn. "Finite incantatem." Zeg ik en de takjes vallen allemaal neer op Leigh. Snel kniel ik bij haar neer en voel aan haar nek en gelukkig voel ik nog haar hartslag. Ik veeg de takjes van haar hele lijf af en zie dat de takjes haar wel gevaarlijk hebben geprikt. In haar schouder zit een diepe wond die nu moet worden verzorgt anders kan het heel fout aflopen. Op dat moment hoor ik voetstappen achter mij en draai ik mij om met mijn toverstok in de aanslag. Het zijn Niall en Jade. Het eerste dat mij opvalt is dat ze elkaars handen vasthouden. Bij Niall viel het al op maar bij Jade niet echt.

"Wat is er met Leigh gebeurt?" Vraagt Jade en ze laat Nialls hand los om vervolgens bij Leigh neer te knielen.

"Behekste takjes hebben haar lek gestoken en er zit een enge wond op haar schouder. Ik werp een blik op mijn handen en zie dat ze onder het bloed zitten van Leigh. Ik veeg ze af aan mijn broek en zie dat Jade nog eens goed naar de wond kijkt. "Helpt een elixer van essenkruid niet?" Vraag ik en ze rommelt niet haar tasje.

"Accio essenkruid." Mompelt ze en er springt een klein flesje uit. Onder tussen hurkt Niall zich naast Jade en kijkt ook nog eens goed naar de wond. Jade druppelt een paar druppels op Leigh' schouder en Leigh huivert. Ze opent haar ogen en gaat rechtop zitten. We zien langzaam de wond helen totdat haar schouder weer normaal is. Jade haalt nog een witte doek uit haar tas die nu als mitella dient. Ik help Leigh met opstaan en geef haar een kusje op haar neus. Ze glimlacht voorzichtig en we draaien ons om naar Niall en Jade maar die zitten verstrikt in een zoen. Automatisch glimlach ik en kijk Leigh weer aan. Ze komt langzaam dichterbij met haar hoofd totdat ze mij liefdevol een kusje op mijn mond geeft. Ik grijns en duw mijn lippen weer op de hare. Heb ik al gezegt dat ik van haar hou?

Pov Harry

Ik loop tussen alle heggen door. Ergens ver weg hoor ik Louis schreeuwen en daarna een ontploffing maar ik besteed er geen aandacht aan. Ik loop maar door, mijn voeten brengen me ergens naartoe maar ik heb geen idee waarheen. Ik loop maar. Ik loop een hoek om en zie een deur. Mijn voeten bewegen zonder dat ik het doorheb en ik kan ze niet stoppen. Ik moet door de deur heen. Voordat ik naar binnen stap schiet ik nog snel rode vonken omhoog. Dan weten de anderen me tenminste te vinden.

Ik loop door een lange, zwarte gang. Plotseling hoor ik achter me geschuif en ik draai me om, met mijn toverstok in de aanslag. Niks. Dan hoor ik gesleep van een lang, dik lichaam achter me en ik draai me weer om. Weer niks. Gesis naast me en ik voel een glibberig beest langs mijn been. Ik geef een schreeuw en probeer weg te rennen maar de slang heeft mijn been te pakken en klimt steeds verder omhoog. Als ze bij mijn nek komt begint ze te knijpen. Ik flip en probeer mijn gevallen toverstok weer te pakken maar het lukt niet.

"Nee, HARRY!" Hoor ik Louis ineens achter me schreeuwen, en daarna een "BOMBARDA!" van Jesy. De slang ontploft en ik krijg adem binnen. Ik adem. Ik leef!

"Harry Styles." Zegt ineens een trage stem die de kamer vult. Zwarte flitsen en ineens zijn mijn vrienden weg. In een cirkel, allemaal vastgehouden door een dooddoener. Ik ken er heel veel niet, behalve die die Jade vastheeft.

Nialls vader.

Ik sta alleen in de cirkel. Dan ineens word de stem een persoon. Een lange man met een ingevallen wit gezicht, met rode ogen en bijna geen neus. Lange witte vingers houden een toverstok vast die in verbinding staat met de mijne.

"Ik ben niet bang voor je!" Schreeuw ik naar Voldemort.

"Oh, maar dat zou je moeten zijn. Misschien word je dat als ik een van je vrienden martel. Perrie, bijvoorbeeld? Crucio!" Perrie gilt het uit van de pijn en spartelt om het te laten stoppen. Zayn daarentegen word boos en begint de man die hem vast heeft uit te schelden.

"Of Leigh?" En ook Leighs gegil vult de kamer.

"Jesy?" En nog voor Liam 'nee!' kan schreeuwen is Jesy al begonnen met gillen.

"En Jade, niet te vergeten." Het gegil word nog erger en plotseling houd het op.

"Je kan dit stoppen. De pijn. Een simpel spreukje en ik zal je vrienden geen pijn meer doen." Mijn toverstok, die ik inmiddels weer in mijn handen had laat ik vallen. Ik hoor Niall naar adem snakken en een gedempt gesnik bij Jade.

"Avada-"

"Je houd je gore handen bij hem vandaan, EXPELLIARMUS!" een rode flits, de stok van Jeweetwel vliegt door de lucht en ik vang hem op. Dan kijk ik wie de spreuk heeft afgevuurd. Daar staat ze. Lang, donkerblond haar en felblauwe ogen. Sarah.

"Grijp ze!" Brult Liams bewaker ineens en alle Dooddoeners rennen op ons af. Ik schiet met beide stokken Lamspreuken af en binnen no time ligt iedereen op de grond behalve onze vrienden en Voldemort.

"Wat gaan we met hem doen?" Louis kijkt ons aan. Ik stap bij ze weg en loop op hem af.

"Wees blij dat ik je niet vermoord." Hij kijkt me verbaasd aan.

"Amnesia Completa."

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro