Hoofdstuk 1: "Niet alleen"

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Een hoog gegil galmt door mijn oren en mijn ogen gaan meteen open. Ik probeer mijn lichaam te bewegen en begin meteen te rillen als ik merk dat ik op een koude stenen vloer lig. Een  klein lampje verlicht een klein gedeelte van de kamer waarin ik me bevind. Voorzichtig leg ik mijn hand op de koude stenen vloer en duw me overeind. Mijn lichaam doet pijn. Ik heb nog steeds mijn zwarte spijkerbroek en T-shirt aan maar mijn jas is weg. Mijn kleding is nog steeds doorweekt. 

Een pijnscheut laat mijn gezicht verkrampen en ik mijn hand gaat naar mijn hoofd. 

"Mijn hoofd", mompel ik pijnlijk. Onder mijn vingertoppen voel ik een grote bult en opgedroogd bloed.

Langzaam draai ik mijn hoofd en kijk om me heen. Ik bevind me in een kamer gemaakt van steen. Er zijn geen ramen, geen meubels er is niks. Het enige wat wat licht geeft is een klein lampje dat boven een houten deur hangt. Naarmate ik om me heen kijk komen de herinneringen terug en ik voel me mijn lichaam nog meer trillen. 

Ik ben ontvoert door iemand met een zwart masker en het laatste wat ik zag is mijn zusjes silhouet. Adrenaline voel ik omkomen en ik spring op en begin om me heen te voelen naar een uitweg. Misschien is er wel een steen die loszit of iets anders. Maar na drie keer rond te gaan kan ik niks vinden. Mijn benen beginnen al in beweging te komen voordat ik iets kan denken en ik ren naar de deur en begin erop te slaan. 

"Laat me gaan", schreeuw ik zo hard mogelijk en hoe vaker ik het zeg hoe zwakker mijn stem wordt. 

Ineens wordt een klein luikje geopend en een wit masker komt tevoorschijn. Ik deins naar achteren. 

"Hallo, schoonheid," zegt een lage mannenstem en mijn nekharen gaan meteen overeind staan. Ik durf niet naar de man te kijken en kijk in plaats daarvan naar beneden.  

"Ach wat ben jij een vechter zeg een pittig dametje. Wat heerlijk," gaat de man met het witte masker verder. 

Ik hoor een klik en de deur gaat open. De man loop naar binnen en ik weet niet hoe snel ik naar achteren kruip, tegen de muur aan, zo ver mogelijk van de man vandaan. 

"Je hoeft niet bang voor me te zijn behalve als je niet doet wat ik je vertel."

Mijn mond gaat al open en ik schreeuw: "Laat me gaan, of het zal je bezuren!"

"Wat een pit", lacht de man en ik begin nog bozer te worden. 

"Rot toch op. Laat me nu onmiddellijk gaan, de politie gaat je wel vinden en mijn ouders zijn me aan het zoeken," dreig ik. 

De man loopt langzaam naar me toe. Mijn ogen gaan naar links en rechts en ik weet dat hij niet dichterbij mag komen en sta snel op en ren langs hem richting de deur die op een kier staat. 

Helaas heeft de man me door en grijpt mijn shirt vast en sleurt me naar een hoek van de kamer. 

"Dat gaat niet gebeuren."

Mijn lichaam knalt hard tegen de stenen muur en ik zak in elkaar. Mijn longen snakken  naar lucht en ik kom piepend overeind maar halverwege voel ik dat mijn benen zich opgeven en zak toch weer door mijn benen. Ik trek mijn benen bij elkaar en houd mijn armen eromheen om me te beschermen. 

"Nou Leona, je moet eens goed luisteren naar mij. Je bent hier voor een reden. Een prachtige reden." 

Hij spreekt het woord 'prachtig' heel langzaam en met nadruk uit. 

"Alleen als je hier wilt ontsnappen ben je op het verkeerde adres. Je gaat hier echt nooit ontsnappen. We weten alles over je en over je prachtige familie. Over wat je daarnet zei, je ouders gaan je niet vinden want ze zijn nu niet in Nederland. Ik weet dat ze een weekje weg zijn en je alleen met je zusje thuis bent. Oh... je zusje. Wat een schatje. Je wilt toch niet dat er iets met haar gaat gebeuren?" De laatste zin spreekt hij uit met een zielige stemmetje. 

Ik schud snel mijn hoofd. 

De man zucht luid. 

"Er zijn regels en daar moet je je aan houden. Regel één. Praten, schreeuwen is verboden. Als je het wel doet ligt een straf voor je klaar en dat wil je zeker niet. Regel twee, probeer niet te ontsnappen. Als je dat wel gaat doen dan heb ik andere plannen voor jou. Als laatste regel drie. Als je niet gehoorzaamt dan weet je dat je zusje hier straks ook komt te zitten."

Mijn ogen worden groot. Mijn zusje. 

"NEE!" zeg ik angstig. 

"Oh ja wel. Alles wat ik daarnet heb gezegd meen ik lieve Leona. Dus gehoorzaam je!"

Mijn hoofd valt in mijn schoot. 

"Dit kan je niet doen. Je bent een MONSTER," schreeuw ik. 

"Misschien wel een monster maar wel een monster die alles krijgt", lacht de man en ik krijg kippen vel over mijn hele lichaam. 

"Nou ik denk dat het eens tijd is om iedereen wakker te maken. Wakie wakie", brult de man en ik hoor ineens allemaal geluiden achter de muren naast me. 

"Tot snel mijn mooie pittige Leona", fluistert de man in mijn oor en zijn adem in mijn oor laat me nog meer rillen en maak me zo klein mogelijk. 

De man staat op en loopt naar buiten. Dan ineens gooit hij iets naar me toe. 

"Trek dat aan", beveelt hij en gooit met een harde klap de deur dicht. Ik hoor het slot dichtklikken en zijn voetstappen weergalmen verder weg.

Ik pak met bibberende handen het kledingstuk en zie dat het een lange dunne witte jurk is. Met naald en draad  is Leona genaaid op de mauw. 

Ik gooi snel de jurk weg en begin zachtjes te huilen. 

"Waarom ik? Waarom ik?" mompel ik huilend en de vermoeidheid laat mijn ogen dichtgaan en ik val koud, nat en alleen in slaap, wetende dat ik niet alleen ben. 

********************************
Dit was hoofdstuk 1. Wat gaat er nu gebeuren en wie zijn die anderen? 

Vergeet niet een stem achter te laten en bedankt voor het lezen van hoofdstuk 1.  

Liefs,

Me

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro