Op bezoek bij Kabonka

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Boris, de grootste schrokop van het stel, greep meteen zijn kom en keek er in. Het was een vreemd goedje, groen met rare bruine stukken. Nollie pakte haar kom en roerde even met haar lepel, haalde een bruin stuk omhoog en bekeek deze eens goed. "Volgens mij is dat een kever joh!" fluisterde ze Bennie in zijn oor.
De Kapitein bekeek zijn maten met argusogen en raakte de kom niet aan.
"Bedankt voor de gastvrijheid eh..."
"Zeg maar Kabonka." zei de magere man en hij nam een hap. "Toe, eet. Het is Bromtorrensoep. Vandaag gemaakt."
Voorzichtig pakte de Kapitein zijn kom. Hij wilde de man niet boos maken. Hij leek tot nu toe aardig, maar hij hield zijn reserves.

Boris was de eerste die een hap probeerde. Iedereen keek vol verwachting wat er zou gebeuren. Zou hij het uitspugen? Zou hij gaan kotsen? Zou hij opzwellen tot een ballon en alle kleuren van de regenboog krijgen?
"Heerlijk!" riep Boris en hij nam gretig nog een tweede hap.
Nollie krapte zich op haar hoofd. Hmm nou ja, als Boris het lekker vind, dan kan ik ook wel een hap proberen. Het was even wennen maar niet veel later zaten de zes gretig te smikkelen van hun kom warme Bromtorrensoep. Er zat een heerlijke smaak aan, een smaak die Boris niet thuis kon brengen. Het smaakte als niets wat hij ooit tevoren had geproeft, het was.... anders..... bijzonder.

Toen ze de kommen leeg hadden vroeg Kabonka; "Dus.... wat heeft jullie op dit uur van de nacht naar mijn hut gebracht, en wie zijn jullie als ik vragen mag?"
"Nou, ik ben Kapitein Prikkebeen en dit is de bemanning van mijn schip De Woeste Zeerover te weten Zanik, Nollie, Boris, Pedro en Bennie. We hebben aangemeerd op dit eiland om voedselvoorraden in te slaan. Maar de eilandbewoners waren daar niet blij mee en hebben ons met pijlen en speren weg gejaagd. Vandaar dat we ons geluk aan deze kant van het eiland hebben beproefd in het holst van de nacht."
Kabonka knikte. "Ik kan me er veel bij voorstellen, ik heb een boeldhekel aan die mensen. Waarom denk je dat ik hier in de bossen woon? Die barbaren kunnen niets anders dan oorlogvoeren." Kabonka keek de keuken in. "Helaas heb ik niet erg veel te bieden aan eten wat jullie mee zouden kunnen nemen. Ik eet vaak Bromtorrensoep, die beestjes vind je hier in overvloed en zijn smakelijk en voedzaam. Maar verder heb ik niet zoveel."
"Wat doe je er eigenlijk allemaal in?" wilde Boris weten. "Er zat een heel apart smaakje aan. Waren dat die Bromtorren?"
"Nee die zijn nagenoeg smaakloos. Ik denk dat je het kruid bedoeld wat ik er in heb gedaan. Pijpestelen."
"Pijpestelen?" vroeg Boris.
"Ja, dat is een heel zeldzaam kruid wat eigenlijk alleen maar op dit eiland groeit. Het groeit alleen als het drie dagen achter elkaar heeft geregend."
"Zou ik misschien een beetje mogen hebben?" vroeg Boris, "ik ben namelijk de scheepskok."
"Hebben? Nou zo gemakkelijk gaat dat niet." Kabonka stond op van zijn holle boomstronk. "Ik heb weken moeten zoeken en stijle rotsen moeten beklimmen om een struikje pijpestelen te vinden. En dan daarbij moest ik wachten tot het drie dagen geregend had. Maar... ik wil het wel met jullie.... ruilen."
"Ruilen?"

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro