POV Luna

Wat is er? Vraag ik. Lune is je zielsverwant, maar ook jouw broer. Zegt Aslan (zie media). Wat!? Ik snap er niks van. Hoe kan dat? Zeg ik. Dat weet ik ook niet. Ik heb vanochtend al met hem gepraat, alleen niet precies over dit. Jij zal het hem moeten uitleggen. En doe voorzichtig met elkaar. Jim kan jullie bekijken. Oké zal ik doen. Doei. Ik loop weer terug.

Wat heeft hij je verteld? Vraag ik aan Lune. Wie? Vraagt hij. Die gene waarmee jij vanochtend sprak. Zeg ik. Oh die. Hij zij dat ik zijn zoon ben en jij zijn dochter. Zegt Lune. Wij zijn ook zielsverwanten. Zeg ik. Hij kijkt geschokt. Dat kan toch niet? Vraagt hij. 'Dat is onmogelijk.' 'Toch is het waar.' Zeg ik. Ik voel me raar. Lune weet het nu ook, alleen weet ik niet of hij er blij mee is. Ik voel me wel aangetrokken tot hem. Ik wil hem aanraken, maar doe het niet.

POV Lune

Ik voel me aangetrokken tot Luna. Ze is zo mooi. Toen ik vanochtend hoorde dat ik haar broer was vond ik dat al raar. Ik wil op de een of andere manier haar kussen, zoenen, meer. Ze staat op en komt voor me staan. Ik laat die kans niet lopen. Ik duw haar tegen de muur en kus haar.

POV Luna.

Ik sta op en ga voor Lune staan. Hij duwt me tegen de muur en kust me. Hij vraagt om toestemming. Ik geef het hem. Dit voelt zo goed. Het is zo fijn. Het voelt alsof we door niemand tegen gehouden kunnen worden. Opeens hoor ik van buiten een harde brul. We kijken elkaar verschrikt aan en rennen naar buiten. Daar staat Aslan en Jim. Wat gebeurt er? Vraag ik.