50. Shellshock

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Shellshock

Voor het eerst stond hij voor de spiegel. Het warme water van de douche had zich nog genesteld op zijn lichaam. Hij had elke blauwe plek gezien, voor het eerst sinds die vreselijke dag. Zijn ribben waren donker, een grote, paarse, pijnlijke plek. Hij had het amper aan durven raken. Overal zaten blauwe plekken, schaafwonden.

En nu hij in de spiegel keek, en voor het eerst zijn nieuwe gezicht zag, huiverde hij. De hechtingen waren verwrongen in zijn huid, rondom was het rood en rauw. Het liep van onder zijn linkeroog tot net boven zijn mondhoek. De huid was bij elkaar getrokken en zag er vreemd uit, alsof het niet zo hoorde te zijn. Twintig hechtingen, en een litteken voor het leven. Het maakte niet uit, hield hij zichzelf voor, als dit alles was nam hij dat voor lief.

Hij sloeg een handdoek om zijn middel heen, hinkte de badkamer uit, en ging op zijn bed zitten. Waar Alice schone kleren had neergelegd. Kleren van Luke. Hij kon het niet. Hij kon het niet eens aanraken. Waar was zijn uniform, vroeg hij zich af. Waar was het enige wat hij had. Hij wist dat hij ze hier had uitgetrokken. De kleren moesten hier zijn. Paniek welde op binnenin hem. De ketting, Sint Michael. De foto. Alles wat hem had gered.

In paniek doorzocht hij de kamer. De handdoek viel om hem weg. Hij zocht onder het bed, onder de dekens. Zelfs in de kasten. Tranen welden op in zijn ogen. Zijn ademhaling ging zo snel dat hij dacht dat hij zal stikken. Voor zijn ogen was alles een wazige vlek. Hij hoorde de schoten om hem heen. Hij kon enkel rennen alsof hij alles was verloren. Hij schreeuwde, huilde. Met zijn sterke armen gooide hij een vaas tegen de muur. Duizenden scherven vlogen in het rond. Hij sloeg een gat in de gipswanden muur. Hij huilde, rilde. Hij liet zich tegen de muur naar beneden glijden, liet zich op de grond zakken. Langzaam liet hij zich nog verder op de vloer zakken, hij lag op zijn zij. Zijn knieën tegen zijn lichaam opgetrokken. Zijn armen om zijn knieën gevouwen. Hij huilde, wiegde zacht heen en weer en hoopte ergens in deze frustratie vrede te vinden. Hij probeerde zichzelf te vinden in de scherven van de blauwe vaas die uit elkaar was gespat. Net zoals hem, kapot, gebroken en nooit meer te repareren. Hij wenste dat hij kon verdwijnen, dat ze hem op zouden vegen en weg zouden gooien om nooit meer naar om te kijken. Nog nooit eerder had hij zo graag willen verdwijnen.

'Randy, gaat alles goed... Randy!' het was Alice. Ze zag hem op de grond liggen, huilend en naakt. Ze hurkte naast hem neer, liet haar hand over zijn schouder glijden. 'Hé, kom... kom omhoog. Wat doe je?' Zei ze zacht, ze had hem horen schreeuwen, ze had een vaas horen sneuvelen. Voor ze binnenkwam wist ze dat het niet goed was, maar dit had ze niet verwacht. Ze wilde hem omhoog helpen, hij weigerde. Hij staarde enkel voor zich uit alsof hij zich in een andere wereld bevond. En misschien was dat ook wel zo. Ze keek hem aan en wist dat ze hem hier niet uit kon halen. Ze pakte een deken van zijn bed en legde hem over hem heen.

'Het komt goed.' Zei Alice zacht en liep de kamer uit.

Ze praatte met Fiona, vertelde haar alles. Fiona was naar boven gerend, had naar hem staan kijken in de deuropening en haar hoofd geschud.

'Bel de huisarts, dit komt niet goed.' Zei ze. Alice deed wat haar verteld werd, ze belde de huisarts in Stanley. Ze legde alles uit en de huisarts vertelde haar dat hij er zo snel mogelijk aan zal komen. Het duurde misschien een uurtje voor hij er was. Randy was niet van zijn plaats gekomen, had geen ander teken van leven gegeven dan het oppervlakkige ademhalen en de verkrampte bewegingen in zijn armen. Hij trilde af en toe, alsof hij werd geraakt door iets wat Alice niet kon bevatten. De huisarts arriveerde, keek naar de jongeman die in elkaar gedoken op de grond lag. Hij wendde zich naar Alice en haalde diep adem.

'Ben je bekend met shellshock?' vroeg de man. Alice schudde haar hoofd, ze had geen idee wat de man bedoelde. De man legde haar uit. Een soldaat die te veel had gezien, te veel had meegemaakt of te veel gruwelijkheden te verdragen had gekregen, kon in shock raken. De herinneringen bleven in hem, in zijn systeem en in zijn gedachten. In de eerst wereldoorlog was het een veel voorkomende diagnose, die werd veroordeeld als een laffe reden om niet te hoeven vechten. Het was echter veel meer dan dat, het zat in je hoofd. Het had beslag genomen op je lichaam en je kon er niets tegen doen. Niets anders dan het tijd geven en in therapie gaan.

'En hoe weten we of het over gaat?' vroeg Alice voorzichtig.

'Het wordt beter, maar wanneer weet ik niet. Ik schrijf hem antidepressiva voor, bij de meeste symptomen helpt dat. Maar denk eraan dat wanneer hij weer opkrabbelt, hij zomaar terug kan vallen.'

Alice haalde diep adem, samen met de man legden ze Randy op het bed. Elk deel van zijn lichaam trilde en Alice deed moeite om haar tranen binnen te houden.

'Ik kom volgende week even langs om die hechtingen eruit te halen, en dan kom ik gelijk even kijken hoe het verder gaat.' Zei de man. Hij wierp nog een blik op Randy, zei gedag tegen Alice en Fiona en vertrok toen weer. Fiona keek vol medelijden naar Randy die rillend op het bed lag.

'Wat is daar gebeurd?' vroeg Fiona zacht. Alice keek haar aan en haalde haar schouders op.

'Hij wil er niets over kwijt.' Zei ze.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro