62. In je zijn

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

In je zijn

Ze stond in de keuken toen alles veranderde. De sneeuw was aan het smelten en het voorjaar zal snel komen. De maanden waren voorbij gekropen en waren beladen geweest met het gemis en de donkere dagen. Fiona kwam de keuken binnen en keek Alice aan met een vreemde blik in haar ogen.

'Je hebt post.' Zei Fiona. Ze overhandigde met trillende handen een envelop, getekend door het Marine-korps. Alice keek naar de envelop in haar handen, tranen prikten achter haar ogen. Fiona ging aan de tafel zitten en keek hoe Alice de envelop opende. Haar ogen schoten over de woorden en ze slikte.

In de envelop had een tweede envelop gezeten. Met háár naam erop. Ze scheurde hem open. En ze las het zo vaak tot de woorden versleten. Hij had de brief afgesloten met prachtige woorden. Er stond geen dichter onder, ze wist dat hij het niet zelf had geschreven. Toch was het zo mooi. Ze huilde in de stilte terwijl ze houvast zocht bij het aanrecht. Ze duwde de brief tegen haar hart. Ze hield de woorden van zijn liefde vast in haar gedachten. Fiona had haar aangekeken, was opgestaan en had haar armen om haar heen gegooid.

'Je mag het wel lezen.' Zei Alice terwijl ze het nog eens las.

Mijn liefste Ally,

Als je dit krijgt is alles verandert. Voor mij, want ik zal er niet meer zijn, maar nog meer voor jou, want jij moet verder. Het spijt me dat ik je niet gebeld heb, dat wilde ik als eerst zeggen. Het spijt me zo erg dat ik er nachten niet van heb kunnen slapen. Maar ik wist niet hoe ik onder ogen moest komen dat ik je zolang moest missen en ik wilde jou geen pijn doen. Het spijt me zo erg. En ik snap het als je denkt dat ik dit niet heb geschreven. Deze brief is niet in mijn handschrift geschreven, want ik kan het niet meer. Ik kan de woorden niet meer zien, mijn handen trillen te erg en ik kan het gewicht van een pen niet verdragen.

Een man, ik ken hem niet, heeft me erop gewezen dat het wel eens het einde kan zijn. En als ik moet toegeven, zo voelt het ook. Maar dit gaat niet over mij, dit gaat over jou. Over jouw leven en wat je hierna moet doen.
Ik wil je vertellen dat je verder moet gaan, dat je de kracht moet vinden om de vreugde in het leven terug te vinden. Het zal lastig worden, hard en pijnlijk, maar je moet.
Je moet leven, omdat ik je vraag om ook voor mij te leven nu ik het niet meer kan. Zorg ervoor dat je je hart verliest aan iemand die het verdient. Iemand die je vertrouwt en iemand die er altijd voor je is. Misschien klinkt het gek, en ik weet niet of ik je nu in de war maak. Maar Randy, hij houdt van je. Verlies je hart aan hem. Ik zag het in zijn ogen toen hij je ontmoette voor het eerst. Hij had de blik in zijn ogen van een man die zijn hart had verloren. Randy zal een goede man voor je zijn, hij zal je begrijpen en je vasthouden wanneer je denkt dat je niet verder kan.
Je hebt mijn toestemming om van hem te houden. Onvoorwaardelijk. In dit leven heb je de kans om de ware te vinden. En als die wordt afgebroken, moet je verder zoeken. Zoek naar het hart van goud. Ik beloof je dat het mogelijk is om van twee mensen te houden. Zelfs als de ene er niet meer is en de andere naast je staat. Verlies hem niet uit het oog, hij zal het ook moeilijk krijgen, denk alsjeblieft om hem.

Treur niet om mij, het is mijn tijd. Het voelt alsof het zo moest zijn en het spijt me dat het zo moest lopen. Ik hou van je Alice, ik hou van je bloemetjesjurken en rode laarsjes, je wilde haren en je zachte heupen. Ik zal je herinneren in de hemel, ik zal je voor eeuwig koesteren terwijl de wereld verder gaat. Je zal me zien in de sterren, in het licht van de maan. In het waaien van de wind, in het zout van de zee. Je kan me overal vinden, in de eeuwige sneeuw van de bergen. Niet alleen in de vallei, maar over de hele wereld. Ik kan niet bevatten dat dit het was, Ally. Dit is het einde van ons. Er bestaat geen eeuwigheid maar je zal voor eeuwig in mijn hart zitten, zolang hij zal kloppen en zelfs als hij stil staat.

Liefs,

Luke

In je zijn
Als ik van ons als eerste sterf,
Laat verdriet dan niet lang je hemel verduisteren.
Wees onvervaard maar bescheiden in je verdriet.
Het is een verandering, maar geen afscheid.
Want net zoals de dood een deel is van het leven
Leven de doden eeuwig voort in de levenden.
En alle opgestapelde rijkdommen van onze reis,
De momenten samen, de onderzochte geheimen,
De gestaag groeiende lagen van intimiteit,
De dingen waardoor we lachten of huilden of zongen,
De vreugde over de zon op de sneeuw of de eerste tekenen van lente,
De woordloze taal van blik en aanraking,
Het weten,
Ieder geven en ieder nemen,
Het zijn geen bloemen die verwelken,
Geen bomen die vallen en verkruimelen,
En ook zijn het geen stenen,
Want zelfs steen weerstaat de wind en de regen niet
En machtige bergtoppen veranderen mettertijd in zand.
Wat we waren, zijn we.
Wat we hadden, hebben we.
Een gedeeld verleden, onherroepelijk aanwezig.
Dus als je loopt in de wouden waar we ooit samenliepen
En tevergeefs de vlekkerige oever afzoekt naar mijn schaduw,
Of blijft staan waar we altijd stonden, op de heuvel over het land uitkijkend.
En als je dan iets ziet en uit gewoonte naar mijn hand tast
En hem niet vindt en voelt hoe het verdriet je bekruipt
Wees dan stil,
Sluit je ogen.
Adem.
Luister naar mijn voetstappen in je hart.
Ik ben niet weg, maar ik ben gewoon in je.

Ze kon niet meer ademen, ze kon geen woorden over haar lippen brengen. Ze voelde hoe hij haar omhelsde in gedachten, hoe hij haar tranen droogde. Bijna zeker wist ze dat ze hem kon voelen, misschien was hij zeker wel in haar en had ze dat al die tijd nog niet doorgehad. Hij leefde voort in haar gebroken hart. Hij zal bij haar staan, welke kant ze ook op zal gaan. Ze had zijn stem gehoord toen ze de brief had gelezen. Ze had hem voor haar zien staan, zijn prachtige lichaam, zijn sterke armen en brede schouders. Zijn donkerblonde haren en de grimas op zijn gezicht. Ze miste hem, ze miste hem meer dan ze zich kon voor stellen. En de woorden die hij haar had geschonken als een cadeau, waren meer dan woorden alleen. Het was zijn leven, zijn liefde. Het was alles wat ze nog van hem had. En eindelijk, na de langste winter van haar leven, begon haar hart te helen.
Door de brief die verloren was geweest in de strijd, vergeten door de man die het had geschreven. De man die in de bunker had gezeten naast de rillende Luke.
Hij zat bij de man, hield de wacht tot ze eindelijk konden vertrekken. De man had Luke aangekeken, een man zonder gezicht, en had hem verteld dat ze een brief zouden schrijven met zijn laatste woorden. Luke had ermee in gestemd. De brief was geschreven, zijn hart was gerustgesteld. En de man beloofde het op de post te doen.

Hij had hem opgeborgen in de binnenkant van zijn jas en toen hij terugkeerde naar de oorlog was hij het vergeten. Hij was het vergeten in de gruwelijkheden die hij moest doorstaan. Niemand kon hem dat kwalijk nemen.
Nadat hij terug was gekomen had zijn vrouw de brief gevonden in zijn jas en hem ernaar gevraagd. De man had contact opgenomen met het korps en ze zouden het afhandelen. De brief zal naar zijn eigenaar gaan. Het hart wat verdiende om meer te weten.

[A/N] Het gedicht 'in je zijn' is van Nicholas Evans uit De rookspringer, voor degenen die het willen weten.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro