deel 5

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng


Het gesprek met Mechels had op Eva toch een zekere indruk gemaakt. Ze had beseft dat er iets moest gebeuren. Zeker als ze ooit weer aan het werk wou. En dat wou ze! En liefst zo snel mogelijk.
Die avond had ze zich dan ook maar weer beneden bij Wolfs aan tafel  gezet. Ze had hem zelfs gevraagd of hij haar de pot met choco wou doorgeven. Hoe ver moest het wel gekomen zijn als zelfs zulke banale vraag een helse opoffering leek.
Maar hij had zacht naar haar geglimlacht. En als hij haar de bewuste pot aanreikte, had zij hem op haar beurt recht in zijn ogen aangekeken. Even was het net als tevoren.

De volgende morgen kwam Eva dan ook vol goede moed de trap af. Maar wat ze zag, was doodgewoon een slag in haar gezicht. Hij had zijn motorspullen beneden liggen en alle zakken die hij op zijn motor kon binden lagen her en der in de keuken verspreid. Sommigen waren al volgepropt, anderen waren nog volledig leeg. Hij is aan het inpakken! Hij gaat weg!
'Goedemorgen Eef.' begroette hij haar van achter het fornuis.
'Jij zo verdomde egoïstisch!' viel ze hem meteen aan. 'Wat denk je wel? Dat je jezelf alles kan veroorloven alleen maar omdat je in rouw bent? Jij denkt altijd aan jezelf, nooit aan een ander en dat is nou altijd jouw probleem! Jij denkt dat alleen jij het eventjes moeilijk hebt hé? En als dank voor mijn inspanningen om je nog rond mij te verdragen, vertrek je zomaar en laat je mij gewoon achter!' schreeuwde ze haast in één adem uit.
'Eef...' probeerde hij zijn plan uit te leggen.
'Ja, maar ga maar weer, hoor! Ik ken jouw uitleg. Je trekt het niet meer en je moet nadenken en nog wat van die onzin. Maar nooit meer kom je terug Wolfs, verdwijn, maar dan ook echt voor altijd!' riep ze razend terwijl haar ogen vuur spuwde.
Er viel een diepe stilte. Eva was nog verdoofd door de razernij in haar lichaam en bleef hem staalhard aankijken. Wolfs schudde wat met zijn hoofd.
Hoe moet ik dit aanpakken? Ik had het echt eerst met haar moeten bespreken. Maar verdomme, met Eva valt gewoon niets meer te bespreken.
Eva liep naar achteren terwijl ze haar blik niet van Wolfs kon loslaten. Daarvoor voelde ze teveel voor hem. Daarvoor was het afscheid nu te bitter.
'Eef alsjeblieft, loop nu niet weg...' smeekte Wolfs.
'Aah' lachte Eva gespeeld 'nu ben ik het die weg loopt. Dat is een goeie, Wolfs!'
'Eva Van Dongen, blijf staan!' brulde hij nu voor het eerst zelf. Ook hij was aan zijn limiet gekomen.
'Ja, ik trek het hier niet meer, ja! Is dat nu zo vreemd? En zeg niet dat jij het hier wel trekt, want dat doe je nog minder dan ik! Alles hier herinnert mij aan Fleur, maar nog veel erger: aan jou! Ik zit hier vast in mijn gevoelens, dus ik moet hier weg, Eef.' zei hij nijdig. Eva gaf geen krimp.
Toen werd zijn gelaatsuitdrukking zachter, zelfs onzeker.
'Maar hé, je dacht toch niet dat ik zonder jou zou gaan? Ja, ik zit hier vast in mijn gevoelens, Eef, vooral in mijn gevoelens voor jou. En ik kan het misschien elders gaan uitzoeken, maar wat voor zin heeft dat als je dan niet bij me bent?' Hij pauzeerde even om zijn woorden op haar te laten inwerken, maar nog steeds stond ze naar hem te staren alsof ze dit allemaal niet gehoord had.
'Dus ja, ik vertrek, maar niet zonder jou. Jij gaat mee.' Om zijn woorden kracht bij te zetten, gebaarde hij naar de tweede helm die op tafel lag.
'Pfu, gewoon belachelijk!' lachte ze hem uiteindelijk uit 'En jij denkt echt dat je mij kan dwingen om mee te gaan?'

Wolfs zat nog steeds aan een gedekte ontbijttafel. Hij had zijn ontbijt ondertussen wel op. Voor zover hij iets door zijn keel kon krijgen, natuurlijk. Voor hem stond nog steeds de tafel netjes gedekt voor Eva. Maar deze was, na hun gesprek een uurtje geleden, met een spottende lach naar boven vertrokken.
Ze heeft me gewoon in mijn gezicht uitgelachen. Eerst was ze nog zo boos omdat ik haar zogezegd zou achterlaten en als ik haar dan bijna smeek om mee te gaan, lacht ze me koudweg uit. Besefte ze zelf dan niet dat er toch iets moet veranderen?
Hij wist nu niet meer wat te doen. Hij wou niet weggaan. Niet zonder haar. Maar misschien was hun vriendschap -hun liefde- toch al een verloren zaak. Elkaar thuis gewoon negeren was duidelijk toch ook de oplossing niet. Zou hij dan toch gewoon alleen moeten gaan? Kon hij dat doen? Hij had haar net gezegd dat hij niet zonder haar zou gaan... .
Wolfs bleef wikken en wegen, maar kon zijn keuze niet maken.
Ik wil helemaal geen keuze meer maken. Ik wil Eva.

Op dat moment kwam Eva zachtjes de trap terug af. Ze was eigenlijk nooit ver weg geweest. Al die tijd had ze bovenaan de trap gezeten. Ze kon en wou niet verder van Wolfs vandaan gaan. Het voelde niet goed. Hij was haar thuishaven en deze had ze, net nu, zo nodig. Dit huis, deze muren, haar kamer, zelfs de douche zou geen thuis meer zijn als hij hier niet ergens zou rondlopen. Maar na alle gebeurtenissen voelde dit huis niet meer als haar thuis. Het was haar de laatste tijd opgevallen hoe makkelijk ze zichzelf hier kon verbergen voor haar huisgenoot, haar partner, haar beste vriend. 
Mijn alles. Hij heeft gelijk, we moeten weg.

Toen Eva onderaan de trap kwam, schraapte ze haar keel, zodat Wolfs zou opkijken.
'Ga je nog steeds?' vroeg ze met een bevende stem.
Nu moest Wolfs gaan kiezen. Ga ik toch alleen of niet?  Maar omdat hij zo onder druk stond door haar ogen die priemend in de zijne keken, kon hij niet anders dan de beslissing te nemen die hij diep in zijn hart al lang hiervoor had genomen.

'Ik zei het je toch. Ik ga niet zonder jou. Niet dus.' zei hij verlegen.

'Dus als ik vraag om te blijven, blijf je?' vroeg ze onzeker.

'Nee, dat heb ik niet gezegd.' kwam hij dichterbij. Hij bleef net voor haar stilstaan en streelde met één hand zachtjes over haar wang. De kriebels gierde opslag door Eva's lichaam en ze moest zich bedwingen om haar lippen niet richting zijn hand te bewegen. 

Wat doet die man toch met mij?

'Ik heb gezegd dat ik bij jou blijf. Zonder dat je het mij vraagt. Omdat ik het wil. Omdat jij, na de dood van Fleur, echt nog het enige bent waar ik om geef. Als ik jou achterlaat, zou ik dus zowat mijn hele leven achterlaten.' zei hij naar waarheid. Hij keek haar kwetsbaar aan en haalde vechtend tegen zijn tranen heel zachtjes zijn schouders op. Zo is het nu éénmaal.

'Ik ga mee.' fluisterde Eva uiteindelijk. Haar stem trilde nog steeds van de emotie.

Wolfs keek haar niet begrijpend aan. 'Hoe? Eef, ik wil je helemaal niet dwingen ... waarom?'

'Wolfs, man, zeg!' zuchtte ze nu vermoeid 'Om dezelfde reden als die waarvoor jij niet bij mij weggaat. Jij was al jaren de enige om wie ik gaf. Ik kan dus toch helemaal niet zonder jou. En in dit huis leef ik de laatste tijd alleen maar zonder jou. En ik ga er kapot aan dus doe me een plezier en neem me mee.' flapte ze het er nu maar ineens uit.

Wolfs had ondertussen de moeite niet gedaan om zijn tranen binnen te houden. Bij de laatste woorden van Eva was er ook een glimlach op zijn gezicht verschenen.

'Nou, ga dan maar wat gemakkelijke spullen bij elkaar nemen.' lachte hij, nog steeds met een schorre stem.

'Wanneer gaan we?' wilde ze nog weten.

'Als jij klaar bent met inpakken. Snel dus.' zei Wolfs. Hij wist dat Eva snel gepakt was. Ze was veel te ongeduldig om echt te kiezen welke kleding ze meenam. Meestal nam ze maar op goed geluk wat bij elkaar.

Eva liep met een verlegen glimlach terug naar de trap, maar draaide zich nog even om.

'Waar gaan we naartoe?'

'Euhm... geen idee.' gaf Wolfs toe 'We zien wel... of als jij iets wil zien? Frankrijk, Duitsland, Italië?'  Eva glimlachte alleen maar.

'Nee Eef, ik weet het ...' zei Wolfs nu. Zou ik dit echt zeggen? Het kan werken. Ik moet het ijs toch een keertje breken? Als dit maar goed komt.

'Milaan. Altijd al eens willen komen. Lekker eten, misschien dan toch eens naar de opera en nu jij meegaat... de mooiste vrouw.'

Hij lachte haar verlegen toe. Zij keek verwonderd. Hij knipoogde. Zij lachte hoofdschuddend en het schaamrood gleed via haar nek over haar wangen.

Het was nu echt tijd voor haar om in te pakken... .


'Milaan? Zou hij dat menen?' dacht Eva terwijl ze alle koelingen van het winkeltje bij het tankstation afging om toch maar gekoelde chocomelk te vinden. 

Hij was toch niet van plan om naar Sofia te gaan?

Net als bij zijn woorden een paar uur geleden, had hij indertijd de indruk gegeven dat hij voor haar koos en daarom niet naar Milaan was gegaan. Maar opeens twijfelde Eva aan alles. Het zou ook kunnen dat hij en Sofia nog steeds contact hielden, een soort lange afstandsrelatie. Eva zuchtte diep. Het kon ook zijn dat hij Sofia al lang vergeten was. Kon dat? Nee, zij kon zelf niet eens zijn avontuurtje met Sofia vergeten. Dan kan hij dat zeker niet.  

Of zou ik het net minder snel vergeten dan hij?

In gedachte verzonken liep ze uiteindelijk naar de kassa om haar chocomelk en nog wat andere spullen voor Wolfs af te rekenen. Ze keek door het raam naar buiten en zag hoe Wolfs een eindje verderop stond te tanken. Ondanks haar onzekerheid en angst voor deze trip, kon ze nu toch een kleine glimlach niet onderdrukken. Eigenlijk was het best heerlijk, met hem op de motor. Ze had haar twijfels gehad en niet in het minst over het gekozen vervoersmiddel. Je zat er zo dicht bij elkaar en je kon maar weinig bagage meenemen. Zelf had ze liever de auto genomen, maar Wolfs had haar idee meteen afgekeurd.
'Geloof me, in onze huidige situatie is de motor de veiligste oplossing.' had hij gezegd. Ze had geen idee gehad van wat hij daarmee bedoelde. Maar het had haar maar een uurtje achteraan bij hem op de motor gekost. Toen wist zij het ook. Ja, dit was het beste. Zij moest hem weer leren vertrouwen. Op de motor waren er geen discussies mogelijk, zelfs niet over banale zaken zoals welke weg ze gingen nemen of hoe hard je nou precies mocht rijden. Maar vooral geen ongemakkelijke stiltes zoals in de wagen. Bijkomend voordeel was dat ze noodgedwongen altijd lichamelijk contact hadden. Haar armen stevig om zijn middel geslagen, de binnenkant van haar dijen tegen zijn bovenbenen gedrukt. Ze had zelfs haar hoofd zachtjes tegen zijn rug laten rusten. Ze wou het misschien niet toegeven, maar eigenlijk genoot ze hier ontzettend van. Dit had ze de laatste weken zo gemist.   

'Heb je heel die shop leeg gekocht?' grapte Wolfs als hij zijn partner eindelijk terug het parkeerterrein zag opwandelen.
'Sorry... ik vond de gekoelde chocomelk niet.' verontschuldigde ze zich voor het lange wachten.
'Ramp, oh ramp!' reageerde hij grijnzend terwijl hij zijn ogen alle kanten liet oprollen.
'Het is goed met je.' Ze probeerde haar opkomende lach in te houden.  
'Trouwens vergeet niet waarom we eigenlijk moesten stoppen. Had jij nou echt voor vertrek niet even kunnen checken of we nog genoeg brandstof hadden?'Eva ging, leunend tegen de zijkant van de motor, naast hem staan. Ze begon als een gek het dopje van haar flesje chocomelk te prutsen. Jezus, wat zit dat ding daar vast opgedraaid.

'Jawel dat had ik kunnen doen, maar ik dacht: ik geef Eva na een uurtje al de kans om een chocomelkje in te slaan. Een verslaafde mag je nooit te heftig laten afkicken hé!' grapte Wolfs nu terwijl Eva eindelijk het flesje had open gekregen.
Nu kon Eva haar lach toch echt niet meer onderdrukken. Ze schudde met haar hoofd en nog steeds glimlachend zette ze het flesje aan haar mond.

Wolfs keek opzij en zag hoe Eva met gesloten ogen genoot van haar drankje. Wat is ze mooi.
Samen bleven ze zwijgend tegen de motor staan en keken wat naar de voorbijrijdende auto's op de snelweg.

'Dat... dat was lang geleden.' fluisterde Wolfs eventjes later.

'Ja...' zuchtte Eva, wetende dat Wolfs doelde op het feit dat ze al lang niet meer om elkaars grappen hadden gelachen. Sinds de dood van Fleur, had geen één van hen beiden trouwens nog maar één grap gemaakt.

'Ik mis je, Eef.' fluisterde hij weer.
'Ik jou ook, Wolfs, ik jou ook.' zuchtte Eva nu met gesloten ogen, vechtend tegen de opkomende tranen.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro