De illusies van Jötunheim

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Het ijs in de waterput grijnst me boosaardig toe wanneer ik mijn houten hamer hef. Ik wend mijn ogen af, maar ik aarzel niet. Al onze dieren en mijn moeder zijn reeds aan deze kou gestorven. Ik wil niet ook mijn vader en broer verliezen.
"Hé, daar, jongen!" Mijn hamer vliegt uit mijn handen en ploft in de verse laag sneeuw achter de put. Aan het begin van ons erf of wat daarvoor moet doorgaan, staan twee mannen in een strijdwagen getrokken door geiten. Die geiten doen het kwartje vallen. Dit zijn Thor en Loki, dat kan niet anders. Nu merk ik ook de bliksem op die de sneeuw rond de strijdwagen in een poel van smeltwater verandert. Ik val op mijn knieën.
"Wat kan ik voor u doen, heren? Wij zijn slechts een onbetekenende boerenfamilie."
"Wij zoeken voedsel en een onderdak voor de nacht", antwoordt de magere man, die Loki moet zijn.
"Kom dan binnen in onze woning. Ik zal een maaltijd voor u klaarzetten."
Terwijl mijn vader en Röskva zorgen dat de goden het gemakkelijk hebben, zoek ik ons laatste stuk brood en een paar wortels die ik gisteren met veel moeite heb opgegraven. Ik schaam me om het op tafel te zetten.
"Dit is alles wat we u kunnen presenteren. De kou heeft onze dieren al twee jaar geleden gedood."
"Dan zal ik Tandgniostr en Tandgrisnir slachten", buldert Thor. "Maar leg de botten ongebroken terug in hun vel." Zo gezegd, zo gedaan. Nadat ik de gasten van een rijkelijke maaltijd heb voorzien, trek ik me terug om alsnog het ijs in de put te breken. Loki volgt me naar buiten.
"Zeg jongen, Tjalfe is het toch, Thor heeft je wat voorgelogen. Je moet echt het merg in de botten proeven. Het heeft magische eigenschappen." Ik laat me bijna overhalen. Zijn stem klinkt zo zacht en... "Thor zal er niets van merken." Ik knik. Het is zo lang geleden dat ik meer dan een armzalig stukje plant in mijn maag heb gehad. En ach, dat gebroken bot, dat is niets.

's Ochtends zie ik hoe Thor zijn hamer Mjölnir heft en op elk van de huiden een daverende klap geeft. Plots zijn daar weer twee levende geiten, maar eentje is verlamd. Ik krimp ineen, beducht voor Thors toorn.
"Wie heeft dit gedaan?!! Wie heeft en bot gebroken?!! Ik zal jullie!! Raaa!!!" Ik weet zeker dat hij op het punt staat ons te doden, als mijn vader roept:
"Wacht! Ik bied u mijn twee zonen aan als genoegdoening. Ze zullen uw dienaren worden." Thor laat zijn hamer zakken en beveelt mij om met hen mee te gaan. Röskva zal thuis op ons wachten.
We gaan op weg, op zoek naar Räsvälg. Dat hebben de goden ons gisterenavond verteld. Hij is een reus die vermomd als adelaar ijzige winden over Midgárd jaagt, en zij gaan hun beklag doen. Deze ijstijd zal snel gedaan zijn.
De dagen worden één voor één weggeblazen door de wind en de honger knaagt voortdurend. Op een avond zien we in de verte een bouwsel dat als een vinger uit de sneeuw omhoog priemt. Het huis heeft twee kamers: een grote en een kleine. We horen ook een merkwaardig ronkend geluid.
"Laten we hier overnachten", zegt Thor, en wij knikken tot ons hoofd los op onze nek staat.
Als we 's ochtends buitenkomen, zien we hoezeer we ons hebben vergist. We hebben geschuild in de handschoen van een slapende reus. Dat verklaart meteen het vreemde geluid: gesnurk. Even verderop ligt zijn zak met eten, maar zelfs Thor krijgt de knoop niet los.
"We maken hem gewoon wakker", zegt hij. Hij slaat drie keer met Mjölnir op de schedel van de reus, maar die mompelt alleen iets over vliegen. Dat betekent dat we nog wat honger zullen moeten leiden.

We vervolgen onze weg. Uiteindelijk komen we aan bij Utgárdaloki. De koning van de reuzen ontvangt ons.
"Welkom, welkom. We verwachtten jullie al. Jullie willen ons toch wel de eer gunnen aan de wedstrijden deel te nemen?" Hij heeft ons in het nauw gedreven. Als de goden ooit nog met opgeheven hoofd over de werelden willen regeren, moeten we de uitdaging aannemen.
De eerste wedstrijd is een race tegen de kampioen van de reuzen. "Jij gaat, Tjalfe", beveelt Thor. "Ik hoop dat je niet voor niets Snelheid heet."
Ik loop zo snel dat de wereld wazig wordt, maar al na een paar seconden ligt de reus mijlen op me voor. Ik keer met gebogen hoofd terug naar Thor en Loki. Die laatste schept op dat hij meer kan eten dan welke reus ook. Die wedstrijd wint hij ongetwijfeld, want we hebben al meer dan een dag geen voedsel gevonden.
Gespannen volg ik hoe Loki en de reus elk een berg kaas, vlees, fruit, groenten en brood wegwerken. Ze eindigen tegelijk en ik wil al juichen omdat Loki niet verloren heeft, als ik zie dat de reus ook zijn bord heeft opgegeten.
Thor is onze laatste hoop. "Ik wed dat ik elke drinkhoorn kan leegdrinken tot op de bodem. Breng me wat jullie willen en ik drink het leeg." Er wordt hem een gigantisch vat voorgezet. Wanneer hij buiten adem moet ophouden met drinken, is het niveau nog maar een beetje gedaald.
"Maar Thor, je kunt toch zeker wel mijn kat optillen", zegt de koning. Thors gezicht is rood door de vernedering, maar hij stampt naar de kat. Hij wordt paars wanneer blijkt dat hij maar één poot kan optillen.
"Ik eis een nieuwe kans! Ik wil worstelen! Waar is jullie kampioen?" Een bejaard kindermeisje stapt naar voren, en in de tijd die ik nodig heb om verbaasd met mijn ogen te knipperen, ligt Thor op de grond. We zijn alle drie woedend en beschaamd en willen onmiddellijk vertrekken. De koning staat erop ons tot de grens te vergezellen.
"Jullie hebben je flink in de luren laten leggen." Hij wrijft het er nog eens goed in. "Het waren allemaal illusies. De jongen was zo snel als de bliksem, maar niet zo snel als Denken.
En jij Loki, kon niet winnen van Logi." Natuurlijk, besef ik, de Vlam verteert alles.
"En we waren doodsbang toen je het niveau in de drinkhoorn deed dalen, Thor, want hij eindigt in de oceaan.
De kat was Jörmundgandr, de reusachtige slang van Midgárd.
Het kindermeisje ten slotte, was Elli, de ouderdom, die zelfs de goden weet uit te putten."
De stukjes vallen één voor één op hun plaats. Thor heft zijn hamer om onze schandelijke nederlagen te wreken, maar plots staan alleen Thor, Loki en ik nog op de vlakte, die aan alle kanten overvloeit in de lucht.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro