deel 9

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng



Wolfs keek naar het silhouet van Eva, die een eind verderop op haar blote voeten in de zee stond. Hij was op het zand gaan zitten en leunde, steunend op zijn handen, een beetje naar achter. De frisse zeebries en de zilte geur van de zee deden hem ontspannen en even voelde hij zich terug gelukkig. Hij zag toe hoe een kind rakelings langs Eva het water in plofte. Eva schrok op en liep gehaast uit het water in een poging om niet kletsnat te worden. Hij lachte hardop. Zo, op die manier, zo zag hij haar het liefst. Ongedwongen. Niet beseffend dat hij naar haar keek. Dan liet ze haar zachte kant zien, haar zwakte, haar angsten.
'Hé jij daar! Met me lachen kan je wel, maar je eigen voeten nat maken durf je niet!' kwam ze lachend naar hem toe.
'Geloof me, niemand zit te wachten op het feit dat ik mijn laarzen uittrek.' grijnsde hij terug.
'Oh jawel,' zei ze grijzend terwijl ze haar ogen mysterieus tot spleetjes kneep 'ik zit al meer dan tien jaar te wachten tot jij die lelijke dingen van je voeten haalt!'
Gespeeld beledigd keek hij haar aan. Ze perste haar lippen samen om het niet uit te proesten.
'Eva Van Dongen! Die laarzen zijn wel al meer dan 30 jaar een deel van mijn persoonlijkheid!' zei hij met een overdreven uitgestreken gezicht.
'Nou, knappe persoonlijkheid heb jij!' lachte ze sarcastisch en ook hij proestte het nu uit.
Ze plofte naast hem neer en speels gaf ze hem een duwtje met haar schouder. Ze keken elkaar aan.
'Hé, je bent wel OK, hoor.' fluisterde ze zacht. Ze voelde toch de drang om zich een beetje bij hem te verontschuldigen. De glimlach op zijn gezicht verdween en maakte plaats voor een liefdevolle blik. Hij zou wel uren in haar prachtige ogen kunnen kijken. Ze keek zo onschuldig en teder naar hem. Héél zijn wereld lag daar, in die twee mooie kijkers van haar. Als ze dat nou eens zou beseffen... .
'Gewoon OK, of écht OK?' vroeg hij met een lichte trilling in zijn stem.
Eva kneep haar ogen weer tot spleetjes en glimlachte.
'Écht OK, Wolfs, dat weet je toch?' zuchtte ze verliefd.
Ze verbrak het oogcontact en liet zich achterover in het zand vallen.

Samen lagen ze al een tijdje zwijgend naast elkaar in het zand. Beiden keken ze naar de blauwe lucht en de voorbij glijdende wolken.
Wolfs was ondertussen koortsachtig een strategie aan het uitdokteren om met Eva te praten. Hij wou het met haar hebben over de spanning die hij aanvoelde. De leuke spanning die hij al jaren voelde, maar ook de onaangename spanning die hij de laatste weken had ervaren. Hij wou het hebben over haar jeugd, haar vader. En over wat dat met hem te maken had. Hij wou er wel over beginnen, alleen was de vraag: hoe?
Terwijl hij diep in gedachten verzonken lag, merkte Eva al een tijdje op dat haar partner er minder ontspannen bij lag dan enkele minuten daarvoor. Niet dat hij veel bewoog, maar toch merkte ze het. Hij tikte al een tijdje met zijn vinger zachtjes op zijn buik. Hij tikte altijd met zijn vinger als hij nadacht. Ze wist natuurlijk niet zeker aan wat hij dacht, maar ze had wel een idee.
'Geloof je dat Fleur daarboven is?' begon ze zacht terwijl ze met haar hoofd richting de blauwe hemel boven haar knikte.
Wolfs schrok van haar plotse vraag, maar besloot toch maar te antwoorden.
'Geloven is veel gezegd. Eerder hopen, tegen beter weten in.' zuchtte hij.
'In niets geloven moet soms moeilijk zijn.'
'Ja, dat is het ook wel, denk ik.'
'Mis je haar?'
'Elke seconde.'
Eva knikte. Dat was een domme vraag.

'Weet je Eef, elke keer speelt zich alles weer af in mijn hoofd. Als een soort film die zich altijd maar weer blijft herhalen.' bekende hij haar nu.
'En ik probeer om te achterhalen of ik andere opties had, opties waarbij Fleur wel nog had kunnen leven. Ik probeer me voor te stellen wat ik als politieman tegen mezelf zou gezegd hebben. Welk advies ik mezelf had gegeven. Ik dacht dat ik mezelf toen het juiste advies had gegeven, maar misschien was er toch nog een andere optie. Eén die ik toen niet zag. Misschien had ze het dan wel overleefd. Ik blijf erover nadenken, maar ik kom niet verder. Blijkbaar is de rechercheur in mezelf ook dood.'
'Dat is onzin.' besloot Eva 'Misschien moeten we het samen doen? Ik ben uiteindelijk jouw werkpartner, toch?'
Ze keek opzij en vond de ogen van Wolfs, die haar ook aankeken.
'Dus...' richtte ze zich professioneel terug op de wolken 'ondanks mijn poging om gewoon vrijwillig met Bols mee te gaan en jouw idiote plan om jezelf op te offeren voor ons twee, had je maar drie opties: kiezen voor mij, kiezen voor Fleur of niet kiezen.'
'De uitkomst van die eerste optie weten we al, nu die twee anderen nog.' vervolgde ze met een vastberaden stem.
'Had ik haar gekozen, was ze meteen dood geweest.'
'Niet meteen, maar uiteindelijk wel.' zei Eva weloverwogen.
'Hoe bedoel je: niet meteen?'
'Nou, hij zou bijvoorbeeld eerst jou hebben doodgeschoten. Zo kon Fleur en vooral ik eerst nog jou zien sterven, voor hij uiteindelijk ook haar...' Eva maakte haar zin niet af. Dat was voor Wolfs misschien toch te pijnlijk.
'Maar dat laatste zou hij uiteindelijk wel gedaan hebben, Wolfs.' voegde ze er zacht aan toe, om zeker tot hem door te dringen.
Wolfs slikte zijn tranen weg en knikte.
Ja, dat zie ik nu ook wel.
'De derde optie dan maar.' herpakte hij zichzelf.
'Stel: je had niet gekozen. Wat denk je dat er dan was gebeurd?' vroeg ze hem terug op een professionele toon.
'Hij had alleen mij doodgeschoten?' opperde hij, zowel hopend als vrezend dat zijn theorie door Eva zou bevestigd worden.
'Het spijt me, Wolfs, maar dat zou geen steek houden. Voor Bols was ze een extra getuige. Een getuige die hij op slinkse wijze helemaal vanuit Brazilië naar hier had gekregen met maar één doel: jou te treffen en hierdoor onrechtstreeks ook mij te treffen. Van zodra dat gelukt was, moest ze verdwijnen.'
Ze keek nu opzij, recht in zijn prachtige, blauwe maar betraande ogen.
'Het spijt me zo.' zei ze zacht.
'Dus ze had gewoon geen schijn van kans?' vroeg Wolfs op het randje van een inzinking.
'Nee. Sorry.' Eva schudde wat met haar hoofd en keek hem vol medelijden aan. Ze wist dat dit vreselijk hard moest aankomen.
'Dus ik heb jou helemaal voor niets verraden?'
Zacht knikte Eva met haar hoofd.
Wolfs bleef haar nog enkele seconden aanstaren, maar toen de eerste traan in zijn ooghoek begon te blinken draaide hij zijn hoofd weer richting de blauwe hemel. Hij schreeuwde zijn pijn uit en begon onophoudelijk te huilen. Eva wist dat ze nu niets meer moest zeggen. Ze hoorde hoe Wolfs zich meer en meer in zijn verdriet verloor. Hij lag nu hevig te snikken en deed geen moeite meer om zijn tranen te verbergen. Hij bolde zijn rug, gooide zijn hoofd in zijn nek en schreeuwde het uit.

Eva vocht ondertussen tegen haar eigen tranen. Uiteindelijk moest ook zij de strijd opgeven en minutenlang lagen ze huilend naast elkaar. Elk verdiept in hun eigen verdriet.
Uiteindelijk waren alle tranen van Wolfs op en kon hij alleen nog maar boos zijn op zichzelf.
'Waarom, Eef? Waarom was ik zo'n vreselijke vader?'
'Je bent geen vreselijke vader.' zei ze koel terwijl ze hem opslag streng aankeek.
'Oh nee?' keek hij nu ook naar haar 'Waarom kon ik mijn dochter dan niet beschermen? Ik heb haar de dood ingejaagd!'
'Stop daarmee Wolfs, dat is niet waar!' werd ze nu geïrriteerd door zijn boze toon.
'Nee, Eef, dat kan jij niet begrijpen, maar een vader doet zoiets niet! Een vader beschermt zijn dochter, hij houdt haar veilig! Altijd! Overal! Op welke manier dan ook!' reageerde hij nijdig.
Mijn vader niet. Help, mijn vader!
Opslag werd Eva weer overmand door haar angst en uitzinnig van woede stond ze op. In een hoog tempo liep ze het duinpad op richting de motor. Ze zette haar helm op en probeerde de motor zelf aan de praat te krijgen.
Godverdomme, Wolfs heeft de sleutel!
Uiteindelijk kwam ook hij, bijna levenloos, de parking op gestrompeld.
'Rijden!' snauwde ze hem furieus toe. 

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro