Deel 3

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

'Honingveder' Miauwde de medicijnkat 'Vertel'. Begrijpend dat er geen uitweg is zuchte de genoemde en begon te vertellen. 'Ik werd vroeg wakker, Stormster was al buiten en praatte met Zonnepoot. Toen ik naar ze toe kwam en vroeg hoe het ging...' Haar stem brak af. 'En wat was er toen?' Drong Kwikvaren aan. 'Hij zei dat hij ongerust was dat er te weinig patroeilles waren. Toen hij de laatste woorden uitgromde...' Honingveder dacht na over wat te zeggen. Na een korte pauze vervolgde ze: 'Het voelde alsof ik tegenover de TijgerClan stond.' Vertelde ze wanhopig 'Ik raakte in paniek en rende weg. Ik wou het tegen Zonnepoot vertellen maar ineens, zonder het zelf te beseffen, viel ik tegen hem uit.' Ze zonk weg in gedachten. Wat gebeurd er met me? Dacht ze. Waar komt al die woede vandaan?  'Kom mee terug naar het kamp, ik zal je wat papaverzaadjes geven om te kalmeren. Misschien na een goede rust kom je weer bij.' Miauwde de donkergrijze poes vriendelijk. Honingveder hoorde ongerustheid in haar stem en ineens werd alles donker. Ze hoorde zichzelf grommen: 'Ik heb geen rust nodig! En die vieze kruiden ga ik heus niet eten, ik wil niet worden vergiftigd, zeker niet door een kat zoals jij!' Ze voelde haar poot over de zachte pels van Kwikvaren gaan en haar hart begon sneller te kloppen. Nee! Laat het niet waar zijn! SterrenClan, help haar!  bad ze. Maar het enige wat ze hoorde was pijnlijk gekrijs en haar eigen pootstappen. Toen alles weer zichtbaar werd zag ze Kwikvaren. Ze was gewond en zat gebogen te hijgen van de pijn, en bloed stroomde uit haar wonden. 'Nee, Kwikvaren!' Riep ze en voelde de tranen komen. Ze liep naar haar toe en probeerde haar overeind te heisen, maar Kwikvaren zakte op de grond en ging languit op haar zij liggen. 'Wat heb ik gedaan? O, Kwikvaren. Het spijt me zo!' Honingveder drukte zich tegen haar gewonde vriendin aan en begon te huilen. Gelukkig voelde ze nog haar hart kloppen en zag haar flanken rijzen en dalen. Bloed kleurde haar vacht donkerrood en mengde zich met haar tranen. 'Een vossenhart ben ik!' Riep ze in tranen. 'Het is niet jou schuld.' Fluisterde Kwikvaren, zo zacht dat Honingveder het nauwlijks kon verstaan. 'Het spijt me zo erg!' Zei ze met hooge stem van verdriet. 'Wacht, ik kan je verzorgen. Zeg welke kruiden en ik breng alles!' Zei ze terwijl ze de gewonde poes onderzocht. Kwikvaren kreunde en zei ' Smeerwortel tegen de zwelling...' Ze ademde zwaar uit en in 'Goudsbloem als kompres en spinnenweb om de bloeding te stoppen. Breng alles en ik zal zeggen wat je verder moet.'

Honingveder kwam aanlopen met een mondvol kruiden en een dikke laag spinnenweb om haar poot gewikkeld. Ze legde alles neer en zei 'Ik heb alles. Zeg wat ik moet doen!' De medicijnkat lag nog steeds op haar zij en likte een wond aan haar poot. Ze keek naar de kruiden en miauwde schor 'Die bladeren' Ze wees met haar neus op een hoopje blaadjes. 'Doe die weg, die zijn niet nodig.' Honingveder pakte het hoopje op met haar klauwen en legde ze weg. 'Dit is smeerwortel, toch?' Vroeg ze ernstig. 'Ja, dat is het. Kauw dat fijn en leg op de wonden.' Kwikvaren strekte haar poot uit en pakte wat goudsbloem. 'Straks ga ik goudsbloem erop smeren en moet het met spinrag gedekt worden.' Miauwde ze zachtjes. Honingveder smeerde het smeerwortelspul op alle grote wonden en likte haar snuit af om de vieze smaak van de kruid uit haar mond te krijgen na het fijnkauwen. De gewonde medicijnkat deed er wat goudsbloempulp op, 'Nu mag je het spinnenweb erop plakken.' Zei ze wanneer het klaar was. De gestreepte poes deed het spinnenweb van haar poot en bindde het voorzichtig om de bloedende plekken. Kwikvaren en Honingveder waren vriendinnen sinds ze kittens waren, Honingveder kon niet geloven dat ze haar aangevallen had. Erger nog: Ze had haar bijna gedood. Ze was geschokkeerd door wat ze gedaan heeft en voelde de tranen weer komen. 'Kun je staan?' SterrenClan, laat haar astublieft niet erger gewond zijn. Hoopte ze vurig. Kwikvaren ging op haar buik liggen en steunend op Honingveder stond ze op. De bruine poes zuchte van verluchting. Gelukt! 'Wacht, ik ga zelf proberen te lopen.' Zei Kwikvaren en wiebelde met haar snorharen. Honingveder ging opzij en wankelend deed de poes een paar stappen. 'Het gaat wel.' Mompelde ze. 'Je bent een goede medicijnkat. Je hebt zelfs jezelf geholpen.' Verzuchtte Honingveder. 'Maar zonder jou was het nooit gelukt.' Miauwde Kwikvaren troostend. 'Kom, het is al over zonhoog en we zijn nog niet terug.'

Het was al donker en Honingveder en Kwikvaren namen afscheid van elkaar. De medicijnkat ging naar haar hol, en de krijger bleef staan. Ze ging op het openplek zitten wachten tot de nacht valt. Ze kon al een paar sterren onderscheiden en even later kwam ook de zilverpels en de maan naar boven. Honingveder vroeg zich af of de SterrenClan haar kon zien en keek naar boven. Ze bedacht zich dat ze misschien beter op de groterots kon klimmen en stond op. ze draaide zich om en liep richting het leiders hol. Zachtjes sloop ze voorbij het leidershol en klom op de Groterots. 'SterrenClan, horen jullie mij? Zend me een teken.' Zei ze zacht. Ze keek naar de sterren op in verwachting iets te zien. Een ster straalde een paar ogenblikken wat harder en ze glimlachte. 'Waar komt al die woede vandaan? Is er een reden?' Fluisterde ze nu bijna. Misschien zal ik ze in een droom ontmoeten. Dacht ze en sprong van de rots af. Ze trippelde naar het krijgshol en ging liggen in haar nest. In stilte luisterde ze naar het regelmatige ademenhalen van haar Clangenoten en viel in slaap...

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro