8. Ik Ben Geen Overdrijver

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

28 JULI

Mijn telefoon trilde op mijn nachtkastje. Ik drukte hem uit, zoals ik al dagen aan een stuk deed. Ik wist wie er belde. Ik wist ook dat ik haar niet wilde spreken. Ik zette mijn koptelefoon op om me af te sluiten van mijn omgeving, en drukte op start terwijl ik mijn ogen sloot. Rue's Farewell van James Newton Howard begon te spelen, en ik dompelde me onder in de triestige tonen van het liedje. Ik wilde vergeten hoe stom ik geweest was. Mijn oma liet me niet meer met rust sinds ze me het artikel getoond had, en mijn vader had nog geen minuut stilgezeten sinds het nieuws bekend geraakt was. Hij had amper de tijd gehad om met me te spreken de afgelopen dagen, en was van vergadering naar vergadering gevlogen in een poging om een nieuw handelsakkoord te sluiten. In een poging om mijn rommel op te ruimen. De weinige keren dat ik hem gezien had, was zijn blik genoeg geweest om me te vertellen wat ik al wist: het was hopeloos. Mijn fout had heel Breienbach in gevaar gebracht. Simpelweg omdat ik iemand had willen kussen. Beatrice had willen kussen. Ik kreunde en trok mijn deken over mijn gezicht. Hoe harder ik mijn best deed om Beatrice uit mijn hoofd te bannen, hoe harder ze zich naar de voorgrond werkte. Mijn muziek ging over in een ander liedje, iets van Dario Marianelli, en ik zuchtte luid. Ik wilde niet aan Beatrice denken. Niet na wat ze gedaan had. Mijn gsm trilde opnieuw, en ik kwam zuchtend overeind. Nog een keer, en ik zou haar nummer blokkeren. Ik knikte resoluut naar het verlichte scherm om mezelf ervan te overtuigen. Ik wist diep vanbinnen echter dat ik tegen mezelf aan het liegen was. Ik had mezelf al drie keer voorgenomen om haar nummer te verwijderen, maar ik wist telkens wel een reden te vinden om er niet mee door te gaan. De gedachte aan Beatrices vrolijke lach, of aan haar dikke haren die telkens weer leken te ontsnappen uit haar vlechten. Soms ook het gevoel van Beatrices lippen tegen de mijne. Mijn tranen baanden zich opnieuw een weg naar boven. Dit keer was mijn muziek niet genoeg om ze tegen te houden, en ik schudde mijn hoofd. Ik kwam geïrriteerd overeind en duwde mijn koptelefoon van mijn hoofd.

"Dit moet stoppen."

Mijn stem klonk luid in mijn stille kamer. Te luid. Ik wilde plots niet meer alleen zijn, ook al had ik Louis de opdracht gegeven om niemand binnen te laten. Zelfs Mariama had ik gevraagd om me gerust te laten. Ik snikte nog een keer en veegde bruusk mijn tranen weg. Verman jezelf, Victoria. Als mijn oma me zou kunnen zien, zou ze er ongetwijfeld een opmerking over maken.

"Met tranen bouw je geen monarchie, Victoria."

Ik stak mijn tong uit naar mijn spiegelbeeld. Het was kinderachtig, maar gaf me meer voldoening dan ik toe durfde geven. Mijn oma had dit veel moeilijker gemaakt dan nodig was, en ik wist ook dat mijn tranen me niet zwak maakten. Een verloren snik borrelde op in mijn keel terwijl ik de laatste restanten van mijn tranen wegveegde. Ik zag het plots niet meer zitten om me nog een dag te verstoppen in mijn bed, en overbrugde mijn kamer in snelle passen. Mariama zou me hier wel overheen kunnen helpen. Ik knikte naar mezelf, en ging op zoek naar Louis, vastberaden om Beatrice voor eens en altijd achter me te laten.


Louis' ogen zaten vol twijfel terwijl hij me naar Mariama's voordeur begeleidde. Hij had de hele rit ongerust in zijn achteruitkijkspiegel gekeken, en ik wist dat hij me eigenlijk liever binnen de paleismuren had willen houden. Ik had zijn blik vakkundig ontweken, maar het was overduidelijk dat mijn roodomrande ogen me verraden hadden. Hij zei er echter niets van, en ik was er hem meer dan dankbaar voor. Ik nam mijn gsm om Mariama te sturen dat ik voor haar deur stond, maar ik kreeg de kans niet. De deur ging open, en een jongere variant van Mariama keek naar me op. Er zaten gekleurde parels in haar haren, en haar felblauwe kleed zat onder de verf. Ze was gegroeid sinds ik haar voor het laatst gezien had, en ze reikte nu al tot aan mijn kin. Ik twijfelde plots. Ik had Mariama niet gewaarschuwd dat ik zou komen, en misschien was dit wel een ongepast moment. Ik aarzelde even, maar Mariama's stem klonk luid door de hal.

"Wie is daar?"

Fatou, de jongste zus van Mariama, leek te twijfelen over het juiste antwoord. Ze maakte een stuntelige reverence voor ik haar kon tegenhouden, en gaf Mariama geen antwoord. Ik glimlachte naar haar, en hoewel ik er zeker van was dat mijn glimlach mijn ogen niet bereikte, gunde Fatou me toch een brede glimlach terug.

"Victoria! Jou had ik niet verwacht vandaag. Is je isolement voorbij?"

Fatou dook onder Mariama's elleboog door en vluchtte naar de woonkamer. Mariama keek me vriendelijk aan, en ik draaide met mijn ogen, blij om de afleiding die ze me bezorgde.

"Mag ik binnenkomen?"

Mijn stem klonk minder vast dan ik wilde, en Mariama leek het te merken. Ze deed de deur verder open. Er kroop bezorgdheid in haar blik terwijl ze knikte. Ik werd onthaald door de typische warmte die haar huis altijd had. De smalle gang met houten trap, en de tientallen jassen die in een dikke hoop aan de muur hingen boden ons maar net genoeg plaats, maar het was meer dan voldoende. Louis keek twijfelend van Mariama naar mij, alsof hij nog steeds niet overtuigd was, maar knikte dan toch kort. Hij had me duidelijk gemaakt dat hij in zijn auto zou blijven wachten, ook al had ik hem op het hart gedrukt dat hij vrijaf mocht nemen zodra hij me bij Mariama afgezet had. Mariama twijfelde niet, en zwaaide verveeld naar mijn assistent voor ze de deur dichttrok. Ze sloot daarmee de koele avondlucht buiten, en ik was er haar plots heel erg dankbaar om. Mijn lichte shirt en jogging waren duidelijk niet voorzien op de snel afkoelende temperaturen, maar mijn kleren waren wel het laatste waar ik me momenteel zorgen om maakte.

"Vertel eens, wat kan ik voor je betekenen?"

Ze trok me de trap op, richting haar slaapkamer. Ik beet op mijn lip. Ik was naar hier gekomen omdat ik gehoopt had dat Mariama wel een oplossing zou hebben, maar ik besefte ook dat het niet zo simpel zou zijn. Ik zou haar moeten vertellen over hoe gebroken mijn hart voelde, en het voelde plots te snel en te veel. Er waren amper twee maanden verstreken sinds mijn eerste kus met Beatrice, en ik... Ik was te hard van stapel aan het lopen. Meer was het niet. Mariama riep iets naar beneden, naar Khadija, en sloot de deur van haar slaapkamer zonder op een antwoord te wachten. Ik wilde iets zeggen, maar voor ik de kans kreeg, lichtte mijn gsm-scherm op. Ik draaide hem snel om, maar Mariama had al gezien wie er belde. Er flitste medelijden over haar gezicht, en haar gezicht werd zachter terwijl ze haar hand naar me uitstak.

"Geef hier."

Ik schudde mijn hoofd. Mariama keek me streng aan, en wenkte enkele keren met haar vingers. Ik schudde opnieuw mijn hoofd, maar voor ik haar kon stoppen, had ze plots mijn telefoon in haar handen.

"Hallo, met Mariama Faye. Het nummer dat u probeert te bereiken, wil niet door u bereikt worden."

Ik sloeg mijn hand over mijn mond, en schudde wanhopig mijn hoofd. Waar was ze mee bezig? Ik wilde haar tegenhouden, maar mijn voeten leken vastgelijmd te zijn aan de grijze tapijten vloer. Mariama knikte tegen mijn telefoon, zich duidelijk niet bewust van mijn paniek. Ik wilde meer dan ooit weten wat Beatrice te zeggen had, maar ik weigerde dat aan Mariama te tonen. Beatrice was verleden tijd. Mariama humde enkele keren goedkeurend, en keek me kort aan. Ik wendde snel mijn blik af, naar de kleurrijke dekens die op Mariama's bed lagen, en probeerde mijn nieuwsgierigheid te negeren. In een poging om mezelf bezig te houden, verlegde ik Mariama's vuile kleren van haar bureaustoel naar haar bureau, en ging erop zitten. Ik rechtte mijn schouders en vouwde mijn handen in mijn schoot. Mariama draaide met haar ogen, en keerde me de rug toe.

"Prima. Ik zal het haar zeggen."

Ik keek geschrokken op. Mariama drukte mijn gsm uit en keek me uitdagend aan. Ik staarde terug, maar zei niets. Ik zou haar niet vragen wat Beatrice gezegd had. Ze mocht Mariama dan wel overtuigd hebben, maar ik zou mezelf niet nog een keer door haar laten vangen. Mariama gaf me mijn telefoon terug, en zuchtte geïrriteerd.

"Je bent aan het overdrijven."

Ik schudde verontwaardigd mijn hoofd. Allesbehalve. Beatrice had me verraden, en het had heel Breienbach in de problemen gebracht. Dit was wel de minste reactie die ze van me kon verwachten. Mariama leek niet overtuigd, en ik voelde de nood om mezelf te verdedigen.

"Ik overdrijf helemaal niet. Wat Beatrice gedaan heeft..."

Ik zweeg. Beatrice had amper iets gedaan. Ze was naar Breienbach gekomen omdat ik haar verteld had dat ik haar wilde zien. Misschien was dit allemaal wel mijn eigen fout. Mariama liet zich op haar bed vallen terwijl ik achterover leunde in haar bureaustoel.

"Je gedraagt je net hetzelfde als toen je erachter kwam dat duiven het verschil kunnen zien tussen een Picasso en een Monet."

Ik gooide verslagen mijn handen in de lucht.

"Niemand lijkt te beseffen dat die beesten in staat zijn om de wereld over te nemen. Dat ze schilderijen uit elkaar kunnen houden, is daar alleen maar het bewijs van!"

Mariama kwam zuchtend overeind, en plaatste haar handen op mijn schouders. Ze schudde me zachtjes door elkaar.

"Je moet de dingen leren relativeren, Victoria. Niet alles is zo zwart-wit als je denkt."

Ik wilde protesteren, maar Mariama was nog niet uitgesproken.

"Die duiven waren onderdeel van een test. Niet alle duiven kunnen het verschil zien."

Ze knikte, alsof ze daarmee duidelijk wilde maken dat duiven geen kwaadaardige monsters waren. Ik bleef er echter bij dat ze dat wel waren. Als ze het verschil tussen schilderijen konden zien, wat hield hen dan nog tegen om het verschil tussen mensen te zien? Duiven waren nog erger dan paarden, punt uit.

"Wat Beatrice gedaan heeft, is niet oké. Maar ik wil er je duivenangst om verwedden dat het niet haar bedoeling was."

Ik schudde zachtjes met mijn schouders om me los te maken van haar, en liet me op haar bed zakken. Mariama keek me na met opgetrokken wenkbrauwen.

"Geef haar ten minste de kans om het uit te leggen."

Ik schudde mijn hoofd. Ik had Beatrice al dagen genegeerd. Dit ging verder dan gewoon een leugentje. Beatrice had de hele economie van Breienbach op het spel gezet. Om nog maar te zwijgen over wat het met mij gedaan had.

"Waarom ben je zo bang om naar haar uitleg te luisteren?"

Ik haalde mijn schouders op. Ik had veel antwoorden op Mariama's vraag, maar ze leken allemaal even stom. Ik beet op mijn lip. Mariama zuchtte en nam mijn hand vast.

"Wat ze gedaan heeft, was schrikken, maar ik denk dat je haar de kans moet geven om zichzelf te verdedigen."

Ik wil niet dat ze mijn hart opnieuw breekt. Misschien was het een stom idee geweest om zo impulsief te zijn. Om zomaar iets met haar te starten. Misschien had ik haar moeten tegenhouden op mijn verjaardag. Misschien waren we wel nooit meant to be geweest. Maar waarom voelde het dan zo goed?

"Ik ga je niet dwingen om haar terug te bellen, maar damn Victoria, je ziet eruit alsof je uren door de regen gedoold hebt. Beatrice gaat je niet meer proberen te bellen, dus het is nu volledig aan jou."

Ik wil niet de reden zijn waarom het nu al over is. Ik knikte om Mariama's woorden, maar kon mezelf niet overtuigen om te antwoorden.


Ik kwam zuchtend overeind van Mariama's bed. De muren waren grauwgrijs in het donker. De kleuren van haar Senegalese vlag waren moeilijk te onderscheiden nu er nog nauwelijks licht op inviel. Mariama draaide zich om naast me, maar leek niet wakker te worden. Ik staarde naar mijn telefoonscherm. Het licht prikte in mijn ogen, en ik fronste om me er beter tegen te beschermen. Er waren geen nieuwe telefoontjes binnengekomen, en ik besefte dat Beatrice haar woord gehouden had. Ze zou me niet meer bellen. Waarschijnlijk nooit meer. We zouden teruggaan naar hoe het vroeger was, naar de beleefde knikken en begroetingen op schaarse koninklijke bijeenkomsten. Geen stiekeme zoenen meer, geen gewaagde ontsnappingen. Het voelde plots verstikkend warm in Mariama's kamer, ook al was het al flink afgekoeld. Misschien was het wel goed zo. We zouden elk onze eigen weg uitgaan, elk ons eigen leven leiden. Gelukkig worden zonder elkaar. Er schoot een krop in mijn keel, en ik schudde wanhopig mijn hoofd. Mijn handen vonden onhandig de ontgrendeltoets van mijn gsm, en voor ik wist waarmee ik bezig was, verscheen Beatrices nummer al op mijn scherm.


De eerste pieptoon was nog niet volledig voorbij toen Beatrices stem aan de andere kant van de lijn klonk.

"Victoria? Ben jij dat?"

Ze klonk aarzelend. Mijn hart stuiterde alle kanten op in mijn borstkas, alsof het wilde ontsnappen en de grens met Migne wilde oversteken. Ik knikte naar mijn telefoon, en besefte een tel te laat dat Beatrice me niet kon zien.

"Het spijt me, Vie."

Beatrices stem was amper hoorbaar. Mijn bijnaam deed tranen in mijn ogen springen, en ik zuchtte diep terwijl ik ze wegdepte met de mouw van de pyjama die ik van Mariama geleend had.

"Kan je me iets vertellen, Beatrice?"

Mijn tranen lieten zich niet tegenhouden door de zachte stof van de pyjama, en ze rolden over mijn wangen naar beneden.

"Alles."

Ik snikte, en schudde mijn hoofd. Hier in het donker leek de wereld plots heel erg klein. Als ik mijn ogen sloot, dan kon ik misschien doen alsof er niets gebeurd was. Alsof mijn land niet op instorten stond, en alsof Beatrice nooit met Caelia in zee gegaan was.

"Heb je me gebruikt? Ben je bewust op Bevrijdingsdag naar Breienbach gekomen zodat je een excuus had om dat handelsakkoord op te stellen?"

Het beeld van Beatrices verbaasde uitdrukking kwam in me op, maar ik duwde het weg. Het had dan wel echt geleken, maar ik had mezelf er de afgelopen dagen van weten te overtuigen dat Beatrice misschien wel gewoon een goede actrice was. Ze had haar rol zo uitstekend gespeeld, dat ze me zelfs had kunnen wijsmaken dat ze voor me gevallen was. Ik schudde verloren mijn hoofd en snikte weer. Beatrice zuchtte zachtjes, en het deed mijn hart samenknijpen.

"Het is nooit mijn bedoeling geweest om... Je moet weten hoe onstuimig ik ben. Als ik een idee krijg, dan denk ik er niet langer over na, en doe ik het gewoon. Ik zag dat mijn agenda leeg was, en ben vertrokken. Het was pas toen ik je geschrokken gezicht zag dat ik besefte dat er een reden was waarom ik geen verplichtingen had die dag."

Ik snikte opnieuw, en ik kon mezelf niet meer tegenhouden. Mijn tranen vloeiden nu in overvloed, en mijn schouders schokten.

"De afgelopen week... Ik dacht..."

Ik kreeg mijn woorden amper gevormd. Ik voelde me heel erg belachelijk, en ik wenste dat ik haar niet gebeld had op dit onmenselijke uur. Mijn telefoon verraadde me dat het drie uur gepasseerd was, en ik kreunde inwendig.

"Shhhh, het is al goed, Vie."

Ik schudde mijn hoofd, want niets leek nog goed. Ik had een week lang zitten mokken. De Breiaanse crisis was verre van opgelost, en ik had amper iets kunnen doen om mijn vader te helpen. Het beetje dat nog over was van mijn relatie met Beatrice -of wat we dan ook waren- was aan het wankelen omdat ik mijn hoofd in het zand gestoken had in plaats van me in de realiteit te begeven.

"Alles komt in orde. Al is het het laatste wat ik doe."

Ik lachte door mijn tranen heen, een verstikt geluid in de stille kamer.

"Hoe kan je zo optimistisch zijn in het midden van een economische crisis?"

Ik hoorde haar lachen. Ik beeldde me in dat ze lichtjes haar hoofd heen en weer schudde terwijl haar wilde haren zachtjes meegolfden. Het was genoeg om me te kalmeren.

"Het spijt me dat ik je zo heb doen schrikken. Ik heb er een soep van gemaakt, maar ik wil dat je weet dat dat nooit mijn bedoeling was. Ik heb geweigerd om het handelsakkoord met Caelia mee te tekenen, al was mijn handtekening nooit echt nodig voor de wettiging ervan."

Ik knikte, maar was plots toch blij dat ze het me vertelde. Ze had zich symbolisch verzet tegen het Caeliaanse akkoord, en ik was er haar meer dan dankbaar voor.

"Ik heb de afgelopen week ook bemiddeld tussen je vader en mijn moeder, en voor zover ik weet is er ook een handelsakkoord op weg voor Breienbach. Dat zal ervoor zorgen dat Caelia niet anders kan dan jouw eisen ook inwilligen, Vie."

Ik sloeg mijn hand voor mijn mond.

"Wat... Maar hoe?"

"Mijn natuurlijke charmes."

Ik kreeg het gevoel dat ze naar me knipoogde, en ik glimlachte naar mijn voeten. Ik veegde de laatste restanten van mijn tranen weg.

"Ik zou willen zeggen dat ik er spijt van heb, Vie. Dat ik nooit had moeten komen. Maar dat zou een leugen zijn, en ik lieg niet graag tegen mensen waar ik zoveel om geef."

Haar woorden deden mijn hart sneller kloppen. De herinnering aan Bevrijdingsdag, aan de zoen in mijn slaapkamer, kwam bovendrijven. Mijn lippen rezen in de eerste glimlach die mijn gezicht gevoeld had in de laatste dagen, en een gevoel van opluchting volgde.

"Je weet ook altijd wat je moet zeggen."

Beatrice lachte opnieuw aan de andere kant van de lijn, en ik wenste uit de grond van mijn hart dat ik voor altijd naar het geluid kon blijven luisteren.

"Ik ben blij dat je er was, Beatrice."

Het laatste beetje van mijn zorgen smolt weg. Mijn schouders ontspanden na een rollercoaster van emoties, en ik besefte dat ik mijn woorden meende. Ondanks het gedoe, kon ik niet ontkennen dat Beatrice mijn hart deed versnellen op een manier die me zelfs Breienbach deed vergeten.


Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro