6.

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Dan begin ik te huilen. Dit kan er niet ook nog bij, het is hier al erg genoeg.

"Dat was dan je laatste hoop." Zegt een vrouw die me rond de dertig lijkt. Ze heeft groene ogen, en donker haar. Haar kleding is heel donker en ze heeft hoge zwarte naaldhakken aan die je bij elke stap hoort klikken op de vloer. Het leek me wijs om niet op haar te reageren en al snikkend draaide ik me om en ging op een stoel zitten en keek uit het raam.

"Mijn laatste lichtpuntje is weg, en jullie denken dat ik nog ook maar iets heb waardoor ik zou willen blijven leven, nou nee."

"Aahhww, ons lieve meisje is verdrietig! Dan moet Lucilia Cericata je maar even opvrolijken, hè?

"Ga lekker je eigen vrienden zoeken!" Zeg ik, wetend dat het toch niet zou werken.
"Ohhh, maar dat is niet nodig, want jij hebt geen vrienden meer!" Nu word ik echt boos. Maar ergens in mijn achterhoofd denk ik dat ze pittig gelijk heeft. "GA WEG!" Ze moet gewoon ophouden met zo praten.

"Ach, je hoeft toch niet boos te worden op Lucilia..." Ik ken haar nog maar een paar minuten maar is nu al de persoon die ik het meest haat.

"Wat moet je hier eigenlijk!?"

"Ik ben je gezelschap de komende dagen! Gezellig toch?" Ze gaf me geen tijd om te antwoorden, en loopt naar de andere kant van de kamer, en drukt op een knopje waardoor er vanuit het dak een bord met eten komt.

"Mooi hè, technologie." Ik rol met mijn ogen en eet zwijgend mijn bord leeg.

"Ik ben morgenochtend weer terug hoor, dus je hoeft me niet te missen!"

Lucilia loopt mijn kamer uit en neemt de borden mee. Ik kijk weer uit het raam en begin weer te huilen. Ze proberen me te breken, ze maken me dood - van binnen.

Ik ga in bed liggen, maar slapen zal er de komende uren niet van komen. Ik blijf wakker liggen van alles wat er vandaag is gebeurd. Ik huil, tot ik huilend in slaap val.

"Hallo lieverd, lekker geslapen?" Even denk ik dat ik thuis ben, dat mama terug is. Die gedachte is snel over als ik mijn ogen open en Lucilia me strak aankijkt. Haar dode blik kijkt mij aan. Ik besluit haar zo lang mogelijk te negeren.

"Ohh! jij probeert míj.. Te negeren." Ze zegt dit op een toon dat ik er bijna bang van word, maar ik blijf haar negeren.

"Probeer maar hoor, zo lang zal je het toch niet uithouden!" Een moment denk ik dat ze de kamer uit loopt, maar ze begint te ijsberen. Ze loopt heen en weer, haar naaldhakken klikken op de houten vloer, de hele tijd, het werkt op mijn zenuwen. Opeens gaat ze voor mijn neus stilstaan.

"Jij weet wel waarom ik hier ben!" Schreeuwt ze. Dan spuugt ze in mijn gezicht. Ik schrik. Ze houden me hier dus gevangen, omdat ik iets zou weten, wat ik niet weet. Ik zou door deze gedachte bijna vergeten dat Cecilia die ik na goed te hebben gekeken "de vlieg" noem net in mijn gezicht heeft gespuugt.

"Mag ik een doekje?" Ik vraag dit eigenlijk meer om van onderwerp te veranderen dan voor een doekje. Al zou een doekje ook wel aardig zijn, nou ja misschien haalt ze wel een onaardig doekje!

"Jij denkt van onderwerp te kunnen veranderen, hè." Ik verslik me bijna in mijn speeksel, die vrouw kan echt gedachten lezen ofzoiets!

"Je hebt het negeren trouwens niet lang volgehouden!" De vlieg komt naar me toe en kijkt me aan terwijl ik nog steeds in bed lig. Ik besluit dat ik voor één keer kinderachtig mag doen en spuug terug in haar gezicht terwijl ze me aankijkt. "Blèèhh!"

Ik zie dat het wel het gewenste effect heeft, want de vlieg loopt zo snel mogelijk weg, waarschijnlijk om een doekje te halen. Deze keer niet voor mij, maar haarzelf.

Ik besluit dat ik de gordijnen toch niet nodig heb en gebruik ze om mijn gezicht van vliegenspeeksel te ontdoen. Ik ben benieuwd wat er verder zal gebeuren. "Wat weet ik?" Nou ik weet genoeg. Antwoord ik op mijn eigen vraag. Ik zucht, omdat ik zelf mijn eigen vragen probeer te ontwijken. "Wat weet ik wat de mensen hier van mij willen weten?" Ik weet het niet. En dat is juist het probleem, of niet?

Dan komt er iemand binnen ik ken hem niet, het is een volwassen man die ongeveer even oud lijkt als mijn vader. Hij heeft zwart haar waar al een aantal grijze haren tussen zitten. Hij heeft nette kleding aan, maar ziet er wel vriendelijk uit. De vreemde man komt naar me toe. Hij komt zonder iets te zeggen op mijn bed zitten.

"Het zit niet allemaal mee, hè?" Inderdaad! Zacht uitgedrukt tenminste... Hij is even stil. "Ik kan er ook niet veel aan doen." Tuurlijk, hij komt net hier naar toe als vervanging van die vlieg en híj kan hier niks aandoen?

"Het, het was niet mijn idee."

"Dat had ik al door." Ik zeg het vol afkeer, en de man heeft ook door dat ik het niet écht meen.

"Jij hebt iets wat wij nodig hebben." Hè, waar heeft hij het over? Heeft hij het over hetgene waarvoor Lucilia hier was? Datgene waarvan ik niet weet wat.

"Wat dan?"

De man gaat met zijn hoofd naar mijn oor toe.

"Talent."

Yaaay, weer een hoofdstukje af!
En bedankt iedereen, want ik heb meer dan 400 reads op dit boek!!!
En dat is een applausje waard!👏🏻👏🏻👏🏻 Op naar de 500! Dat is 0.5 K! Super cool! Ja, in dit stukje staan overdreven veel uitroeptekens! Echt heel erg bedankt!

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro