4- harensnaaier

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

“Dat mag je me nooit meer aandoen, Ariël”, zei Botje, zijn ogen zagen nog steeds rood van angst. Ze zwommen vlak bij het wateroppervlak, waar Ariël eindelijk weer de warmte van de zon kon voelen, de wateren kleurden eindelijk weer helder, en eindelijk weer vertrouwd. Ook al wist ze dat haar nieuwsgierigheid haar snel weer naar de wrakken zou leiden. “Er is toch niets gebeurd”, antwoorde ze lief, ook al moest ze bekennen dat ze zelf ook bang was geweest. Gelukkig had de Schijnster (met moeite) toegegeven. Maar pas een mijl verder had Ariël zich weer op haar gemak gevoeld. Botje rolde zijn ogen, ook al wist hij dat het vast niet de laatste keer zou zijn dat hij in de Feraldriehoek zou zwemmen als het van Ariëls afging. Hij zou het niet over zijn kinderhartje krijgen om haar er alleen te laten heengaan. Ariël draaide zich naar de waterspiegel toe en liet haar vingers er net onder glijden, dromend over wat erboven lag.

“Gaan we nu terug naar huis?”, vroeg Botje als een klein kind. Ariël grinnikte. “Nog één kleine tussenstop”

“Bliksems, zoiets heb ik in jaren niet gezien!”, zei Jutter verwonderend. Hij was een Dione. Een wezen dat zich in elk dier kon transformeren, dus zowel in de hoogste hoogtes kon zweven als zwemmen in de diepste leegtes. Maar hij was intussen al zo ontzettend oud dat hij niet meer transformeerde. Nu ging hij als octopus door zijn dagen en hij vertelde Ariël met alle plezier over zijn reizen. Al moest hij toegeven dat hij er niet zoveel meer van wist, zijn herinneringen vervaagden in elkaar. Hij hielt de vork onderzoekend vast. “En? En? Wat is het, Jutter?”,vroeg Ariël zenuwachtig. De vork glinsterde door het zoute water.

Ze waren zo snel mogelijk naar de rand van de Kajougrotten gezwommen waar Jutter zich altijd schuil hield. Het was ook in deze grotten waar Ariël haar schatten verzamelde. Jutter knikte naar het ding alsof hij eindelijk een conclusie had. “Dit, mijn schubbige vrienden, is een harensnaaier.” Ariël en Botje trokken tegelijkertijd een vragend gezicht. “Dit gebruiken de mensen om hun haren mee te kammen en om een mooi kapsel te krijgen.”

“Wauw”, antwoorde Ariël terwijl ze het ding weer vast nam. “Ja hè. Het werd vooral gedaan door vrouwen bij speciale gelegenheden, een bal, een trouwerij, een concert....” Toen Jutter 'concert' zei, werd ze ineens wakker geschud. Ze moest bij het concert zijn! Door die Schijnster en Jutter was het vast al begonnen. “ O nee, hij vermoord me! Botje we moeten gaan!”, seinde ze Botje.

“Dag Jutter!”

“Doei meisje. Doeidoei”

Ariël zwom zo snel ze kon over de grotten naar Atlantica, zoekend naar een goed excuus.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro