PROLOOG

Màu nền
Font chữ
Font size
Chiều cao dòng

Peace River
Proloog

Die nacht draaide de wereld als nooit tevoren, zo hard en ongecontroleerd. Hij hield zich vast in de hoop dat hij er ooit deel van uit zal maken.

Het was koud, zo koud. Alsof het nooit warm was geweest. De ruimte was donker, door de restanten van een gesneuveld raam zag hij de wolken langzaam voor de maan trekken. Het licht kroop om de glasscherven, greep naar houvast. Het maanlicht was het enige wat er was. In de verte klonken auto's in de stille nacht, in de vorm van suizende geluiden die hem deden huiveren. Zijn ademhaling was zwaar en onregelmatig, hij was bang dat hij zou stikken in zijn eigen bloed. Hij hoestte om op adem te komen. Spetters bloed fladderden door de lucht als een vrolijk gebaar, als leedvermaak.

Zijn lichaam, die op de koude betonnen grond lag, rilde. Hij voelde niks meer, hij kon niks meer. Er was niemand die hem hier zou vinden. Zelf zal hij niet in staat zijn om weg te komen uit het gebouw. Hij viste zijn mobiel uit zijn broekzak, hij had geen bereik. Het alarmnummer was zijn enige hoop hier. En dan zal hem een straf van minstens twintig jaar boven het hoofd hangen. Hij zuchtte en sloot zijn ogen even, wat was er fout gegaan?

De enige persoon die wist dat hij hier was, lag naast hem. Levenloos en bebloed. Hij voelde zich schuldig dat hij zich niet schuldig voelde. Het was niet alsof hij een keus had, anders was hij dood gegaan. Nu misschien ook, hij wist het niet meer.

Hij hief zijn hand omhoog en keek naar het kleine zwarte geweer wat aan zijn linkerzijde op de grond lag. Het was verleidelijk, alles zou opgelost zijn. Zijn trillende vingers klemden om het metaal. Hij wou het zo graag. Laat alles over zijn, alsjeblieft. Zomaar, zonder dat hij nog iets zal doen om de rotzooi die hij had gemaakt van het leven, op te lossen. Wat een bevrijding zal het zijn om niet meer te leven.

'Nee,' kraakte zijn stem fluisterend tegen zichzelf. Hij besloot dat hij deze nacht niet dood zou gaan. Niet hier, niet zoals dit. Het kon niet, het mocht niet. Hij legde het wapen neer en haalde piepend adem. Zijn blik gericht op het plafond, hij moest helder nadenken nu. Verdomme.

Er moest een plan komen, ten eerste moest hij hier weg en ten tweede wat moest hij met de man. Hij wierp nog een blik op Theo.

'Je verdiende het.' Zei hij zacht tegen de man die hem niet meer zou horen. Kruipend en tijgerend over de vloer, die nat was van het bloed, verplaatste hij zich. Hij wist niet of het zijn bloed was of dat van Theo, het maakte hem ook bar weinig uit op dit moment.

Door een opening, waar ooit een deur in had gezeten en inmiddels het kozijn alleen nog van over was, presteerde hij het om zijn gebroken lichaam naar buiten te slepen.

Met moeite ging hij tegen de koude muur zitten en pakte met trillende handen zijn mobiel. Niemand zou mogen weten wat er gebeurd was. Hij dacht na terwijl hij zijn hand op zijn buik hield waar bloed uit bleef stromen. Langzaam en met trillende vingers tikte hij het nummer in en wachtte, als ze nu maar op zou nemen. Hij had hulp nodig, en snel.

'Mam,' zei hij bijna fluisterend, hij hoorde zijn moeder iets onverstaanbaars zeggen. Ze hoorde hem enkel met moeite adem halen. Zacht en piepend verliet het lucht zijn longen, als een vogel die biddend op de wind lag. Stil en vergeten voor de wereld.

'Ik heb je...' hij hoestte en voelde hoe zijn longen in de fik stonden.

'...Nodig. Snel. Bij de oude steenfabriek.' Bracht hij buiten adem uit. Hij kon er niks aan doen en voelde zich verloren. Zijn moeder praatte streng en duidelijk, hij moest blijven hangen vertelde ze hem en dat deed hij.

Ze bleef tegen hem praatten terwijl ze haar autosleutels van het aanrecht griste, ze trok haar jas van de kapstok en rende naar de auto. Een oude rode Tayota Carola.

Ze startte de auto en draaide met gierende banden de weg op. Ze bleef tegen hem praatten terwijl ze veel te snel richting de oude steenfabriek reed. Ze was bang en probeerde het niet te laten merken in de bemoedigende woorden die ze hem vertelde. Zou hij snappen dat ze bang was, zou hij haar nog wel horen? Hij reageerde niet meer. Ze was er bijna. Was hij er nog, wat was er gebeurd en waarom klonk het alsof hij in enorme angst verkeerde? Wat was er gebeurd? Het was genoeg geweest. Hij ruïneerde zijn eigen leven.

Verschillende dingen spookten door haar hoofd. Ze verzon doemscenario's en probeerde zichzelf tegelijk niet bang te maken. Ze had immers geen idee in wat voor staat ze hem zou aantreffen. Misschien was er iets gebeurd, wat in zijn beleving ernstig was en in werkelijkheid enorm mee lijkt te vallen. Ze wist dat dat vaker gebeurde wanneer hij onder invloed was. Wanneer hij niet meer duidelijk kon waarnemen wat er precies gebeurde. Hij bewoog zich als een losgerukte schaduw in zijn bestaan. Het leven had hem nogal teleurgesteld en om daar zo jong achter te komen was hard.

Langzaam reed ze langs de verlaten fabrieken, vervallen gebouwen zonder ramen, donkere straten zonder enig teken van leven. Een zucht verliet haar mond, hij had hier niks te zoeken. Het was niet alsof hij hier geluk zal vinden. Ze trapte op de rem toen ze door het licht van de koplampen een figuur tegen een betonnen muur van een hoog gebouw zag zitten. Daar was hij. Zijn krullen maakten een warrige schaduw op de muur. Ze rende naar hem toe, gilde zijn naam, schreeuwde de donkere nacht bij elkaar en barste in tranen uit.

'Hé.' Zei ze en hurkte naast hem neer, hij reageerde met een zachte kreun en probeerde haar aan te kijken. Hij leefde. Zijn kleding was bebloed, zijn handen waren rood en zijn gezicht was lijkbleek. Ze tilde hem met al haar kracht omhoog en sleepte hem mee naar de auto. Onhandig deed ze de deur open en legde hem op de achterbank, nu moest ze snel handelen. Het was zeker wel ernstig en er was geen tijd te verliezen. Ze vroeg zich af waarom hij geen ambulance had gebeld. Iets in haar zei dat het niet klopte. Ze wou niet weten wat er gebeurd was. Het enige waar ze zich nu mee bezig wou houden, was haar enige zoon in leven houden.

Ze zou er alles aan doen om hem van dit leven, zoals hij het had gemaakt, te redden.

Bạn đang đọc truyện trên: Truyen2U.Pro